Moslimonderzoek rijp voor vuilnisbak
Vooroordelen en tendentieuze vragen maken onderzoek onder moslims onbetrouwbaar, stelt socioloog Orhan Agirdag.
Er gaat geen maand voorbij of een nieuw onderzoek wijst uit hoe erg het is gesteld met de opvattingen, voorkeuren en attitudes van Nederlandse moslims. Zoals het Motivaction-onderzoek waaruit zou blijken dat vier op de vijf Turkse Nederlanders IS-fanaten zijn.
Nu inmiddels is gebleken dat het een flutonderzoek was, heeft minister Lodewijk Asscher van integratie een nieuw onderzoek besteld bij het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) (Trouw, 1 juli).
Eerder publiceerde socioloog Ruud Koopmans een studie waaruit zou blijken dat een meerderheid van de moslims fundamentalistisch is en dat een aanzienlijke minderheid ook in staat is geweld te gebruiken. Of dat onderzoek wel deugt, moet nog blijken.
Zowel het Motivaction-onderzoek als het onderzoek van Koopmans betrof een zogeheten 'survey-onderzoek'. De bevindingen zijn dus gebaseerd op wat moslims invullen op vragenlijsten. Door deelname aan dergelijke studies willen moslims academici en overheden helpen bij het vergaren van nuttige informatie. Misschien willen ze op deze manier ook hun verhaal doen over de uitsluiting en discriminatie waarmee ze dagelijks worden geconfronteerd. En misschien denken ze dat ze zo eindelijk worden gehoord.
undefined
Harde realiteit
De harde realiteit wordt duidelijk als ze een paar maanden later de krant lezen. De berichtgeving over het onderzoek waaraan ze hebben deelgenomen, luidt ongeveer zo: 'De meerderheid van de moslims is fundamentalistisch, homofoob, slecht geïntegreerd...' Je kunt het plaatje zo uittekenen. Maar in feite zeggen dergelijke bevindingen meer over de opvattingen van de onderzoekers dan over de dagelijkse realiteit van de Nederlandse moslims.
Neem Koopmans' studie over fundamentalisme. Koopmans beslist welke moslims fundamentalisten zijn op basis van drie vragen. Vragen waarop de respondenten alleen 'ja' of 'nee' kunnen antwoorden. Nuancering is kennelijk niet nodig.
Eén van de vragen is of de religieuze voorschriften van de islam belangrijker zijn dan de wetten van de overheid. Ja, zegt 70 procent van de Nederlandse moslims. Ook mijn moeder zou 'ja' zeggen. Maar dat maakt haar nog geen fundi. Want volgens mijn moeder zeggen de religieuze voorschriften óók dat de wetten van de overheid gehoorzaamd moeten worden.
undefined
Tegenstelling
Met andere woorden: de tegenstelling tussen religie en wet die Koopmans in zijn vragen heeft vervat, komt in werkelijkheid zelden voor. Als Koopmans simpelweg had gevraagd: 'Gehoorzaamt u de wetten van de overheid?', dan had hij wellicht geconstateerd dat 95 procent van de moslims 'ja' antwoordt.
Maar vrome moslims die de wetten gehoorzamen, passen niet in de assimilatie-ideologie die Koopmans propageert.
Het ene stigmatiserende onderzoek volgt op het andere. Ik vrees dat op een bepaald moment geen gematigde moslim meer zal willen deelnemen aan deze studies. Waarom zouden ze ook? Ze komen er toch alleen maar slecht uit.
Wie wél zullen blijven deelnemen zijn de gefrustreerde extremisten die zich kunnen vinden in de resultaten die in de media komen. De resultaten zeggen dan misschien meer over deze kleine minderheid dan over de modale moslim.
undefined
Non-respons
Lezen we in de krantenpublicaties ook iets over het enorme probleem van de non-respons? Een groeiend aantal moslims weigert deel te nemen aan survey-studies. Zo was er bij het fundamentalisme-onderzoek van Koopmans onder Turkse Nederlanders een non-respons van maar liefst 80 procent. De non-respons is zelfs nog veel groter als je de mensen erbij telt die afhaakten nadat ze de vragen hoorden.
Dus de meerderheid van de moslims zijn niet de fundamentalisten; de meerderheid bestaat uit mensen die niet deelnemen aan dergelijke studies. De bevindingen zeggen dus per definitie iets over een kleine minderheid die wellicht specifieke motieven had om deel te nemen aan dergelijk onderzoek.
Hoe groot de uiteindelijke steekproef van het onderzoek ook mag zijn, een studie met een systematische non-respons kan nooit representatief zijn. Doen alsof deze bevindingen wél iets kunnen zeggen over de meerderheid van moslims is, zacht uitgedrukt, intellectueel oneerlijk.
undefined
In de vuilnisbak
Kortom, Nederlandse moslims nemen gratis en voor niets deel aan honderden studies. Daarvoor worden zij meestal beloond met stigmatiserende bevindingen.
De bevindingen zijn zelden objectieve meningen van de moslims zelf. Tendentieuze vragen leggen de ideologische standpunten van de onderzoekers bloot en het immense probleem van non-respons wordt in de media verzwegen.
Door de stigmatiserende bevindingen kritiekloos te verspreiden, zal het probleem van non-respons alleen maar erger worden. Ik ken nu al moslims die het volgende verzoek voor deelname aan onderzoek en de bijhorende vragenlijst onmiddellijk in de vuilnisbak smijten. Dit is het ultieme resultaat van ideologisch gekleurd onderzoek dat zijn studieveld niet proper achterlaat.
undefined