Mooi, maar wel pure propaganda

De tentoonstelling 'De Sovjet Mythe, Socialistisch Realisme 1932 - 1960' in het Drents Museum laat de worsteling zien van de schilders met de destijds verplichte heersende thema's.

HANS MASSELINK

Het is heerlijk dwalen in de zalen van het Russisch Museum in Sint Petersburg. Een rijkdom aan kunstwerken hangt hier, in alle soorten en maten, van iconen uit de Middeleeuwen tot aan modernen uit de twintigste eeuw, vooral van Russische kunstenaars, op een enkele Picasso, Lichtenstein of Warhol na. En de drukte gaat aan dit museum voorbij. Bezoekers van Sint Petersburg hebben hun handen al vol aan het bezichtigen van de gigantische Hermitage en komen niet aan dit in het Michailovski-paleis gevestigde museum toe.

Hoe groot dit paleis ook is, het is veel te klein voor het tonen van al die 375.000 werken die het in zijn bezit heeft; het merendeel bevindt zich in de depots. Een delegatie van het Drents Museum, met het idee om een tentoonstelling over het 'socialistisch realisme' in te richten, toog naar het Russisch Museum om te kijken wat daar te vinden was. Harry Tupan, conservator hedendaags realisme, keek er zijn ogen uit, zo getroffen als hij was door de grote verscheidenheid aan werken die bij het thema pasten. Niet alleen op zaal, maar vooral in de opslagruimten was er veel van zijn gading. En wellicht tot zijn stomme verbazing kreeg hij vrijwel carte blanche van Jevgenia Petrova, adjunct-directrice van het Petersburgse museum. "U krijgt het beste wat we in huis hebben", beloofde ze.

En zo gebeurde het. Tupan stelde zijn oorspronkelijke plannen bij, met deze rijke mogelijkheden kon hij zijn onderwerp beperken tot de Sovjet-Unie: 'De Sovjet Mythe, Socialistisch Realisme 1932 - 1960'. Zeventig schilderijen en zes beeldhouwwerken koos hij samen met gastconservator en slavist Sjeng Scheijen uit. De uitzonderlijk grote bruikleen zou via Finland per vrachtauto naar Assen worden overgebracht.

Bij een vervolgbezoek aan Sint Petersburg krijgen we de gelegenheid om op zaal en vooral in de depots van het Russisch Museum te zien wat tot juni volgend jaar in Assen wordt getoond. Enkele doeken liggen als tapijten opgerold, zo groot zijn ze. Ja, ten tijde van Stalin deden ze het niet voor minder. De verheerlijking van de socialistische mens moest groots en indrukwekkend vertoond worden; het liefst in fabrieken, in partijkantoren, op openbare plaatsen. Dat allemaal om de Sovjetmens te verrijken, de ideale maatschappij te laten zien.

De ijzeren rekken van het depot worden door een conservatrice een voor een opengeschoven: een grote verscheidenheid aan stijlen openbaart zich, van grootmeesters als Kazimir Malevitsj en Alexander Deineka tot Isaak Brodski, Alexander Samochvalov en Arkadi Plastov. Van avant-gardisten die ondanks de pressie van de bolsjewieken hun eigenwaarde probeerden te behouden tot capabele broodschilders die letterlijk deden wat van hen werd verlangd en de ideale gezond blozende mens weergaven, werkend op het land of in de fabriek, als sporter of als aanbidder van de 'grote leider'.

Een schrijnend voorbeeld is het vrolijk ogende Kolchozenfeest van Plastov uit 1937: uitbundig zijn de leden van de collectieve boerderij aan het genieten van de overvloed aan specerijen op tafel. En dat in een tijd dat er door de collectivisatie enorme hongersnood heerste in de Sovjet-Unie en miljoenen mensen de dood vonden. Het werk moest de burger moed geven, hoop geven op betere tijden, of die gruwelijke werkelijkheid op het platteland verbloemen. Pure propaganda.

Een tentoonstelling met het thema socialistisch realisme zal in Rusland niet zo snel worden gehouden, zegt Jevgenia Petrova. De tijd is er niet rijp voor, de herinneringen aan het verleden leven nog te sterk bij de oudere generaties. Iedereen heeft wel familie die er direct of indirect het slachtoffer van is geworden. En de jongeren interesseren zich niet voor die geschiedenis.

Kort na de Oktoberrevolutie van 1917, waarbij de bolsjewieken de macht grepen, floreerde de Russische kunstwereld. Kunstenaars lieten zich inspireren door de revolutie, geloofden dat de kunst 'bevrijd' zou kunnen worden en af zou rekenen met de oude tradities: weg met al die salonkunst, al die uitgeleefde vormen. Schilders als Kandinski, Malevitsj en Chagall voelden zich niet belemmerd in hun vooruitstrevende kunstuitingen. Rusland liep in die tijd met zijn abstracte kunst voorop in Europa. Volgens Petrova 'bruiste' het toen van de ideeën.

Maar de modernistische, abstracte werken gingen de heersende communistische partijkaders irriteren. De touwtjes werden aangehaald, de modernisten bestempeld als parasieten en decadente bourgeois kunstenmakers. Instellingen, zoals Malevitsj' vernieuwende Museum voor Artistieke Cultuur, werden gesloten.

Vanaf 1932 moest iedere kunstenaar die zijn beroep wilde uitoefenen zich aansluiten bij de staatsbond. Alle stijlen moesten voldoen aan het 'socialistisch realisme', oftewel aan de smaak en wil van Jozef Stalin. Maar ja, wat betekent die van bovenaf opgelegde term; een interpretatiestrijd brandde los. Schilders probeerden volgens gastconservator Scheijen 'hun eigen speelruimte' te behouden.

En dat is wat de tentoonstelling in het Drents Museum wil laten zien: de worsteling van de schilders met de verplichte heersende thema's, de verscheidenheid aan werken, aan stijlen in een tijd dat moest worden voldaan aan de eisen van hogerhand. Malevitsj liet zijn zwarte vlakken, cirkels en kruisen vallen, schilderde gezichtsloze of uitdrukkingsloze personen op het boerenland of maakte portretten. Deineka schilderde een kolchozenboerin op een fiets in een prachtig glooiend landschap of een wulpse vrouw voor een spiegel die de Amerikaanse zedeloosheid moest uitbeelden. Samochvalov zette een halfnaakte atlete op het doek zich badend 'Na de veldloop' of een arbeidster met een drilboor of een vrouw in voetbalshirt, een schilderij dat later op een Parijse tentoonstelling wel de Mona Lisa van de Sovjet-Unie werd genoemd. Via omwegen als sport en arbeid brachten de kunstenaars nog wat erotiek aan de Sovjetman.

De kunstwerken moesten tonen dat het leven in de Sovjet-Unie goed was en nog veel beter zou worden. Niet de werkelijkheid, maar de werkelijkheid zoals die zou moeten zijn werd getoond. Kritiek was uit den boze, propaganda voor de ideale Sovjetstaat was het motto.

Rondlopend in de prachtige expositieruimte van het Drents Museum maken tegenstrijdige gevoelens zich van je meester: bewondering voor de vaak knap en op hoog niveau geschilderde werken en een gevoel van onbehagen over de inhoud van veel van de doeken. We weten aan de hand van veel getuigenissen wat er destijds is gebeurd onder de 'grote terreur' van Stalin. Kunstenaars doken onder of werden naar Siberië verbannen. Op de vraag wie je meer liefhebt 'Stalin of je ouders' kon je beter niet het antwoord 'ouders' geven: je was je leven niet meer zeker. En hier in Assen hangen de werken waarin Stalin en Lenin worden aanbeden in hun volle glorie, tot in een formaat van vier bij zeven meter.

Het is een bijzondere, maar bizarre tentoonstelling in het Drents Museum, waar de toeschouwer hier en daar even zal slikken bij al deze gepropageerde werkelijkheid. Als wat tegengif heeft het Asser museum nog een kleine tentoonstelling in enkele bovenzalen met de titel 'Samen en alleen. Leven in Rusland van 1900 tot nu' waar het lot van het gewone Russische gezin in de gehele vorige eeuw wordt getoond. Wat herinnert de Rus zich van die realiteit zoals die in de familie werd beleefd? Vaders, zonen stierven, door de oorlog, door de eigen repressie. Moeders bleven alleen achter met hun kinderen en herkenden hun geliefden nauwelijks meer als ze terugkwamen van de kampen, van de slagvelden. Het was het ware realisme van alledag.

De Sovjet Mythe, Socialistisch Realisme 1932-1960. Te zien in Drents Museum in Assen tot en met 9 juni 2013.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden