Mooi en vreemd
Des salles silencieuses où les pas de celui qui s'avance sont absorbés par des tapis si beaux, si épais, qu'aucun bruit de pas ne parvient à sa propre oreille. Comme si l'oreille, elle-même, de celui qui s'avance, une fois de plus, le long de ce couloir, à travers ces salons, ces galeries, dans cette construction d'un autre siècle, cet h¿tel immense, luxueux, baroque, lugubre où des couloirs interminables se succèdent aux couloirs, silencieux, déserts, surchargés par des corps sombres froids des boiseries, de stucs, des panneaux moulurés, marbres, glaces noires, tableaux aux teintes noires, colonnes, encadrements sculptés des portes, enfilades de portes, de galeries, de couloirs transversaux qui débouchent à leur tour sur des salons déserts, des salons surchargés d'une ornementation d'un autre siècle. Des salles silencieuses où les pas de celui qui s'avance...
Een radicaal begin in de vorm van een lang en zich repeterend Frans citaat. Dit zijn de woorden die een stem uitspreekt aan het begin van 'L' Année dernière à Marienbad' (1961), een van de beroemdste films van de zaterdag overleden regisseur Alain Resnais.
En stelt u zich bij de beelden, zwart-wit en in glijdende, vloeiende camerabewegingen vastgelegd, precies dat voor wat de tekst beschrijft: lange, verlaten gangen, stille salons, stappen gedempt door weelderig tapijt, een luxe kuurhotel, barok en luguber, gebeeldhouwde deurlijsten, stuc, ornamenten van een voorbije eeuw, en dan weer stille salons, oneindige gangen, verlaten...
Maar om de vertaling ging het me niet, het Frans zelf was zo schitterend, zo gedragen, terwijl er doorheen verontrustende orgelmuziek klonk. Ik moest hier letterlijk citeren, hardop lezen, als een eerbetoon aan de regisseur die - schreef een krant - 'de mooiste en vreemdste film van de vorige eeuw' had gemaakt.
Schrijver van de tekst was scenarist Alain Robbe-Grillet, een man van taal, taal die op zichzelf kon staan, losgezongen van een plot, de eenheid van plaats, tijd en handeling losgelaten. Tekst puur. Fragmentarisch, zich herhalend, plotseling afbrekend.
Robbe-Grillet, in 2008 overleden, schreef ze dus neer, die woorden; Resnais vond er die beelden bij. Dat hotel. Gasten in avondkleding. Ik zag de beelden lang geleden en ze hebben me nooit meer verlaten. Net als die stem.
Een man ontmoet in een hotel een vrouw, met wie hij daar een jaar eerder een verhouding had. De vrouw ontkent, herinnert zich niets. Zo lijkt het een plot.
De verbeelding van Resnais is veel labyrintischer en complexer. We dolen door dat reusachtige hotel, of door het immense park, een park in Franse stijl, beelden met bevroren gebaren, rechte lanen van grint, boomloos.
Je verliest jezelf erin. En daar is aan het eind die stem weer:
Le parc de cet h¿tel était une sorte de jardin 'à la française'. Sans arbres, sans fleurs, sans végétation aucune. Le gravier, la pierre, le marbre, la ligne droite y marquaient des espaces rigides, des surfaces sans mystère. Il semblait au premier abord impossible de s'y perdre. Au premier abord. Le long des allées rectilignes, entre les statues aux gestes figés et les dalles de granit où vous étiez déjà, maintenant, en train de vous perdre, pour toujours, dans la nuit tranquille. Seule avec moi.
undefined