Column
Mooi dat het 4 en 5 mei-comité weer weet wie de slachtoffers zijn
Heel prijzenswaardig natuurlijk, dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei openstaat voor kritiek. Al jaren is er gemor over de wijze waarop het de beide meidagen invult. Dieptepunt was wel het plan, in 2012, om het achterneefje van een oostfrontstrijder tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam een gedicht te laten voorlezen over zijn gesneuvelde oudoom.
Op pijnlijke wijze getuigde dit voornemen van de drabberige, postmoderne moraal die de laatste jaren zo in de mode is: we zijn allemaal een beetje fout, allemaal een beetje goed. We zijn allemaal een beetje dader, allemaal een beetje slachtoffer. En alles hangt af van de omstandigheden. Dus verdienen luitjes die ooit de verkeerde keuze maakten, op 4 mei evenzogoed onze aandacht.
Pas na hevige protesten - niet in de laatste plaats door de nazaten van de echte slachtoffers, van de mensen die destijds geen enkele keuzevrijheid was gegund - trok het comité zijn onzalige voornemen in.
'Zonder doel en rituelen'
Gelukkig klinkt er nu een ander geluid. Afgelopen dinsdag presenteerde het een 'Concept toekomstvisie' onder de titel 'Kom vanavond met verhalen...', naar het beroemde gedicht van Leo Vroman. Over dat achterneefje in het document geen woord maar we treffen er wel, vetgedrukt, het ferme zinnetje: "Op 4 mei herdenken wij de slachtoffers, niet de daders."
Deugd doet ook dat het comité een andere invulling wil van 5 mei, met zijn festivals en rondvliegende Ambassadeurs van de Vrijheid. Terecht constateerde de u niet onbekende historicus James Kennedy in 2012 in het mooie boek 'Breekbare dagen' dat 5 mei 'nog steeds' een dag lijkt 'zonder doel en zonder rituelen'. "Zo krijg ik als Amerikaan de indruk dat Nederland weet hoe te gedenken, maar niet goed weet hoe de vrijheid collectief te vieren."
Daar wil het comité wat aan doen. Beter zou het zijn, aldus de nota, als er 'een verbinding' komt met de dag ervoor. Waarna het pleit voor een jaarlijkse nationale feestdag met vrij voor iedereen.
Uitbreiding
Tot zover geen klachten. Merkwaardig is wel dat het comité het allerbelangrijkste bezwaar van de laatste jaren losjes naast zich neerlegt. Die betreft de plechtige zinsnede dat wij op 4 mei 'allen' herdenken, burgers en militairen, "die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, en daarna in oorlogssituaties en bij vredesoperaties". Juist die uitbreiding tot slachtoffers van naoorlogse narigheid (pas begin jaren zestig na krachtig gelobby van militaire zijde in het zogeheten 'memorandum' opgenomen) zorgde de afgelopen decennia voor de grote verwatering.
In 2012 pleitte David Barnouw, toen nog werkzaam bij het Niod, om de Nationale Dodenherdenking te laten terugkeren naar de basis. "De na augustus 1945 omgekomen militairen", schreef hij in deze krant, "kunnen op een waardige wijze tijdens de Nationale Veteranendag worden herdacht." In mei van dit jaar deden de Raad van Kerken, het Cidi en het Contactorgaan Moslims en Overheid hetzelfde voorstel. Genoemd comité zag dat toen als 'een belangrijk signaal' waarnaar het zou luisteren. Nu wil het uitgerekend aan dit punt niet tornen. "Het is niet juist het ene slachtoffer op een andere wijze te waarderen dan het andere."
Er zal iets veranderen. Maar wát blijft de interessante vraag.