Monument voor de Nederlandse huisvrouw in oorlogstijd

Kleding op de bon. Kleding- en textielschaarste in Nederland, 1939-1949. Drents Museum, Brink 1 Assen Open 11 tot 17 uur, maandag gesloten. De tentoonstelling is tot 17 april in Assen te bezichtigen. Daarna nog te zien in het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon en het Historisch Museum in Rotterdam.

CHRISTEL PIEPER

Na de mobilisatie van het Nederlandse leger in 1939 ging al het textiel en schoeisel meteen op de bon. De Duitse bezetter zette dit distributiestelsel voort. Omdat de bezetter het grootste deel van de toch al inkrimpende produktie voor eigen rekening nam, bleef er voor de bevolking niet veel over. Vanaf 1943 werden de kledingbonnen in feite waardeloos: textiel was vanaf die tijd niet meer op de bon te krijgen. Veel huisvlijt en een levendige ruil- en zwarte handel waren het gevolg. Een prachtige doorsnede van deze tijd is terug te vinden in het Drents Museum. Alles wordt begeleid met sfeervolle muziek en oude films. “De meeste kleding komt uit privé-collecties. Door oproepjes in kranten (ook Trouw) en damesbladen als Libelle te zetten hebben we alles bij elkaar kunnen krijgen”, aldus Else Gerritsen.

ENORME ROK Op de tentoonstelling is goed te zien dat de kleerkast in de oorlogsjaren niet alleen gebruikt werd als opslagruimte, maar tevens fungeerde als inspiratiebron voor nieuw te maken spullen. Was een damesjurk versleten dan werd ze uit elkaar gehaald, omgekeerd en in kleiner formaat weer in elkaar gezet. Zo had de dochter des huizes dan weer een nieuwe jurk. Een oude chique japon uit de negentiende eeuw is daar een goed voorbeeld van. Het bovenstuk, ook wel het lijfje, is in de oorlog gebruikt voor een kind, terwijl uit de enorme rok een nieuwe vrouwenjurk is gemaakt. De oorlog heeft ook zijn invloed gehad op de roklengte: die werd veel korter.

Damesbladen en overheidsbrochures stonden vol met tips en patronen. In een Libelle van 1944 is een handig patroon te vinden hoe van een herenkostuum een keurig mantelpakje gemaakt kan worden. Waarbij het voornaamste probleem was of ze in het patroon de herensluiting, links over rechts, konden handhaven of alles moesten veranderen voor een nette damessluiting. Vreemd genoeg ontstond volgens Gerritsen een modebeeld in deze jaren. “Het borduurgaren was niet op de bon. Mensen gingen zich kleden volgens de dirndl-mode met veel geborduurde folklore-achtige dessins. Dat juist dit vooroorlogse Duitse modebeeld populair werd kwam doordat de damesbladen min of meer door de bezetter kregen voorgeschreven wat ze moesten publiceren.”

BRANDSLANG De kinderkleding is een opvallend onderdeel van de expositie. Niet alleen werden voor de kinderkleding de kleren van de ouders opnieuw gebruikt, maar ook werd volop gezocht naar andere mogelijkheden. Zo hangt er op de expositie een jasje van stofdoeken, een mutsje van een beddesprei, en een broek van ondertapijt. Prijsstuk is een vestje dat gemaakt is van de binnenkant van een brandslang. “Vroeger waren de brandslangen van vlas gemaakt. De slang werd uit elkaar gehaald en het vlas opnieuw gesponnen. Van dat materiaal werd dan weer een vestje gebreid. Ook de houten knopen die erop zitten werden meestal zelf gemaakt.”

Tijdens de oorlogsjaren ontstond ook een levendige ruilhandel met goederen en bonnen. “Wij hebben een vrouw gesproken die wel voldoende kleding, maar niet genoeg te eten had. Zij had een grote sprei liggen en elke keer als ze naar de boer toe ging, trok ze een stuk van die sprei uit. Natuurlijk kwam er een moment dat ze aan haar laatste bolletje wol toe was. Die boer was er hartstikke blij mee. Nu kon zijn vrouw eindelijk die sprei afmaken waar ze al die tijd mee bezig was.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden