Monarchie / De inspirerende Oranje paradox
Het is voor mondige burgers soms moeilijk mee te spelen in de Oranjemythe. Oud-politicus Coos Huijsen ergert zich over de 'krampachtigheid' waarmee de politiek en de intellectuelen kunnen omgaan met het koningshuis. Het koningschap kan juist dienstbaar zijn aan de democratische samenleving, meent hij aan de vooravond van de presentatie van zijn boekwerk over de Oranjemythe.
Als er iets oranje is in dit land, dan is het wel het boek van Coos Huijsen. De kleur knalt luidruchtig van het omslag af. De titel en ondertitel nemen flink gas terug: 'De Oranjemythe, een postmodern fenomeen'.
Dus geen boek dat past in de eindeloze rij zoetigheden die dezer maanden verschijnen over de Oranjes en hun huwelijken. Maar wel een boek dat pal achter Oranje staat, net als de schrijver.
De oud-politicus Coos Huijsen ergert zich al jaren aan de 'krampachtigheid' waarmee zowel de politiek als intellectueel Nederland omgaat met het koningschap. ,,Intellectuelen proberen steeds vruchteloos om het koningschap te rijmen met een rationele opvatting over democratie. Dat is lastig. Ik benader het anders: Nederland kent een Oranjemythe en daar is niets mis mee.''
Nederlanders laten zich graag voorstaan op hun zelfstandigheid, op hun tolerantie, op hun vrijheidsdrang en hun verzet tegen iedere vorm van tirannie. Als dat de waarden zijn waar Nederlanders voor tekenen, wat is er dan op tegen een mythe te koesteren waarin al die waarden op hun plaats vallen? Zoals er een American Dream is vol vrijheid en rijkdom, zo is er de Franse revolutionaire mythe van vrijheid, gelijkheid en broederschap. En zo heeft Nederland zijn Oranjemythe over een familie die Nederlanders verenigt onder een eigenaardig republikeins koningschap.
Intellectuelen hebben moeite met - wat Huijsen noemt - de ,,cultuurhistorische band tussen Oranje en Nederland''. ,,Als je puur rationeel denkt, dan kun je daar weinig mee. Voor intellectuelen is dat vervelend. Als ze wel een band voelen met het koningshuis, vinden ze het lastig om dat te rijmen met rationele opvattingen over democratie. Ik vind dat je de mythe van Oranje en Nederland gewoon moet accepteren als een mythe, maar wel een mythe die nuttig is voor Nederland. Heel veel in de geschiedenis is eigenlijk niet rationeel te verklaren. Wat moet je voor rationele verklaringen verzinnen voor de Balkan die in brand staat? Daar kun je met je verstand ook niet bij. En toch gebeurt het. Dat geldt ook voor Oranje. Het is niet allemaal logisch en begrijpelijk, maar het is er wel, onze hele geschiedenis lang.''
De 62-jarige Huijsen leek aanvankelijk een grote toekomst tegemoet te gaan in de christen-democratische politiek. De Christelijk-Historische Unie zette hem hoog op de lijst voor de Tweede Kamer, want in die tijd - ruim dertig jaar geleden - was hij een van de weinige jongeren die zich bekenden tot deze bedaagde club. Zelfs zou hij op den duur de partijleider moeten opvolgen. Het zou anders lopen. De vorming van het linkse kabinet-Den Uyl verdeelde de christendemocratische gelederen tot op het bot. Huijsen koos voor het kabinet en later zelfs voor de PvdA. Dat was het einde van zijn actieve politieke loopbaan.
Hij werd weer leraar geschiedenis en later rector van een middelbare school in Amsterdam. ,,Ik had geen zin in het soort mensen dat in de Amsterdamse PvdA rondloopt. Ik had me wel weer verkiesbaar kunnen stellen in Friesland of Gelderland, maar dat was in die tijd als homo niet zo handig. Ik was destijds de eerste politicus in Nederland en misschien wel in Europa die zei dat hij homo is. Dus dat kon ik niet meer terugdraaien. Het conformisme binnen de PvdA was groter dan binnen de CHU.''
Toch was de oude CHU de partij van God, Nederland
,,Over mijn boek zei iemand: het is een onderkoeld boek. Met dat commentaar was ik heel gelukkig. Ik had niet de behoefte het zoveelste zoete boekje over de Oranjes te schrijven. Als intellectuelen een excuus nodig hebben om hun sympathie voor het Nederlandse koningschap te kunnen onderbouwen, bied ik hen dat in de vorm van dit boek graag aan.''
,,Je kunt geen gemeenschap vormen met alleen abstracte begippen als vrijheid en democratie. Er is ook behoefte aan een emotionele dimensie die zin en betekenis geeft aan het zijn van een gemeenschap. In die leemte voorziet de oranjemythe bij uitstek. Mensen die de democratie een warm hart toedragen zouden het bestaan van die mythe daarom juist moeten toejuichen en koesteren.''
,,De Oranje-mythe is de manier waarop we gezamenlijk onze geschiedenis willen duiden. Dat geeft ons een overtuigend verband en een gezicht. Het geeft samenhang aan het land, het laat continuïteit zien en het biedt perspectief. De Oranjes hebben in de Nederlandse geschiedenis een sterk begin gehad met Willem de Zwijger. Een man die vermoord werd wegens zijn strijd tegen de Spaanse tirannie. Dat is een mooi verhaal. Om het slachtofferschap kun je een prachtige mythe bouwen.''
En dat is gebeurd, al zou Huijsen graag zien dat het opstandige van die eerste Nederlandse Oranje wat meer nadruk krijgt. ,,De Oranjemythe wortelt in een revolte, dat mogen we niet vergeten. Later is het Oranjegevoel in stelling gebracht in de volkse opstand tegen de regenten, opnieuw een anti-tirannieke lijn in de Oranjegeschiedenis. Daar kunnen we heel blij mee zijn.''
Op de scholen gebeurt daar weinig meer mee, weet de ex-geschiedenisleraar. ,,Het cultuurhistorische verhaal is verdrongen door vaardigheden. De leraar draagt geen waarden meer over, maar brengt vaardigheden bij. Dat is een verarming.''
Huijsen bepleit nu een bijzondere leerstoel 'Oranje en de nationale identiteit'. Een particulier initiatief zou zo'n professoraat moeten sponsoren om te studeren op ,,de nationale identiteit in relatie tot verschijnselen als mondialisering, Europese integratie en de ontwikkeling van een multiculturele samenleving met bijzondere aandacht voor het Oranjehuis daarbinnen''.
,,Denkers zoals Fukuyama betogen dat je op puur rationele gronden geen democratie overeind kunt houden. Juist niet-rationele overwegingen en bindingen voeden de gemeenschapszin die een levensvatbare democratie nodig heeft. De liberalen hebben ooit geprobeerd om een dag van de grondwet te vieren. Dat is nooit aangeslagen. Koninginnedag wel. Dat is begrijpelijk. Begrippen als grondwet en democratie zijn abstracties waar mensen niet mee uit de voeten kunnen.''
Toch geeft het Oranjehuis niet alleen samenhang. Altijd zijn er weer incidenten, of het nu de Lockheed-affaire is, of Beatrix' huwelijk met de Duitser Claus, of Willem-Alexanders keuze voor de dochter van een minister in een verkeerd regime, die diepe verdeeldheid opwekken. ,,Natuurlijk zijn er incidenten. Intellectuelen hebben dan de neiging om het hele instituut maar af te schaffen. Maar waarom? Als er iets met de dijken verkeerd gaat, schaf je toch ook de dijken niet af. Juist de opwinding over Máxima's vader heeft aangetoond dat de Nederlanders verknocht zijn aan het koningshuis. Ze vinden het zo belangrijk dat ze het veel opwinding waard vinden.''
Voor mondige burgers met een zeker cynisme is het soms moeilijk mee te spelen in het spel van de Oranjemythe, erkent Huijsen. Hij zoekt steun bij de schrijver Frans Kellendonk die de paradox 'oprecht veinzen' heeft bedacht. ,,Nu iedereen intelligent en verstandig is geworden wil ik pleiten voor een ironische manier van geloven'', zei Kellendonk in een interview. ,,Je mag daarin nooit vergeten dat het om verzinsels gaat, dat je veinst... Het is geen hoger inzicht waaraan de een of andere flits moet voorafgaan, het is de voortdurende wil om de leer waar te maken.''
Huijsen gaat daarmee aan de haal. ,,Zolang de Oranjes op een geloofwaardige manier de waarden in de Oranjemythe weten te personifiëren, kan het koningschap dienstbaar zijn aan de democratische samenleving. Een inspirerende paradox.''
Coos Huijsen: De oranjemythe, een postmodern fenomeen. Uitgeverij Europese Bibliotheek. F 44,50 (euro 20,19)