Moet de moeder ingrijpen bij rare capriolen van haar klauterkabouter?
Mijn zoontje van anderhalf jaar is een echte avonturier, schrijft de moeder. Hij klautert overal op en af. Thuis komt hem dat nog wel eens op een standje te staan, maar als ze in de speeltuin zijn, laat de moeder hem zijn gang gaan.
De moeder staat doodsangsten uit als hij het trappetje van de glijbaan beklimt. Nog erger wordt het als haar zoontje de kortste weg omhoog bewandelt: de glijbaan op dus. Ze staat vaak wel in de buurt, maar een ongelukje is niet altijd te voorkomen. Soms botst de dreumes op weg omhoog op een tegenligger. Een huilbui, bloedlip of blauwe plek: het hoort bij hun bezoekje aan de speeltuin.
"Ondanks die averij laat ik hem toch zijn gang gaan", stelt de moeder. Maar ze ziet regelmatig andere ouders hoofdschuddend, afkeurend naar de capriolen van haar 'klauterkabouter' kijken. Het maakt haar wat onzeker: "Als ik constant zijn handje vasthoud, leert hij het niet, of minder snel. Moet ik toch nog wachten totdat hij de glijbaan beter begrijpt? Of baart oefening kunst?"
Kinderen zijn verschillend. Het ene kind, zoals deze klauterkabouter, is ondernemender dan het andere. Maar in wezen zijn alle jonge kinderen graag actief. Het zijn geboren onderzoekers met een enorme drang alles te verkennen, zegt hoogleraar ontwikkelingsneurologie Mijna Hadders - Algra. Dat onderzoeken gaat gepaard met vallen en opstaan. Voor het ontwikkelende brein is het maken van vergissingen en fouten een bron van leren: "Juist door fouten leren de hersenen dat een gebruikte strategie toch niet de handigste was. Oefening baart inderdaad kunst. Leren door uitproberen maakt ook dat kinderen kennis maken met grenzen. De grenzen van hun eigen vermogen, én de grenzen in de sociale interactie", aldus Hadders.
Natuurlijk is het goed dat ouders erop toezien dat kinderen geen fouten kunnen maken waardoor zij zichzelf of een ander ernstig verwonden, zegt de hoogleraar, werkzaam in het Beatrix Kinderziekenhuis in Groningen. Zo kan de moeder een grens stellen door haar dreumes niet alleen in een speeltuin met een glijbaan van 10 meter hoogte te laten spelen. Ook kunnen ouders hun kinderen uitleggen waar ze op moeten letten en waarom. Hadders: "Maar verder is opvoeden vooral een kwestie van durven loslaten. Erop vertrouwen dat het kind al doende zijn eigen weg vindt. Fysiek. En in de interactie met andere kinderen."
"Net als veel andere kinderen heeft dit mannetje veel energie en zoekt hij naar manieren dat te uiten. En wat is er fijner dan klimmen?" zegt Jeroen de Jong die op zijn site 'Praktijkvader.nl' zeven reminders voor een 'stoere' opvoeding geeft.
Nummer 2 is in dit geval van toepassing: "Laat je kind voelen dat je hem vertrouwt. Als je jezelf vaak 'nee, niet doen', 'kijk uit' of 'pas op want anders...' hoort zeggen, geef je je kind ongewild de boodschap dat hij niet op zijn eigen inzicht moet vertrouwen. Natuurlijk houd je hem tegen als hij door een rood stoplicht wil rennen, maar gelukkig is het risico in veruit de meeste situaties veel kleiner. Laat je kind de wereld ontdekken en blijf zelf op gepaste afstand."
Er zijn te veel ouders die terugdeinzen voor een bloedlip of een vieze broek, vindt De Jong. "Kinderen horen te vallen en vies te worden. Net als ballen in sloten terecht horen te komen en glijbanen vanaf de verkeerde kant beklommen moeten worden. En dat deze dreumes daarbij af en toe in botsing komt met een kind dat van bovenaf komt: dat hoort erbij. Hij is nog maar klein en zal vanzelf de ongeschreven regels van de speeltuin leren."
De Jong vraagt zich af of andere ouders echt misprijzend naar de jonge waaghals kijken, of dat de moeder dat denkt te zien. Maar ook al zou het zo zijn, dan adviseert hij de moeder zich er vooral niet al te veel van aan te trekken: "Het ergste dat wij ouders kunnen doen, is elkaar de maat nemen."
Reageren? Zelf een vraag insturen? Mail naar opvoedvraag@trouw.nl
undefined