Moerasvogel zit liever in oud riet
Ingeklemd tussen de A27 en de Lek vormen Boezem en Zouweboezem het kleinste beschermde moeras van Nederland. Dankzij rietbeheer barst het er van de bijzondere vogelsoorten. Hier snijdt men geen strootje te veel.
Rieten daken zijn nog zó populair dat minstens dertig rietsnijders er in Nederland hun geld mee kunnen verdienen. Deze maanden, van kerst tot april, is het oogsttijd, want de rietstengels zijn nu op hun best. Het oude groen is verdwenen en er zijn nog geen nieuwe blaadjes in zicht. In belangrijke moerasgebieden als de Weerribben en de Nieuwkoopse Plassen wordt minstens driekwart commercieel geoogst. Elk jaar ten koste van vele moerasvogels zoals grote karekiet, roerdomp, purperreiger en baardmannetje. Zij broeden liever tussen oudere stengels.
Riet snijden voorkomt dat rietlanden verruigen tot bossen. Maar dat het ook belangrijk is om delen te laten staan, blijkt in de Zouweboezem, een gebied tussen Meerkerk en Ameide dat ooit werd gebruikt om overtollig water uit omliggende polders op te vangen. De huidige beheerder, Stichting het Zuid-Hollands Landschap, doet sinds tien jaar aan speciaal rietbeheer en trekt daarmee elk jaar meer moerasvogels. ,,Het begint bijna de vormen van een dierentuin aan te nemen'', zegt regiobeheerder Rudi Terlouw.
Rietsnijder Willem Beijeman heeft zijn bedrijf in Nieuwkoop, maar springt met een paar jongens bij in de Zouweboezem. Gezien de zachte winter kan hij zich geen mooier beroep indenken. De hele dag in de frisse buitenlucht, op een zacht verende bodem. En door de laaghangende zon krijgt het riet een roodgouden gloed. Beijeman blijft met zijn snijmachine zeker drie meter uit de slootkanten. Hij maakt hier en daar een tochtvrije inham en gaat ook ruim om de aanwezige elzen en wilgen heen. ,,Daar komen veel vogels op af'', weet hij. ,,Ze leveren schaduw en de elzenpropjes zitten vol zaden.''
Zijn Nieuwkoopse collega's verklaren hem waarschijnlijk voor gek. ,,Die werken in rechte lijnen en willen zelfs het laatste rietje hebben'', zegt Beijeman. ,,Als je commercieel denkt, dan móet je ook alles snijden. Zeker langs de slootkanten, want daar zijn de stengels lekker stevig.'' Maar deze rietsnijder is toevallig ook gek van vogels. ,,Als ik een ruig stukje riet zie, waar lisdoddes groeien, dan laat ik dat mooi staan. Ik weet dat de karekiet daar straks een lekker plekje heeft.''
Volgens het beschermingsplan Moerasvogels van het ministerie van LNV hebben elf van de dertien belangrijke moerasvogelsoorten last van de commerciële rietoogst. Recent onderzoek in opdracht van de Vogelbescherming toonde aan dat veel soorten al geholpen zijn als 15 tot 30 procent van het riet langere tijd blijft staan. En kolonievogels als purperreiger en lepelaar komen graag in grotere stukken oud riet.
In de Zouweboezem is alles te vinden. Sommige stukken riet blijven meer dan tien jaar staan, andere delen worden twee keer in de vijf jaar weggehaald, maar dan wel twee jaar achter elkaar. De rietsnijders hebben niets aan de eerste oogst, vijfjarig riet is te vuil. Maar de tweede oogst kan zo het dak op.
De inkomsten die de rietsnijders mislopen, compenseert het Zuid-Hollands Landschap met andere klussen. Het maaien van dijken of het knotten van wilgen. Hiervoor betaalt de stichting een uurloon. Elk jaar opnieuw worden hierover afspraken gemaakt. Dit overleg heeft een eind gemaakt aan jaren van procederen, zegt Terlouw. ,,De rietsnijders hebben pachtrechten en wilden alles snijden. Maar de Zouweboezem is ook beschermd moerasgebied, waar rekening gehouden moet worden met de vogels. Het is heel prettig dat er nu geen herrie meer is.''