Misleidende claim over 'diervriendelijk' bontkraagje aan parka
Het Nederlandse kledingmerk Airforce beweert onterecht dat de bontkraag aan de capuchonrand van zijn jassen diervriendelijk is. Het bedrijf heeft geen enkele onderbouwing bij de claim dat het bont, afkomstig van wasbeerhonden, ethisch en verantwoord is.
Dit heeft de Reclame Code Commissie bepaald, naar aanleiding van een klacht door dierenbeschermingsorganisatie Bont voor Dieren. Het merk, populair onder tieners, moet stoppen met de oneerlijke reclameteksten over zogenaamd verantwoorde productie, op labels aan de jassen.
“Volstrekte onzin”, reageert directeur Dennis van den Hoorn van het kledingbedrijf uit Zandvoort, dat twee winkels heeft maar vooral online verkoopt. De ondernemer gaat in bezwaar bij de reclamewaakhond. De Bont voor Dieren kan volgens de ondernemer ‘gewoon niet hebben’ dat zijn bontjassen aftrek vinden. “Wij worden nu aangepakt, terwijl we juist laten zien dat we verantwoord Chinees bont inkopen.” Andere populaire aanbieders van bontkraagjassen, zoals Woolrich Nickelson, maken geen duurzame claims over hun bontjes – ook wel afkomstig uit de coyotejacht.
Misleidend
Directeur Nicole van Gemert van Bont voor Dieren is blij met het oordeel van de reclamewaakhond. “Want jongeren lopen nu rond met een kraagje aan hun jas, waarvan ze denken dat die diervriendelijk is.” De Reclame Code Commissie vindt het kwalijk dat consumenten misleidende informatie krijgen bij hun aankoop.
In de Chinese regio Tongxiang, waar ook Airforce bont inkoopt, zou sprake zijn van grote misstanden. Wasbeerhonden worden onder erbarmelijke omstandigheden in kooifokkerijen gehouden en op soms gruwelijke wijze gevild en gedood. De regels voor dierenwelzijn zijn zouden ondermaats zijn. Controle is er ook nauwelijks, aldus Van Gemert.
Airforce-directeur Van den Hoorn zegt dat er geen importverbod bestaat op wasbeerhondenbont. Maar bewijs dat er geen misstanden zijn heeft hij niet. “Onze dieren worden natuurlijk niet doodgekieteld. Dat is helder. Maar ja, ik sta er natuurlijk niet naast als die beesten worden gevild.”