Minister moet opnieuw beoordelen of nabestaande toegang krijgt tot archief vliegramp

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap moet een nieuwe beslissing nemen over het verzoek van een nabestaande van de KLM-vliegramp uit 1961 om toegang te krijgen tot documenten in het archief. De Raad van State vindt zichzelf niet bevoegd de knoop door te hakken.

De dochter van een van de inzittenden van het Nederlandse verkeersvliegtuig dat vlak na het opstijgen neerstortte bij Lissabon, stapte naar de rechter toen haar verzoek tot inzage door de archivaris van het Nationaal Archief werd afgewezen. De rechtbank gaf haar gelijk: de belangen van haar als nabestaande om meer te weten te komen over de oorzaak van het ongeluk wegen zwaarder dan het belang van geheimhouding. De minister van infrastructuur en waterstaat ging in hoger beroep. Zij vreest dat het openstellen van het archief met daarin onder meer privégegevens van betrokkenen en transcripten van de voicerecorder uit de cockpit, nadelige gevolgen kan hebben voor onderzoeken naar vliegrampen in de toekomst. Bovendien is ze bang voor precedentwerking.

Volgens de Raad van State had de rechtbank gelijk toen het besluit van de archivaris van tafel werd geveegd. Maar de rechter had vervolgens niet zelf een belangenafweging mogen maken. Dat is aan de minister van OCW, verantwoordelijk voor het Nationaal Archief. Hoewel van sommige gegevens bij voorbaat al vaststaat dat ze voorlopig nog geheim blijven, zoals de voicerecorder van de piloten, zitten er wel degelijk documenten tussen waar de nabestaande mogelijk inzage in kan krijgen, aldus de hoogste bestuursrechter.

Bij de vliegramp in mei 1961 kwamen alle 61 inzittenden om het leven. Wat er precies is gebeurd, is nooit duidelijk geworden.

Lees ook:

Nabestaande van vliegramp in 1961 stapt naar de Raad van State om toegang tot archief

Bijna 60 jaar geleden stortte een DC 8 van KLM neer in de Atlantische Oceaan bij Lissabon. Een nabestaande eist toegang tot het archief waaruit de toedracht van het ongeluk moet blijken.