Minimumloon staat internationaal weer op de agenda
Amerika en Duitsland willen de minimumlonen optrekken om de armoede te bestrijden. Tegenstanders zijn bang dat een hoger minimumloon banen vernietigd.
Duitsland is het grote economische voorbeeld in de Europese Unie. Afgunstig kijken zuidelijke, maar ook noordelijke lidstaten als Nederland, naar de Duitse groeicijfers. In tegenstelling tot Nederland en veel andere Europese landen, kent Duitsland momenteel geen minimumloon. Daar moet verandering in komen, en wel vóór de verkiezingen in september, aldus de CDU/CSU.
De partij maakt het minimumloon tot inzet van de armoedebestrijding. Momenteel werken 6 tot 8 miljoen Duitsers voor minder dan 8 euro per uur. Ondanks hun voltijdsbanen moeten zij bij gemeenten aankloppen voor aanvullende bijstand omdat zij onder het bestaansminimum leven. 'Onwaardig', zo oordeelt de sociaaldemocratische SPD.
De liberale coalitiegenoot van het CDU, de FDP, is fel tegen het minimumloon. Deze partij benadrukt het economische belang van (de afwezigheid van) het minimumloon. Als arbeid te duur wordt, gaan banen verloren, betogen zij. Nu kent Duitsland wel een vorm van een minimum beloning per sector, maar in sectoren met veel internationale concurrentie bestaan dit niet.
Deels is dat de formule achter het Duitse economische succes. Toch kennen de groeicijfers ook een schaduwzijde; toenemende armoede. Het aantal Duitsers dat rond de armoedegrens leeft, ligt rond de 16 procent, wat ongeveer even hoog is als in België waar het minimumloon vorig jaar 1443 euro bedroeg. En dat is weer te veel, oordeelde de OESO vorige maand. "Om jongeren beter in te schakelen moeten ze langer voor een lager minimumloon kunnen werken", adviseerde de OESO.
Nederland kent overigens een vergelijkbaar minimumloon als België, maar omdat het loon in België over het algemeen lager ligt, ontvangen Belgische werknemers relatief meer dan hun Nederlandse collega's.
In de Verenigde Staten bedraagt het federale minimum uurloon 7,25 dollar per uur. De staten kunnen daar individueel van afwijken, maar de meerderheid houdt de richtlijn uit Washington aan. Net als voor de Duitse FDP en CDU, ziet Obama in het minimumloon een manier om de armoede in zijn land te bestrijden. De 7,25 dollar van nu wil hij optrekken naar 9 dollar per uur, zei hij vorige week.
En dat is geen goed idee, vinden diverse economen, ondernemers en Republikenen. Zij gebruiken hetzelfde argument als de FDP in Duitsland. Verhoog de prijs van werkgelegenheid en je krijgt er minder van, stelde de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden John Boehner. Critici wijzen op de gevolgen van de laatste verhoging in 2009, toen 600.00 banen voor laagbetaalde tieners verdwenen zouden zijn. Uit werkgelegenheidscijfers blijkt dat momenteel ongeveer de helft van de 3,8 miljoen werknemers met een minimumloon jonger is dan 25. Die banen staan op de tocht, willen de critici daarmee zeggen.
De 9 dollar die Obama nu voorstelt is overigens nog niets vergeleken met de 21 dollar per uur die het Amerikaanse Center for Economic and Policy Research afgelopen week becijferde. Zij kwamen tot dat bedrag door het van de jaren '50 te koppelen aan de toegenomen arbeidsproductiviteit sinds die tijd.
undefined
