Minder lood, meer koper in het water
Milieu is 'uit', zo heet het. Maar is het milieu echt uit? Of is de aandacht verplaatst van het aankaarten van problemen naar de oplossing ervan? Op te lossen is er in elk geval nog genoeg. Deze weken belicht Trouw enkele alledaagse milieuproblemen.
Het afsluiten en vervangen van loden waterleidingen - een omvangrijke operatie die jaren duurt en honderden miljoenen kost - vloeit voort uit een aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Deze liet vorig jaar weten dat de huidige grens van 50 microgram lood per liter weliswaar voor volwassenen veilig is, maar dat voor de kwetsbaarste bevolkingsgroep (aanstaande moeders, flesgevoede zuigelingen en jonge kinderen) die waarde dient te worden aangescherpt tot tien microgram per liter. Dan is het gevaar weggenomen dat deze groep te veel lood binnen krijgt.
Vooruitlopend op de verwachte aanpassing van de EU-richtlijn uit 1980 en het Waterleidingbesluit van 1984 heeft de Vewin, de organisatie van de waterleidingbedrijven, besloten de overwegingen van de WHO serieus te nemen en de handen uit de mouwen te steken. Geert Vinke van de Vewin: “We hebben de bedrijven geadviseerd de dienstleidingen die nog van lood zijn, voor het eind van deze eeuw te vervangen. Het gaat om ongeveer 285 000 dienstleidingen tussen de hoofdleiding in de straat en de woning. Omdat lood na de tweede wereldoorlog in onbruik raakte en werd vervangen door het veel hardere koper en later kunststof, vinden we de loden dienstleidingen vooral in de oudere binnensteden. Den Haag heeft er nog de meeste - daar zal de operatie tot 2004 duren. De totale kosten worden geschat op 300 miljoen gulden.”
Daarmee is het probleem slechts gedeeltelijk de wereld uit. Want het merendeel van de loden waterleidingen zit binnenshuis, tussen de meter en de tappunten, en daarover heeft het drinkwaterbedrijf niets te zeggen. Vinke: “Het gaat om maximaal 850 000 woningen, veertien procent van het totaal. Sanering van die leidingen gaat de huiseigenaren minstens een miljard kosten. Verwijdering gaat vaak gepaard met een fikse brekerij. Daar staat tegenover dat het om huizen gaat, die ouder dan 50 jaar zijn; vervanging kan vaak worden meegenomen met groot onderhoud of renovatie.”
De enige die iets over die leidingen in huis kan zeggen, is de minister van milieu. De regering beraadt zich nog over de norm en verkent in overleg met de Vewin de mogelijkheden tot vervanging van de loden binnenleidingen. De vraag is of vervanging al dan niet aan een termijn wordt gebonden en of de huiseigenaar subsidie krijgt. Zo'n subsidie kan (deels) worden opgebracht door een solidariteitsheffing.
In afwachting daarvan heeft de Vewin alvast bewoners van huizen met loden leidingen geadviseerd de leidingen, nadat het water enige tijd heeft stilgestaan, door te spoelen. Afhankelijk van de lengte van de leidingen en de grootte van het huis een tot twee minuten, dat wil zeggen: negen tot 18 liter.
Vinke: “Het is een advies dat slechts beperkt geldt: alleen voor consumptiewater dat is bestemd voor zwangere vrouwen en kinderen tot zes jaar. En spoel het water niet door, maar gebruik het om de planten te begieten of voor de afwas.”
Wanneer het lood wordt vervangen, dringt zich de vraag op: waarmee? Met koper? Ook dat lost, afhankelijk van de agressiviteit van het water, op en dat heeft nadelige milieu-effecten. Het koper blijft deels achter in het zuiveringsslib, dat daardoor niet meer op het land kanworden gebracht en komt deels met het effluent van de rioolwaterzuivering in het oppervlaktewater terecht, waar het giftig is voor waterorganismen.
Vinke: “Drinkwaterbedrijven zijn meer en meer milieubedrijven geworden, die drinkwater zien als een deel van een kringloop. Als drinkwaterproducent wil je niet elders in die kringloop problemen veroorzaken. Een van de mogelijkheden is centrale ontharding. Het water wordt niet alleen zachter, maar ook het metaaloplossende vermogen neemt af. Dus: minder lood en koper aan de tappunten. Door de groei van het kopernet (meer huizen, meer tappunten) wordt dit voordeel echter weer deels tenietgedaan.”
Daarom, zegt Eco Matser van Natuur en Milieu, “moet je overstappen op leidingen van een ander materiaal. Uit vergelijkend onderzoek naar waterleidingmaterialen blijkt dat polyethyleen, PE, wat het milieu betreft verreweg het beste uit de bus komt. Je bent dan ineens twee stappen verder.”
Klopt, antwoordt Geert Vinke, “maar het is nog de vraag of PE voldoet aan de eisen van de drinkwatervoorziening. Kunnen er andere stoffen doorheen dringen, hoe duurzaam is het, hoe zit het met de installatie? Die vragen worden nog onderzocht.”