Minachting voor de ruggegraatloze papzak

interview| Roman over obesitas Afvallen lijkt een vrouwending. Toch heeft Renate Dorrestein het op de dikke man gemunt. Haar nieuwe roman, die morgen verschijnt, speelt zich af in een chique obesitaskliniek met man cave.

IRIS PRONK

Je hebt mannen die zo dik zijn dat ze hun eigen tenen niet meer kunnen zien. En die toch denken dat ze onweerstaanbaar zijn voor vrouwen. Renate Dorrestein is vilein in haar beschrijving van het type: de rijke aannemer met tientallen kilo's overgewicht, die de wereld in zijn zak denkt te hebben. Zijn gezicht rijst op "uit een kraag van onderkinnen", hij heeft "vingers als hotdogbroodjes"en "overbloezend vlees". Dat verhindert de man niet om seksueel getinte opmerkingen te maken tegen Nadine, de hoofdpersoon van Dorresteins nieuwe, kluchtachtige roman.

Die heet 'Zeven soorten honger' en speelt zich af in het William Banting Instituut, een afvalkliniek voor mannen. Zo chic is die kliniek dat niemand het woord 'afvallen' zelfs maar in de mond neemt: dat is 'te plat, te eenduidig'. De rijke clientèle spreekt liever van een 'verandering van leefstijl'. Die houdt in: veel sporten en nauwelijks eten in een villa met statig bordes, sauna, tennisbaan én man cave. 's Avonds krijgen de mannen een lezing over klassieke muziek of de schilderijen van Rembrandt. Voedsel voor de geest, terwijl de magen knorren.

Lukt het ze om hun overgewicht daadwerkelijk kwijt te raken, deze mateloze selfmade mannen, "afkomstig uit een lange lijn van plaggenhuttenbewoners die zich tegen de keer hebben opgewerkt tot breugeliaans geschrans"?

Ja. Alle klanten verlaten het William Banting Instituut tientallen kilo's lichter. Eigenares Nadine en haar man bedachten namelijk een succesformule: iedere deelnemer stort een borg ter grootte van één netto jaarsalaris. Dat (enorme) bedrag krijgt hij alleen terug als hij zijn zelf gekozen doel heeft behaald: dertig, veertig, vijftig kilo eraf.

De schrijfster dankt het idee aan Dirk, een kennis die fortuin maakte op de Wallen, waar hij panden en peeshokken bezat. "Een kleurrijke man. Tijdens een vakantie in Spanje zijn mijn vriend en ik een kop koffie met hem gaan drinken op een terras. We bleven maar koffie drinken, het was ver na lunchtijd en ik had vreselijke trek. Dus ik zei: zullen we wat bestellen? 'Nee', zei Dirk, 'ik eet niet'. In een half jaar tijd was hij zestig kilo afgevallen, hij beschreef het in vurige termen: 'Het was een hel, Renate, een hel. Ik had gewed om een miljoen. Als ik gewed had om een half miljoen, had ik het niet volgehouden.' Toen ik even later naar de wc ging, dacht ik: boink, dit is mijn verhaal."

Dat lag nog wel een paar jaar "in haar achterhoofd te marineren", vertelt Dorrestein in haar woonkamer in Aerdenhout, want eerst zat ze op een verkeerd spoor: haar obesitaspatiënten moesten aanvankelijk het liefste wat ze hadden als onderpand geven. Hun auto, hun vrouw en kinderen. Maar dat bleek verteltechnisch te ingewikkeld. "Uiteindelijk bedacht ik: voor Dirk was het liefste zijn geld. Het gaat mijn hoofdpersonen ook gewoon om de pegels."

In diezelfde tijd zag de schrijfster de publieke belangstelling voor eten 'krankzinnig' groeien. "Je kunt de tv niet aanzetten of er staat een kok te koken, het aantal foodblogs is niet te tellen, ook voor mensen in mijn eigen omgeving bleek koken ineens een cultus te zijn. Eten schoof op naar de voorste linies van het publieke leven. Wat ik heel erg vreemd vind."

Wat stoort u eraan?

"We hebben nog altijd te maken met een wereld die voor een groot deel gebrek lijdt. Pas geleden was het nieuws dat 45 miljoen mensen in Zuidelijk Afrika met de hongerdood worden bedreigd. Tegelijkertijd generen we ons blijkbaar niet dat we zelf bij een ambachtelijke vleesjuwelier voor goud geld vlees kopen en dat geld dus niet overmaken naar Afrika. Dat was één van de redenen waarom het idee van zo'n instituut, waarin volgevreten mensen hun eigen postuur moeten heroveren, zo bij me bleef hangen."

Wat is uw eigen relatie met eten?

"Die is heel ouderwets en doorsnee. Ik eet een keer per dag een boterham en een keer per dag warm en elke ochtend een bakje yoghurt."

Bent u dan een van die zeldzame vrouwen die een normale band met eten heeft?

"Mijn zusje had wel een heel problematische relatie met eten, ze had boulimia. Daardoor werd mijn oog er altijd naartoe getrokken, het speelt een belangrijke rol in mijn werk. Voedsel is ook een prachtige metafoor: het oerthema is eten of gegeten worden. Het gaat letterlijk over survival. Vrouwen zijn van oudsher de hoedsters en de voedsters, dat is voor mij ook altijd een belangrijk element geweest. De hand die in de kookketel roert is niet de hand die het geweer hanteert; dat soort feministische termen. In voedsel kwam voor mij altijd veel samen om over te schrijven.

"Maar voor mij persoonlijk is het geen ding. Ik ga niet op boerenmarkten in verse truffels knijpen. Ik hou ook niet uitgesproken van koken, ik doe het wel elke dag maar ik ben geen culinair zwaargewicht. Als we met onze vriendengroep eten, roept iedereen: Laat Renate de kaas maar doen. Daar kan niks mee mis gaan.

"En nee, ik snoep ook niet als ik stress heb. Ik róók."

Waarom zitten er alleen mannen in uw fictieve obesitaskliniek?

"Afvallen wordt altijd gepresenteerd als een vrouwending, toch zie ik in het wild heel wat mannen met overgewicht rondschuimen. Zeker in de sector zakenmannen, voor wie eten ook altijd een teken van welstand is geweest in plaats van een bron van schaamte. Dat de rijken dun zijn, is pas iets van de laatste tijd.

"Al schrijvend merkte ik dat ik alleen nog maar mannelijke gasten had en dat vond ik leuk. Dat heb ik zo gehouden."

Een van die dikke mannen brengt nota bene zijn dochter met anorexia mee naar het instituut. Waarom doet u dat?

"Ze kwam op mijn pad en ik dacht meteen: wat een fantastisch contrast. Zo'n kind dat het helemaal op wilskracht doet en die dikke papzakken die het allemaal hebben laten lopen. Zij is een uithangbord van zelfdiscipline, maar op een heel ziekelijke manier. Wat zij doet is net zo ongezond als je vol proppen. Het anorectische meisje in de obesitaskliniek, dat leverde een spannende confrontatie op."

Door dit graatmagere meisje gaat Nadine haar levenswerk in de afvalkliniek met andere ogen bekijken.

"Ja, Nadine ontdekt dat zij jaren van haar leven besteed heeft aan het aanmoedigen van ruggegraatloze, wandelende hammen; dat besef gaat aan haar vreten. Het begint ook tot haar door te dringen dat ze niet de op handen gedragen gastvrouw is die zij zichzelf altijd waande. Al haar klanten bekijken haar met wrok, want Nadine was degene tot wie zij zich moesten wenden toen ze op hun slapst en zwakst waren. Ze hebben haar moeten betalen om weer een normaal mens te worden. Zij was getuige van hun vraatzucht."

U beschrijft ze smakelijk, de ruggegraatloze papzakken. Nadine minacht ze op het eind. Ze schrijft hun overgewicht toe aan een gebrek aan wilskracht. Met die visie op obesitas kun je best veel mensen boos maken.

"We hebben ook nog een diëtiste aan boord, Sandra, die Nadine erop wijst dat obesitas ook genetische componenten heeft. Zij zorgt voor een tegenstem. Nadine slaat in de roman misschien wel op hol."

Denkt u zelf dat het dikke mensen aan wilskracht ontbreekt?

"Ik denk dat rokers de minste wilskracht hebben van iedereen, laat ik dat voorop stellen. Het was niet mijn bedoeling om over groepen mensen een oordeel uit te spreken, het ging mij meer om de verschijnselen van deze tijd. Obesitas zorgt voor veel ellende, dat zien we allemaal om ons heen en niettemin moeten er nog zes programma's over koken op de buis. Ik vind het interessant dat dit naast elkaar bestaat."

Kunnen we uw roman zien als een aanklacht tegen onmatigheid?

"Nee, dat denk ik niet. Het is een belangrijk thema in het boek, waarmee ik mijn personages onderbouw en richting geef. Maar ik wil geen statements doen over de werkelijkheid. Nadine is uitgekeken op haar werk en daarom gaat ze haar cliënten zwartgallig bekijken. Het zou mij echt verbazen als dikke mensen hier boos om zouden worden."

Bent u zelf tijdens het schrijven van uw afvalroman anders gaan eten? Ging u calorieën tellen of juist een extra eitje bakken?

"Ik heb geen weegschaal in huis, maar ik kan het voelen aan mijn kleren: ik ben een paar kilo aangekomen. Ik ben dikker geëindigd dan ik begon."

undefined

William Banting, afvalgoeroe avant la lettre

Vanwege zijn 'Letter on Corpulence, Addressed to the Public' (1863) geldt de Engelse zakenman William Banting als een van de eerste afvalgoeroes. In zijn open brief (nog te vinden op internet) vertelt hij hoe hij zelf de strijd won tegen 'het kwaad van obesitas, de vreselijke kwelling, parasiet op gezondheid en welzijn'. Op advies van een dokter at hij vier keer per dag een koolhydraatarme maaltijd, bestaand uit vooral groente, fruit, vlees en droge wijn. Suiker, bier, melk en boter stonden op de zwarte lijst. Banting was de inspiratiebron van de cardioloog Robert Coleman Atkins, bedenker van het beroemde Atkins-dieet. Renate Dorrestein koos hem als naamgever van haar fictieve instituut voor obese zakenmannen.

undefined

Renate Dorrestein

"Dit is mijn eerste roman waarin geen doden vallen", zegt Renate Dorrestein (62), schrijfster van meer dan dertig boeken. Daarin worden jonge meisjes verhandeld, raken baby's zoek, worden vaders en minaars vermoord, drijven geheimen geliefden uiteen en staan familieleden elkaar naar het leven. Dorrestein dringt graag door tot het duister in de mens.

Over haar zus, die boulimia had en een eind aan haar leven maakte, schreef ze in 'Het perpetuum mobile van de liefde' (1988) en in 'De blokkade' (2013). Dat laatste boek is een verslag van haar writer's block en hoe ze dat weer overwon. Daarna verschenen 'Weerwater' (2015), haar apocalyptische roman over Almere waarin bijna de hele mensheid sterft. Morgen wordt 'Zeven soorten honger' gepresenteerd.

"Die twee romans heb ik in elk geval aan het vagevuur ontrukt", zegt Dorrestein. Maar ze is nog niet verlost van de angst om niet meer te kunnen schrijven. "Ik denk niet dat ik ooit weer op volkomen safe terrein terechtkom. Ik weet nu dat het je altijd kan ontglippen. Ik loop als het ware met een slepend been. Maar ik loop weer."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden