Mijn vader liet zien dat oorlog niet het laatste woord heeft
Welk voorwerp staat op een ereplaats in uw huis, wat neemt u beslist mee als er brand uitbreekt? Misschien is het niet eens het kostbaarste wat u heeft. Vaak bepalen herinneringen en emoties wat ons dierbaarste bezit is.
Granaatkop van: Hans Neven (69)
In bezit sinds: 1989
Waarde: circa 0,50 euro
"Mijn vader en ik hebben deze granaatkop gevonden toen we in april 1984 de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog in België bezochten. We maakten een tocht in de omgeving van Ieper. Hier zijn tussen 1914 en 1918 bij felle gevechten honderdduizenden slachtoffers gevallen. Wat rest is een pokdalig landschap met betonnen bunkers, schuilplaatsen, loopgraven, mijnkraters en bomputten. Bizar en indrukwekkend.
De eerste avond zochten we een camping op en aten we nasi goreng uit blik. Een bitterkoude nacht volgde; het ijs zat op de tent en de auto. Gelukkig hadden we voor vertrek nog snel een extra deken van de vliering gehaald.
De volgende ochtend verkenden we de heuvelrug van Mesen en Wijtschate. Verroeste, lege shrapnelgranaten en half overwoekerde bunkerresten waar we ook maar keken. In een houten schuur was een soort museum ingericht. Het lag er vol roestige helmen, geweren, granaatkoppen en bajonetten. Op het terrein waren ze aan het werk in de schacht van een nooit ontplofte Duitse dieptemijn. In de oorlog werd zo'n mijn met tonnen springstof gevuld en, tegelijk met andere mijnen, onder de loopgraaf van de vijand tot ontploffing gebracht. De schok was volgens de verhalen tot in Parijs te voelen. Nu werd de schacht leeggepompt en met planken verstevigd, naar bleek om onderzoek mogelijk te maken - wellicht lagen er nog stoffelijke overschotten van Duitse soldaten.
Even verderop vonden we in pas gedolven aarde de kop van een ontplofte zware granaat. Mijn vader nam dit stuk oorlogsschroot mee als aandenken. Met zijn scherpe randen drukte de granaat voor mij de verschrikkingen uit van de oorlog, maar mijn vader heeft hem mooi gemaakt door het koper te poetsen en de binnenkant te verven. Ik heb hem nooit gevraagd waarom, maar hem kennende deed hij dat vanuit de gedachte en de hoop dat oorlog niet het laatste woord heeft. Misschien wilde hij zo ook laten zien dat het leven ook andere kanten heeft: kunst, liefde, vriendschap, mooie vormen. Die kijk op het leven verbond ons.
Na deze reis zijn mijn vader en ik samen nog naar Egypte en Israël geweest. In 1989 overleed hij, totaal onverwacht. Hij was pas 69, net zo oud als ik in september ben geworden. Ik heb de granaat toen mee naar huis genomen. Het ding ligt op een plank in mijn boekenkast. Ik kijk er elke dag wel even naar.
April vorig jaar maakte ik dezelfde tocht naar de slagvelden, nu samen met mijn zoon Arco en mijn broer Kees. Ook nu sliepen we in kleine tenten en maakten nasi goreng uit blik warm op een Butagasbrander. We dronken Nescafé, 's avonds met een scheut whisky omdat de nacht ijzig koud zou worden. Onze tocht eindigde weer bij Chemin des Dames.
In een bos met oude loopgraven vonden we tussen de verdorde bladeren twee granaten. Ze waren niet ontploft. Die hebben we wijselijk laten liggen."
undefined