Opvoedvraag
Mijn dochter maakt graag slijm, maar hoe zit het met die hoofdpijn?
Zit er een luchtje aan de slijmrage, of is het juist goed als kinderen middelen mixen en proefjes doen?
"Mijn dochter (11) maakt graag slijm", mailt een moeder. "Ik wist er vaag iets van door YouTube-filmpjes en omdat bij de Action alle lijm was uitverkocht." Op een middag kwam ze de meisjeskamer binnen en het rook er verschrikkelijk chemisch. Er stonden flesjes lenzenvloeistof, scheerschuim en lijm. "Mijn dochter was trots op het mooie slijm dat zij had gemaakt, met kleurstof en glitters, maar ze klaagde wel over hoofdpijn." Moeder heeft meteen het raam open gezet. "Mij lijkt dit niet gezond, van mij mag ze het niet meer binnen doen. Verder moet ze het in afgesloten bakjes bewaren." Dochter vindt dat ze overdrijft, maar is dat zo?
Arno Verweij is fan van kinderen die zelf aan het experimenteren slaan en stoffen mixen. "Ik ben nog geen kind tegengekomen dat dat saai vindt of stom." Hij schreef een dik Proefjesboek en maakt de site Proefjes.nl, voor kinderen vanaf 8 jaar. Experimenten moeten laagdrempelig zijn, vindt hij. "Kinderen moeten zelf aan de slag kunnen, zonder dure apparaten of materialen."
Slijm maken komt elke paar jaar terug, weet Verweij. Al verschilt de samenstelling. Smurfensnot - water met schuimend waspoeder - blijft in een boterhamzakje. De slijm die nu populair is, is dik, kleurig en met je handen uit te rekken, soms meters lang.
Bleek- en ontsmettingsmiddel
Hoe grootser en meeslepender, hoe leuker, snapt Verweij. Hij kent ook spectaculaire proeven waarbij er van alles sist, borrelt of knalt. Olifantentandpasta bijvoorbeeld, een combi van afwasmiddel, waterstofperoxide en jodide, gaat lekker schuimen. Toch staat dat niet op zijn site. "Waterstofperoxide is een bleek- en ontsmettingsmiddel, ik vind dat niet geschikt voor kinderen."
Slijm maken staat ook niet op zijn site. Verweij vindt de tekst op lenzenvloeistof en scheerschuim al veelzeggend: 'Buiten bereik van kinderen houden'. In zijn proefjes komen ook geen geneesmiddelen, alcoholische dranken of vuurwerk voor.
Als lenzenvloeistof in een oog kan, dan kan het toch nooit te heftig zijn? En als er kinderlijm op een verpakking staat, dan kun je kinderen er toch veilig mee laten klooien? Chemisch technoloog en oud-scheikunde leraar Marijn Meijer, is daar niet zo zeker van.
Hij is directeur van C3, een stichting die kinderen en jongeren laat kennismaken met chemie. Hij weet niet van elk product wat er precies in zit, maar dat moeder het vindt stinken en dochter hoofdpijn krijgt, zegt wel iets. "Je lichaam reageert vaak vanzelf op stoffen die niet gezond zijn. Gewoon je neus volgen eigenlijk." Hij denkt dat de chemische lucht van de lijm komt. "Als er aceton in zit bijvoorbeeld. Dat irriteert de slijmvliezen. Voordeel is dat het snel vervliegt, vooral als moeder haar dochter naar buiten dirigeert."
Ontsmettingsmiddel
De werkzame stof waar het bij slijm om draait is natriumtetraboraat of borax, een ontsmettingsmiddel. Het zit dus ook in lenzenvloeistof en bindt de langgerekte moleculaire ketens van lijm, maakt ze minder beweeglijk, legt Meijer uit. YouTube staat vol met alternatieve slijmrecepten, maar meestal mét borax. Probleem is dat de Amerikaanse voedsel- en warenautoriteit borax vorig jaar op de lijst met onveilige middelen heeft gezet, zegt hij. "Het kan op de lange termijn een verhoogd risico geven op kanker." Meijer wil niet meteen een rage om zeep helpen. Borax zit in veel bad- en huidproducten. Het gaat ook om lage concentraties. "Maar zolang zo'n autoriteit het afkeurt, willen wij het niet promoten."
Volgens Arno Verweij is maizena een goed alternatief. "Dat glijdt als een papje door je vingers, maar als je er in knijpt voelt het hard aan." Het gaat volgens hem om die verwondering. Ook Meijer vindt het ontdekken belangrijker dan kneden, glittervarianten maken en bewaren. Moeder moet vooral het experimenteren stimuleren, dus niet steeds slijm, maar nieuwe proefjes.
Beide mannen geven workshops aan leerkrachten, hoe zij zo'n onderzoekende houding kunnen stimuleren. De basisschoolleeftijd - dus ook 11 - is hét moment om interesse te kweken voor techniek. Jonge kinderen verzamelen informatie en houden alle opties open. Daarna beginnen ze studies en beroepen uit te sluiten, zeggen ze. En zijn ze misschien voorgoed verloren voor de wetenschap. Volgens Meijer is dat ook jammer voor de kinderen zelf, want met wetenschap krijgen ze toekomstbestendige skills. "Nieuwsgierig zijn, vragen stellen, en oplossingen zoeken."
Elke week behandelt Trouw een opvoedvraag. Lees hier het archief van de rubriek terug. Zelf een opvoedkwestie? Mail naar opvoedvraag@trouw.nl.