Migrantenkerken krijgen tips voor omgaan met mensenhandel
amsterdam – Koepelorgaan Samen Kerk In Nederland (SKIN) biedt migrantenkerken sinds gisteren hulp bij het omgaan met mensensmokkel. Met richtlijnen informeert de organisatie kerken over hoe ze slachtoffers kunnen opvangen en mensenhandel kunnen herkennen en bestrijden.
De actie maakt deel uit van een bredere strijd tegen mensenhandel, waar ook hulporganisaties als ICCO/Kerk In Actie en de Dienst Nationale Recherche aan bijdragen.
Migrantenkerken krijgen volgens de stichting meer dan andere kerken te maken met mensenhandel en -smokkel.
„Veel kerken beschermen slachtoffers”, zegt Francisca Folkertsma van SKIN in een persbericht.
„Bijvoorbeeld door ze onderdak te bieden en geestelijke hulp te verlenen. Ze hebben vaak enorme problemen: ze hebben geen geldige verblijfsdocumenten of zijn sterk getraumatiseerd.”
Voorganger Mozes Alakbe van het Amsterdamse Maranatha Community Transformation Centre heeft in het verleden slachtoffers geholpen bij rechtszaken. Op de vraag of mensenhandel een groot probleem is binnen de kerken reageert hij afhoudend.
„Onze kerk kent voor zover ik weet geen slachtoffers. En hoe het in andere kerken zit, weet ik niet. Ik kan niet voor anderen spreken.” Wel wordt hij regelmatig gevraagd door niet-kerkleden om geestelijke hulp te bieden. „Maar dat is niet omdat ik op dit gebied een specialist ben. Ex-slachtoffers kloppen niet alleen bij ons aan, ze gaan rond langs verschillende kerken.”
Het probleem van mensenhandel speelt ook lang niet alleen binnen migrantenkerken, vertelt Alakbe. „Alle kerken zouden hulp als deze goed kunnen gebruiken. Mensenhandel is een wereldwijd probleem. Natuurlijk hebben ook Nederlandse kerken daarmee te maken.”
Volgens Frank Engelsman van het recherchebureau Ultrascan bieden sommige kerken ook onderdak aan de illegale praktijken zelf. In februari zei hij in het Nederlands Dagblad dat Nigeriaanse mensensmokkelaars migrantenkerken gebruiken als infrastructuur. „Ze gebruiken kerken voor oplichtingspraktijken en richten zich voornamelijk op Amerikanen.” Maar, zo waarschuwde Engelsman daar ook, het laatste voorval waarvan hij wist, was in juli vorig jaar.
