Met een bul voor de klas

VVD wil een academische graad voor docenten in de bovenbouw van het vwo verplicht stellen. In het onderwijs zijn de reacties verdeeld. 'Een academische cultuur kan het vak aanzien geven.'

TEKST JORIS BELGERS

Ze zijn nu eenmaal met voorbereidend wetenschappelijk onderwijs bezig, dat die scholieren dus ook les krijgen van een academisch geschoolde docent zou vanzelfsprekend moeten zijn. Met deze redenering lanceerde VVD-kamerlid Pieter Duisenberg vorige week zijn plan om vanaf 2020 alleen nog maar universitair geschoolde docenten in de bovenbouw van het vwo les te laten geven. Waarom is dat wenselijk? En is het wel haalbaar?

Het plan kan rekenen op een Kamermeerderheid van VVD, PvdA, SP, PVV en D66, minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker stellen zich wat terughoudender op. Het ministerie van OCW streeft naar zoveel mogelijk hoogopgeleide docenten. Maar het verplichten van een universitaire graad vinden de bewindspersonen te ver gaan. Vind maar eens academisch geschoolde gymleraren, ook bij kunstvakken wordt dat lastig. Bovendien, zegt minister Bussemaker, zijn er zat getalenteerde hbo'ers die prima op het vwo les kunnen geven.

En dat ook al doen. "Ik hoop niet dat de Kamer nu wil zeggen dat kwalitatief goede leerkrachten met een hbo-diploma niet meer welkom zijn in het vwo. Dat is een belediging, of in elk geval een trieste diskwalificatie van heel veel docenten", zegt Marcel Wintels, bestuurslid van Vereniging Hogescholen en bestuursvoorzitter van hbo-instelling Fontys. Hij verzet zich stevig tegen de tweedeling tussen een 'eersterangs' academische en een 'tweederangs' hbo-geschoolde docent, wat het voorstel van Duisenberg volgens Wintels met zich meedraagt.

Het aantal academisch opgeleide leraren neemt af, de uitstroom van academisch geschoolde docenten wordt steeds groter. Van Wintels mogen universiteiten best meer leraren afleveren. Maar hij bestrijdt dat dit per definitie betere docenten zijn.

Wel verschillen ze van elkaar. "Een academicus die natuurkunde heeft gestudeerd noemt zichzelf natuurkundige, iemand met een lerarenopleiding natuurkunde ziet zichzelf als docent", zegt hoogleraar onderwijskunde Cok Bakker. "Op de universiteit volg je een vak, je studeert daarin af en plakt er vervolgens je lesbevoegdheid achteraan. Terwijl je op het hbo al vanaf het eerste moment met lesgeven bezig bent." Daardoor krijg je een ander type leraar, meent de aan de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht verbonden onderwijskundige.

Andere aanvliegroute
Bakker, zelf met onderwijservaring in het hbo, durft best te zeggen dat een hbo'er meer aandacht heeft voor de didactische en pedagogische kant van het onderwijs, terwijl universitair geschoolde docenten vaak meer vakinhoudelijke kennis hebben. De vraag is alleen of dat accentverschil voor het vwo uitmaakt. Academici hebben een aantal zaken voor op hbo'ers, zegt Bakker. Het uitdragen van onderzoeksvaardigheden, een kritische benadering, de uitdaging een hypothese van twee kanten te bekijken bijvoorbeeld. "Een docent is op een heleboel fronten een rolmodel. Voor een vwo'er is het prettig iemand voor zich te hebben die de academische cultuur belichaamt."

Ook Wintels herkent de smaakverschillen tussen hbo- en wo-opgeleide docenten. "Het is een andere aanvliegroute. Maar de één is niet beter dan de andere. De ene vwo-school is wetenschappelijker georiënteerd dan de andere. Daarom zou de politiek de keuze aan de scholen moeten laten om te kiezen wat voor type docent het beste bij hen past."

Daarbij is het de vraag of het plan-Duisenberg praktisch haalbaar is. Rector Henk van Ommen van het Baarns Lyceum snapt de gedachte achter het plan. Maar de rector verzet zich tegen de volgens hem onrealistische verplichtstelling. De rector krijgt op zijn school vacatures voor vakken als Duits, wiskunde en natuurkunde moeilijk gevuld. "Als we hogere eisen gaan stellen, wordt dat nog lastiger."

Zijn collega Sjoerd van de Berg van het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum is het daar niet mee eens. Hij is van mening dat een docent die in het hoogste segment van het voortgezet onderwijs wil werken, ook bereid moet zijn de hoogst mogelijke lerarenopleiding af te ronden. Hij vindt het niet meer dan logisch, en wijst erop dat het vroeger normaal was dat vwo-docenten een bul hadden. Dat academisch opgeleiden minder pedagogisch onderlegd zijn, dat gelooft hij niet zo. "En ook al was dat zo: wij nemen alleen docenten aan waarbij ook de didactisch-pedagogische kant in orde is."

Volgens onderwijskundige Bakker zal de omslag niet eenvoudig zijn, maar wel mogelijk. "Mits de capaciteit van de wetenschappelijke lerarenopleidingen flink wordt uitgebreid." Is hij niet bang dat academici worden afgeschrikt door het salaris? "Mogelijk, maar een salaris is niet alles. Er zijn ook andere typen beloningen, zoals het aanzien van een beroep."

Juist dat belabberde aanzien schrikt academici nog meer af, denkt Bakker. En daarmee komt hij op een positief neveneffect van het VVD-voorstel. "Kijk naar Finland, met alleen academici voor de klas. Niet alleen scoort het onderwijssysteem daar enorm goed, ook is het aanzien van het leraarschap hoog. Stel nou dat er straks op het vwo zo'n mooie academische cultuur ontstaat, dan wordt het veel aantrekkelijker om leraar te worden."

Toch zijn er volgens Wintels andere mogelijkheden om het niveau van docenten op te krikken. Bijvoorbeeld door meer vwo'ers richting de hbo-lerarenopleiding te krijgen. "Wat is er mis met een vwo'er die hoge punten haalt op zijn eindexamen, die cognitief op hetzelfde niveau zit als zijn vriend op de universiteit, maar die dolgraag leraar wil worden en daarom op het hbo zijn eerstegraads bevoegdheid haalt? Waarom zou die niet een volgende generatie vwo'ers inspirerend onderwijs kunnen geven?"

Hogere instroomeisen
Er zijn volgens Wintels te veel vwo'ers die eigenlijk niet de wetenschap in willen, maar toch een universitaire studie gaan doen. De opgave is dus het hoger beroepsonderwijs aantrekkelijker te maken voor vwo'ers. Hoe? "De instroomeisen zouden omhoog moeten. Om vwo'ers te trekken zijn we bij de pabo bezig met het inrichten van speciale vwo-klassen. Zodat die versneld de opleiding kunnen volgen, of een dubbele graad kunnen halen. Kun je meer, dan moet dat ook mogelijk zijn."

Wintels wil Pieter Duisenberg graag uitnodigen om bij Fontys langs te komen. "Om het niveau van onze eerstegraads hbo-docenten-in-opleiding te bekijken. Ik denk dat hij onder de indruk zal zijn."

Hoogste klassen
In Nederland werken ruim 75.000 leraren in het voortgezet onderwijs. Van hen heeft volgens het ministerie van OCW bijna 17 procent een hbo-masteropleiding, een kwart van het totaal heeft een academische bul op zak. Bij het vwo zijn dat er een stuk meer: bijna zes uit de tien docenten die in de bovenbouw voor de vwo-klassen staan, heeft een universitaire opleiding afgerond. Een kwart van de docenten die in het vwo voor de hoogste klassen staan, heeft een hbo-opleiding genoten. Gepromoveerden in het voortgezet onderwijs zijn schaars: in totaal heeft 1,4 procent een proefschrift afgerond. Wel zijn er daar in het vwo weer meer van te vinden: daar ligt dat percentage op vier procent.

Op het Baarnsch Lyceum, een school met havo, vwo en gymnasium, wordt het werk van kunstenaar Armando besproken. Waar vind je een academisch geschoolde kunstdocent?

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden