Met de nieuwe premier keert de rust terug in Ethiopië
De verkiezing van Abiy Ahmed tot nieuwe leider brengt kalmte in Ethiopië, na maanden van grote onrust.
Met de verkiezing van Abiy Ahmed tot toekomstige premier van Ethiopië hebben de hervormers het gewonnen van de hardliners. Het politiek en etnisch verscheurde Afrikaanse land is hiermee, in elk geval voorlopig, in kalmer vaarwater terechtgekomen, na maanden op de rand van een burgeroorlog te hebben verkeerd. Ahmed is een Oromo, de grootste bevolkingsgroep, die de afgelopen drie jaar de heftige protesten aanvoerde tegen de autocratische regering en meer democratie eiste.
Ahmed werd maandagavond met 60 procent van de stemmen gekozen tot voorzitter van het Ethiopische Revolutionaire Democratische Volksfront (EPRDF). Deze coalitie van vier partijen, die langs etnische lijnen zijn gevormd, beheersen het parlement. De verkiezing van Ahmed zal naar verwachting door een stemming in het parlement worden bekrachtigd, waarna hij automatisch premier wordt.
Oppositiepolitici en activisten verwelkomen Ahmed, maar zien hem niet direct als het wondermiddel tegen alle kwalen van Ethiopië. "Het gaat niet om de persoon. Het gaat erom of hij fundamentele veranderingen kan aanbrengen binnen de regering", zegt hoofdredacteur Tsedale Lemma van de Addis Ababa Standard. Ahmed sprak zich eerder dit jaar uit voor politieke hervormingen en meer vrijheid van meningsuiting. Daarmee werd de 41-jarige Ahmed populair onder de demonstranten, van wie de harde kern bestaat uit jongeren. De vraag is alleen hoeveel speelruimte hij krijgt om de EPRDF en de regering te democratiseren.
Hoe groot de verdeeldheid is, blijkt wel uit de lange tijd die het kostte om tot een keuze te komen binnen de EPRDF. Al half februari was Hailemariam Desalegn afgetreden als premier, nadat zijn toch al zwakke positie onhoudbaar was geworden toen hij aankondigde politieke gevangenen vrij te laten. Hardliners moesten daar niets van weten. Dat veroorzaakte grote verwarring. De ene dag werden oppositieleiders, activisten en journalisten vrijgelaten, terwijl de volgende dag opnieuw critici werden opgepakt.
Sinds de EPRDF in 1991 aan de macht kwam, werd de coalitie altijd gedomineerd door de Tigreeërs, een kleine bevolkingsgroep die 6 procent uitmaakt van de bijna 100 miljoen Ethiopiërs. De Oromo voelen zich al decennia politiek gemarginaliseerd en ook bij andere volken groeide de laatste jaren de afkeer tegen de Tigreeërs, die niet alleen veel politieke macht in handen hadden maar ook de baas waren in het leger en het veiligheidsapparaat, die in Ethiopië vaak het laatste woord hebben.
Moord
Die aversie tegen de Tigrese dominantie uitte zich de afgelopen maanden in de moord op willekeurige leden van de bevolkingsgroep die verbleven in het woongebied van de Amhara, het tweede grootste volk, dat ook aan de protesten meedoet. Protesterende Ethiopiërs willen zich vertegenwoordigd zien in het parlement dat nu een verlengstuk is van de regering en de coalitie.
"Ik hoop dat Ahmed de macht van de partij kan beperken en ervoor zorgt dat het parlement onafhankelijk kan opereren. De volgende verkiezingen in 2020 zullen het bewijs moeten leveren", twitterde een Ethiopische activist gisteren.
Echte democratie is een nagenoeg onbekend fenomeen voor Ethiopiërs. Het Oost-Afrikaanse land heeft in zijn lange en rijke geschiedenis nooit werkelijk democratie gekend. Niet toen het eeuwenlang een keizerrijk was, niet onder het communistische bewind dat daarop volgde, en niet onder de EPRDF. Maar de geest is wel uit de fles.
Ethiopiërs willen inspraak bij politieke beslissingen en een betere verdeling van economische groei. De overheid claimt jaarlijks een economische groei van 11 procent. Maar een groot deel van de bevolking merkt daar weinig of niets van. De Amerikaanse hulporganisatie USAid voorspelt dat dit jaar 8 miljoen Ethiopiërs dringend voedselhulp nodig hebben.
Premier Abiy Ahmed
Abiy Ahmed, zoon van een islamitische vader en een christelijke moeder, groeide op in Jimma in Oromia, het woongebied van de Oromo-bevolkingsgroep. Op 14-jarige leeftijd nam hij deel aan het verzet tegen het communistische bewind. Na de val ervan ging hij in het leger, waar hij zich specialiseerde in inlichtingen en communicatie. Hij schopte het tot officier.
Terwijl hij nog in het leger was begon hij aan een studie op het Instituut voor vrede en veiligheidsvraagstukken in de hoofdstad Addis Abeba. Later studeerde hij ook in de VS en Groot- Brittannië.
Hij was medeoprichter van het Internet Security Agency, een overheidsorganisatie die niet alleen probeerde om Ethiopië op IT-gebied te ontwikkelen, maar ook de afwijkende mening onder de bevolking te controleren.
Acht jaar geleden begon hij zijn politieke loopbaan bij de OPDO, de Oromo Democratische Volksorganisatie, een van de vier partijen die de EPRDF-coalitie vormen. Nadat premier Desalegn in februari opstapte, werd hij tot voorzitter gekozen van de OPDO. Daarmee werd de weg geëffend om mee te dingen naar het premierschap.