Met 790.000 bewoners zijn vinexwijken een succes

Ondanks het slechte imago zijn er meer Nederlanders in vinexwijken gaan wonen dan in 1991 werd gedacht, toen de plannen hiervoor op tafel kwamen. Uit cijfers die het CBS vandaag publiceert, blijkt dat bijna 790.000 mensen in deze nieuwbouwwijken wonen. In 1991 werd rekening gehouden met 645.000 mensen.

Planoloog Jeroen Niemans van onderzoeksorganisatie Platform31 vindt dat een verrassende uitkomst. "Het beeld van die wijken is immers dat niemand daar wil wonen. Als nu blijkt dat daar zo'n twintig procent meer mensen wonen dan aanvankelijk gepland, kun je dat wel een succes noemen."

Zoals wel te verwachten was, is een kwart van de bewoners van vinexwijken jonger dan vijftien jaar, terwijl dat in grote steden 17 procent is. Ouderen zijn veel minder in deze wijken te vinden. Zeven procent is hier 65-plus, terwijl dat percentage voor Nederland op 17 ligt.

Vinexwijken bestaan voor meer dan de helft uit jonge gezinnen met kinderen. In grote steden is slechts een derde van de huishoudens een gezin met kinderen.

In tegenstelling tot het beeld zijn vinexwijken volgens de cijfers van het CBS geen 'witte wijken'. Van de inwoners blijkt 17 procent van niet-westerse afkomst, gemiddeld in Nederland is dat 12 procent.

Opvallend daarbij is dat relatief veel mensen van Surinaamse komaf in deze nieuwbouwwijken wonen, veel meer dan mensen met een Turkse of Marokkaanse afkomst.

"Surinamers wonen hier alweer een tijdje. Je ziet dat als je maar lang genoeg in Nederland woont je vanzelf een huis met tuin in een vinexwijk wil", zegt Niemans.

Volgens Niemans moeten we goed leren van de vinexwijken. "We zeggen dat we vinexwijken niet meer willen, maar het is de vraag hoe dan wel.

"Het CBS becijferde onlangs dat we op termijn een miljoen nieuwe huizen nodig hebben. Als ik in een stadsbestuur zat, zou ik wel willen weten hoe die nieuwe huizen er dan uit moeten zien. Misschien waren die vinexwijken zo gek nog niet."

undefined