Merkel pleegt Etikettenschwindel
CDU-plan lijkt te gaan over minimumloon voor iedereen, maar draait om cao-lonen
Het klonk als groot nieuws. De CDU van bondskanselier Angela Merkel verkondigde "dat er nog vóór de Bondsdagverkiezingen op 22 september een verplicht minimumloon komt in Duitsland". Als dat waar is, betekent dat een revolutie. Want de christen-democraten hebben zich altijd heftig tegen een wettelijk minimumloon verzet.
Maar het is niet waar. De CDU heeft alleen maar een oude boodschap ter gelegenheid van de verkiezingen zodanig opnieuw verpakt dat die ineens lijkt op de boodschap van de oppositie. Zoals de voorzitter van de SPD, Sigmar Gabriel, terecht opmerkt: hier is sprake van 'Etikettenschwindel'. Oftewel bedrog met etiketten: er zit niet in wat erop staat.
Merkel heeft het inderdaad soms over 'minimumloon', maar meestal drukt ze zich preciezer uit en zegt ze: 'loonondergrenzen'. 'Minimumloon' suggereert dat ze hetzelfde zou willen als wat in de meeste andere Europese landen gebruikelijk is. Maar een wettelijk vastgelegd minimumloon voor alle werknemers in alle bedrijfstakken wil Merkel helemaal niet.
Merkel wil wat de christen-democraten al sinds de jaren vijftig willen, sinds de jaren van Ludwig Erhard en de zogeheten 'sociale markteconomie'. Merkel wil niet dat de staat één minimumloon vastlegt, ze wil dat de sociale partners voor verschillende branches en verschillende regio's verschillende loonondergrenzen vaststellen.
Dat idee presenteerde minister van sociale zaken Ursula von der Leyen al in maart vorig jaar. Dat was toen een compromis tussen de algehele wens van een minimumloon en de categorische afwijzing daarvan door coalitiepartner FDP. De autonomie van de sociale partners blijft gehandhaafd. Het enige wat de staat doet is de vrijwillig overeengekomen cao's kracht van wet geven.
Het nieuwe aan het voorstel is dat de staat het initiatief neemt om in de bedrijfstakken waar nog geen cao bestaat, commissies in te stellen die daarvoor moeten gaan zorgen. Naar schatting 40 procent van de werknemers in Duitsland is in sectoren werkzaam waar geen cao is afgesloten.
In die sectoren worden lonen betaald waar werknemers niet van kunnen rondkomen, ook al werken ze fulltime. De overheid moet dan te hulp schieten. Jaarlijks geeft de Duitse staat meer dan 10 miljard euro uit aan aanvullende bijstand voor mensen die te weinig verdienen. Zo subsidieert de overheid de onderkant van de economie.
De bestaande cao's in Duitsland vormen een bonte lappendeken. In de bouwsector en in de mijnbouw liggen de loonondergrenzen ver boven de 11 euro per uur. In andere branches variëren ze van ruim boven tot ruim onder de 8,50 euro per uur, het door de oppositie verlangde minimumloon. Bovendien liggen de ondergrenzen in oostelijke deelstaten aanzienlijk lager dan in westelijke.
Merkels voorstel maakt geen einde aan die wirwar van 'loonondergrenzen'. Het is ook geen keiharde politieke belofte. Het is niet meer dan een dwingend appèl aan werkgevers en werknemers om met voorstellen voor loonondergenzen in de ongeregelde bedrijfstakken te komen. Daarom laat Merkel zich ook niet uit over de hoogte van de ondergrens.
De kwestie van het minimumloon gaat een van de grote thema's worden in de verkiezingsstrijd. Het initiatief van Merkel past in haar strategie om zich duidelijker tegenover coalitiepartner FDP te profileren. De liberalen blijven bij hun standpunt dat een minimumloon te veel banen kost.
Oppositiepartijen SPD en Groenen willen het thema optimaal uitbuiten. Het minimumloon is de achilleshiel van de CDU. Volgens een recent onderzoek zijn negen van de tien Duitsers voorstander van een minimumloon. Ook onder CDU-kiezers is een grote meerderheid voor een wettelijk vastgelegde ondergrens.
Om druk op de ketel te zetten zal de oppositie in de Bondsraad, de Duitse Eerste Kamer, een wetsvoorstel voor een minimumloon indienen. Een eerdere poging daartoe strandde. Maar sinds de recente verkiezingen in Nedersaksen hebben SPD en Groenen nu de meerderheid in de raad.
undefined