Mekka van de wapenhandel
Het Oost-Europese Transnistrië wordt door geen enkel land erkend. Dat stoort de Transnistrische machthebbers allerminst; niet erkend worden kan erg lucratief zijn. Voor terroristische organisaties is Transnistrië het Mekka van de wapenhandel.
De Europese Unie overweegt een vredesmacht te sturen naar Transnistrië, een mini-staatje in Oost-Europa dat al jaren vecht voor onafhankelijkheid. Daarmee zou de EU zich in een ingewikkeld conflict storten; de Transnistrische machthebbers vechten immers niet alleen voor volk en vaderland, maar ook voor hun eigen business: wapenleveranties aan terroristische organisaties.
Midden in Tiraspol, de hoofdstad van Transnistrië, staat het enorme Huis van de Sovjets, het administratief centrum. Dit is het belangrijkste gebouw van Transnistrië: Voor het gebouw staat de belangrijkste man uit de wereldgeschiedenis, volgens de lokale machthebbers althans. Vladimir Lenin kijkt, staande op een metershoge sokkel, uit over straten met namen als Ulitsa Lenina en Ulitsa Kommunisticheskaya. Alsof 1989 nog ver in de toekomst ligt.
Transnistrië noemt zichzelf een 'communistische volksrepubliek', en eert de helden die de Sovjet-Unie groot maakten. Het zijn de archaïsmen die Transnistrië het imago hebben bezorgd van een sympathiek, tragikomisch staatje, dat is blijven hangen in het verleden en dat hartstochtelijk vecht voor onafhankelijkheid.
Achter die façade van politieke strijdbaarheid en nostalgie schuilt een tirannie die zelfs Vladimir Lenin in zijn graf doet omdraaien. Terwijl het gros van de zevenhonderdduizend inwoners van deze ministaat gebukt gaat onder armoede, verrijken de machthebbers zich via wapenleveranties aan terroristische organisaties. De Transnistrische regering doet goede zaken met vrijwel iedere belangrijke terroristische moslimorganisatie ter wereld.
Transnistrië is een van de merkwaardigste plekken in Europa. De communistische republiek, een strook land tussen de rivier de Dnjestr en de Oekraïne, wordt door geen enkel land ter wereld als zelfstandige staat erkend, maar beschikt desalniettemin over een eigen vlag en volkslied, een parlement, wetgeving, munteenheid en leger. En de grenzen van het niet-bestaande land worden streng bewaakt.
Een bezoek brengen aan de republiek vereist enige moed, wat losgeld en vooral veel geduld. De grensovergang bij Bendery, bijvoorbeeld, bestaat uit een roestig hek, waarlangs zwaarbewapende militairen met bontmutsen staan opgesteld om buitenlandse bezoekers de lust tot verder rijden te ontnemen. In een houten hok, waarboven de rood-groen-rode vlag van Transnistrië wappert, schreeuwen douanebeambten het bezoek in het Russisch toe. Een handgeschreven visum kost nu eens twee euro dan weer vijf, afhankelijk van de stemming van de dienstdoende beambte.
Elf jaar geleden ontbrandde op deze plaats de Moldavische burgeroorlog, een strijd tussen Moldavische legereenheden en Transnistrische separatisten. Die laatsten werden opgehitst en bewapend door Igor Smirnov, president van de republiek sinds die zich in 1990 onafhankelijk had verklaard van Moldavië. De strijd hield aan gedurende de hele zomer van 1992. Meer dan duizend burgers en soldaten kwamen om het leven. Toen in juni van dat jaar een wapenstilstand werd ondertekend, was de politieke situatie weer als daarvoor: Transnistrië noemde zich een onafhankelijke republiek, Moldavië erkende die status niet. Een decennium later is dat nog steeds zo. En de machthebbers in Tiraspol weten inmiddels precies hoe ze van die situatie gebruik kunnen maken.
Het centrum van Tiraspol wordt omzoomd door grijze buitenwijken, braaksels van slecht gebouwde betonblokken. In lompen geklede kinderen hangen rond in half afgebroken portieken. Werkloze mannen lurken aan plastic flessen, gevuld met zelfgestookte pruimenbrandewijn.
Aan de rand van een van deze buitenwijken staan de fabriekshallen van Elektromash, volgens de plaatselijke autoriteiten een bedrijf dat motoren vervaardigt. Van buiten niets bijzonders, of het moeten de diepe scheuren in de wanden zijn, die aantonen dat de verpaupering niet beperkt is gebleven tot de naburige woonblokken.
Buitenlands bezoek blijkt niet welkom. Rambo-types maken al snel duidelijk dat aandringen tot problemen zal leiden. Er is een goede reden voor deze houding: in werkelijkheid is Elektromash een illegale wapenfabriek, die in het geheim granaatwerpers fabriceert, net als verschillende typen machinegeweren en Duga-raketten. Regelmatig vertrekken vanaf dit complex vrachtwagens vol zware wapens, op weg naar bestemmingen op de Balkan en in het Midden-Oosten.
Elektromash is één van minstens drie enorme wapenfabrieken in Tiraspol. Tezamen produceren zij jaarlijks grote hoeveelheden zware wapens, veruit het belangrijkste exportproduct van Transnistrië. ,,Transnistrië is een indrukwekkende wapenmarkt'', zegt Paolo Sartori, Italiaans afgevaardigde van het centrum voor strijd tegen internationale misdaad en terrorisme (SECI) en werkzaam op het Interpol-bureau voor Roemenië en Moldavië. ,,En bij uitstek geschikt voor terroristen. Vrijwel alles is er te krijgen, en nog goedkoop ook. En niemand die vraagt wat de koper ermee van plan is.''
Direct nadat Transnistrië zich in 1990 onafhankelijk verklaarde, stortte de Smirnov-regering zich in drugshandel. Grote hoeveelheden heroïne uit Afghanistan en Centraal-Azië werden via Tiraspol Europa binnengesmokkeld. En de machthebbers voeren er wel bij.
Maar al snel werd een nog lucratievere handel gevonden: wapens. Voor drugs is Tiraspol slechts een doorvoerhaven, maar wapens kon de ministaat zelf produceren. Drie reusachtige industriële complexen (waaronder Elektromash) werden ingericht als wapenfabrieken, met behulp van experts die tot het einde van de jaren tachtig voor de Sovjet-Unie in de wapenindustrie hadden gewerkt.
Volgens informatie van de Moldavische inlichtingen- en veiligheidsdienst (SIS) produceren de drie fabrieken grote aantallen machinegeweren, granaatwerpers, anti-tankwapens, langeafstandsraketten en nog veel meer. De kopers zijn (volgens diezelfde SIS) niet de minsten: Hezbollah, Hamas, de Algerijnse GIA, Al Fatah en nog diverse andere terroristische islamitische organisaties. Tot 2002 was ook Al Qaeda een belangrijke afnemer.
Interpol-officier Paolo Sartori: ,,Talloze terroristische organisaties uit de islamitische wereld doen zaken met Transnistrië. Dat is geen gerucht, maar een feit. De totale wetteloosheid in het gebied, gecombineerd met de uitstekende kennis over wapenproductie, maakt Transnistrië tot een ideaal handelsgebied voor terroristen. Deze organisaties beschikken over alle middelen om de wapens vanuit Transnistrië naar de plaats van bestemming te smokkelen.''
Er is nog meer reden tot ongerustheid. Het lijkt erop dat Transnistrië na drugs en conventionele wapens inmiddels nog een interessant exportproduct heeft ontdekt: internationale inlichtingendiensten (waaronder Interpol) vermoeden dat de ministaat sinds 2001 nucleair materiaal verkoopt, waarmee massavernietigingswapens kunnen worden gemaakt.
In de afgelopen drie jaar zijn in Roemenië diverse illegale transporten onderschept met nucleair materiaal. Plaats van vertrek van de transporten: Tiraspol. Sartori: ,,De kans is groot dat Tiraspol dergelijke middelen verkoopt aan terroristische organisaties, die het willen gebruiken voor de productie van nucleaire wapens. We hebben geen idee om wat voor hoeveelheden het gaat, maar ik vrees dat de onderschepte transporten het topje van de ijsberg zijn.''
Wanneer Roemenië in 2007 zal toetreden tot de EU, nadert de Europese grens die van de smokkelstaat tot op honderd kilometer. Roemenië wordt volgens Sartori door criminele en terroristische organisaties gebruikt als doorvoerhaven voor smokkelwaar uit Transnistrië. Het maakt de problemen in deze uithoek van het continent voor Europa alleen maar neteliger. Maar een oplossing is nog ver te zoeken.
De huidige situatie, waarin Transnistrië feitelijk niet bestaat, speelt de ministaat in de kaart. Dat zegt de Amerikaanse politicoloog en Oost-Europadeskundige Charles King: ,,Als niet-erkende staat blijft Transnistrië buiten het oog van internationale waarnemers, en kan het doen wat het wil. Internationale erkenning is in werkelijkheid het laatste wat de machthebbers willen. Dat zou het einde van hun handel betekenen.''
Erkenning van Transnistrië als zelfstandige republiek is echter geen optie. King: ,,Dat zou een precedent scheppen voor vergelijkbare staten als Abchazië en Tjetsjenië. De OVSE denkt daar niet eens aan.''
De enige realistische oplossing is volgens King beperkte autonomie voor Transnistrië, binnen een 'Moldavische federatie'. ,,Wanneer Moldavië Tiraspol een zekere vorm van autonomie toekent, kan mogelijk het toezicht op duistere praktijken worden vergroot.'' Maar het is maar de vraag of Transnistrië die beperkte mate van zelfstandigheid zal accepteren. Bovendien zal de Moldavische regering zonder internationale druk niet tot een dergelijke stap overgaan. Niet voor niets noemde de Moldavische president Voronin de regering-Smirnov nog onlangs ,,een bende bandieten en maffiosi''.
Een diplomatieke oplossing lijkt nog jaren op zich te laten wachten. Paolo Sartori is dan ook blij met het voorstel van de Nederlandse minister Jaap de Hoop Scheffer om een Europese vredesmacht naar Transnistrië te sturen. ,,De oorlog tegen terrorisme is na Afghanistan en Irak nog niet gewonnen. De situatie in en rond Tiraspol vormt een bedreiging voor de internationale veiligheid. Transnistrië zal zich ongetwijfeld verzetten tegen buitenlandse inmenging, maar het is hoog tijd dat de internationale gemeenschap in actie komt. Hard optreden is nodig.''