Meisje voor dag en nacht

Ze maakten lange dagen in hun dienstje, maar het voelde toch als bevrijding, weg van het zware leven op het platteland

MONICA SOETING

'Veel mensen kennen wel iemand die als jong meisje is gaan dienen", schrijft Tialda Hoogeveen in het voorwoord van haar boek 'Alstublieft, Mevrouw!'. Zoals de grootmoeder van Hoogeveen zelf, die een dienstje kreeg zodra ze als veertienjarige van school kwam.

Dat klinkt naar kinderarbeid en uitbuiting en doet verhalen over ontbering en ontzetting vermoeden. Maar tot Hoogeveens grote verrassing keek haar grootmoeder met plezier terug op haar tijd als dienstmeisje. "'Ik vond het prachtig', vertelde ze. 'Vrijheid. De wereld in: daar had ik hele verwachtingen van.'"

Hoogeveen besloot daarop een boek te schrijven over wat zij 'een uitgestorven beroep' noemt, en interviewde zeven oud-dienstmeisjes met verschillende achtergrond, die tussen 1932 en 1965 bij rijke boeren, adellijke families of middenstanders dienden. Ze verhalen over aardige en minder aardige werkgevers, het dagelijks werk in de huishouding en hun vrijetijdsbesteding. Ze werkten vaak meer dan tien uur per dag en kregen, als ze geluk hadden, een middag in de week vrij.

Toch overheerst een positieve toon. Net als Hoogeveens grootmoeder vertelden de vrouwen dat ze blij waren dat ze van huis weg konden. Wie van het platteland naar de stad verhuisde, hoefde niet langer in weer en wind op het land te werken, en bij de oogst of het slachten te helpen. De meeste meisjes kregen meestal meer en beter te eten bij hun werkgevers dan thuis. Ook leefden ze er veel luxer dan bij hun ouders, die vaak met een groot aantal kinderen in een twee- of driekamerwoning woonden, of soms zelfs op een oude boot.

Het enige wat ze alle zeven betreurden, was dat ze niet verder mochten leren. Dat vond zelfs een vrouw die aan het begin van het interview verklaarde dat ze een hekel aan leren had.

Het is geen toeval dat alle vrouwen die in dit boek aan het woord komen zulke prettige herinneringen aan hun dienstjes hebben. In haar nawoord vertelt Hoogeveen dat sommige vroegere dienstmeisjes pertinent niet met haar wilden praten, omdat ze door hun opdrachtgevers waren misbruikt, seksueel of anderszins. Het weglaten van die traumatische verhalen geeft uiteraard een vertekend beeld van de geschiedenis van Nederlandse dienstmeisjes.

Maar dat geldt ook voor de verhalen die wél worden verteld, want die geven natuurlijk niet weer wat de vrouwen precies hebben meegemaakt. Het geheugen op latere leeftijd is immers, zoals Douwe Draaisma het zo mooi uitdrukt, een interpretatie, iets wat in het licht van huidige opvattingen wordt bijgesteld.

Vandaar dat alle zeven vrouwen vertelden dat ze graag hadden willen doorleren; tegenwoordig is het immers niet alleen onwettig dat meisjes van veertien van school worden gehaald, maar ook onwenselijk. Hoogeveen goot de interviews met de vroegere dienstmeisjes bovendien in een weliswaar vlot lezend, maar ongenuanceerd verhaal, en voorzag dat ook nog eens van haar eigen commentaar. Daarbij slaat ze niet alleen historische flaters, zoals wanneer ze beweert dat tot de jaren vijftig van de vorige eeuw 'de kinderen van de bakkersknecht nooit arts zouden kunnen worden', maar heeft ze de herinneringen van de geïnterviewde vrouwen bewust of onbewust ook nog met haar motieven en idealen gekleurd. De opdracht voor in het boek maakt duidelijk met welke. Aan 'de kracht van vrouwen' staat daar, en precies zo portretteert Hoogeveen de zeven voormalige dienstmeisjes: als lichamelijk en geestelijk sterke vrouwen.

Wat 'Alstublieft, Mevrouw!' daarom vooral duidelijk maakt, is dat de nakomelingen van voormalige dienstmeisjes zich niet langer schamen voor het beroep van hun groot- en overgrootmoeders. Niet omdat dat beroep een hogere status heeft gekregen, maar omdat we de dienstbodes in plaats van als tweederangsburgers als sterke vrouwen zijn gaan zien.

En waarom ook niet? Misschien kunnen de huidige dienstmeisjes er hun voordeel mee doen. Want daarin vergist Hoogeveen zich toch echt: het beroep is allesbehalve uitgestorven. Het enige wat veranderde is de culturele achtergrond van de mensen die de huizen van anderen schoonhouden. Misschien dat ze daardoor minder zichtbaar zijn geworden?

Tialda Hoogeveen: Alstublieft, Mevrouw! Thomas Rap; 246 blz., euro 16,90

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden