Meer tappen, maar ook meer toezicht
De geheime diensten mogen straks internetverkeer via de kabel aftappen. Om critici tegemoet te komen, gaat een commissie vooraf toetsen. 'Als de motivering niet goed is, gaat het niet door.'
Als het aan het kabinet ligt, mogen de geheime diensten in Nederland eindelijk het internetverkeer via de kabel gaan aftappen. Dat is nodig omdat het overgrote deel van onze communicatie, van e-mailen tot chatten, via de kabel loopt en de huidige wet alleen het afluisteren via de ether toestaat.
Het wetsvoorstel dat gisteren in de ministerraad werd besproken, kent een moeizame geschiedenis. Al drie jaar geleden adviseerde de commissie-Dessens de bevoegdheden van de AIVD en MIVD uit te breiden. Maar het kabinet had de tijdgeest niet mee. Zo werd via klokkenluider Edward Snowden duidelijk dat de Amerikaanse geheime dienst NSA op grote schaal het internationale internetverkeer aftapt. En werd bekend dat de Nederlandse inlichtingendiensten als een belangrijke partner van de Amerikanen worden beschouwd. Dat betekent dat de diensten uit beide landen regelmatig informatie uitwisselen.
Een stevige discussie over de balans tussen veiligheid en privacy was het gevolg. Op het conceptwetsvoorstel over de verruimde aftapbevoegdheden van minister Ronald Plasterk (PvdA, binnenlandse zaken) en Jeanine Hennis (VVD, defensie) kwamen 1100 veelal kritische reacties. Die kwamen onder meer uit de advocatuur, van individuele burgers en van privacyorganisaties.
Die critici hopen de ministers nu tegemoet te komen door in het uiteindelijke wetsvoorstel een extra toets in te bouwen. Een driekoppige onafhankelijke commissie van rechters moet zich vooraf gaan buigen over tapverzoeken van de geheime diensten. Die verzoeken kunnen gaan over aftappen op grote schaal, maar moeten altijd doelgericht zijn, zegt Plasterk. "De wet staat niet toe dat je zegt: 'Goh, we gaan een week lang kijken wie er met wie belt in de gemeente Den Haag'. Zelfs als dat nuttig zou zijn, is dat nog wel een heel ongerichte activiteit."
undefined