Mathieu van der Poel laat zien: kruisbestuiving helpt sporters vooruit

Mathieu van der Poel wint de Amstel Gold Race. Beeld Belga
Mathieu van der Poel wint de Amstel Gold Race.Beeld Belga

Crossen in de winter, klassiekers rijden in het voorjaar. Met zijn succes in de Amstel Gold Race laat Mathieu van der Poel zien dat er niks mis is met het beoefenen van andere disciplines. Ook andere atleten kunnen veel leren door goed naar andere sporten te kijken.

Eline van Suchtelen

De gegevens gingen meteen viral. Want hoe dééd-ie dat, Mathieu van der Poel? Vanuit een kansloze positie terug naar de kopgroep, om in de laatste meters iedereen omver te blazen. Hij, de veldrijder, de mountainbiker, pas sinds kort wegwielrenner.

Hoe precies, dat kunnen we zien op zijn document op de sportapplicatie Strava waar mensen activiteiten delen. De 24-jarige wielrenner zette na zijn spectaculaire overwinning in de Amstel Gold Race zijn gegevens online.

Voer voor coaches, concurrenten en liefhebbers. Zelfs Tom Dumoulin zei met een knipoog dat hij wel even bij Mathieu langs zou gaan als hij ooit voor de klassiekers zou gaan. Weekje samen trainen om te kijken hoe hij de dingen aanpakt. Anders dan de meeste wielrenners. Van der Poel is in de winter aan het crossen. Dat betekent: veel intervallen. Korte trainingen met een hoge intensiteit.

Oude wielerwetten zijn ‘bullshit’

Daarmee laat hij volgens Dumoulin zien dat de oude wielerwetten ‘totale bullshit’ zijn. “Wij bouwen op vanaf half oktober en gaan steeds meer duurtrainingen doen. Mijn vrouw Thanee begon erover en zei: ‘jullie wegwielrenners doen echt iets verkeerd’”, zei Dumoulin tegen het AD. “Van der Poel en Wout van Aert hebben een heel andere winter. Minder duurtrainingen en veel meer dat explosievere, korte werk. En toch kan hij zeven uur mee. Ik vind het superinteressant om te zien hoe hij met de wielerwetten spot.”

Dumoulin is niet de enige. Het succes van Van der Poel roept vragen op over trainingsleer in de sport. Zouden meer wegwielrenners gebaat zijn bij een voorbereiding in de modder? In bredere zin: wat kunnen atleten leren van het beoefenen van andere disciplines?

Een heleboel, denkt Louis Delahaije. De wielren- en triatlontrainer is een groot voorstander van kruisbestuiving in de sport. Laatst liet hij wielrenster Annemiek van Vleuten, die lange wedstrijden doet over meer dan honderd kilometer en triatleet Richard Murray, die niet langer dan 40 kilometer moet racen, met elkaar trainen. Ze gingen het parcours van de Amstel Gold Race verkennen. “Ik denk niet zo in hokjes. De ene is triatleet, de ander wielrenner. Ze fietsen allebei en vullen elkaar perfect aan. Richard is explosiever, Annemiek houdt het langer vol. Als Annemiek hem voorbijgaat moet Richard proberen aan te klampen. En andersom.”

Net als in de oertijd

Delahaije ziet dat de jeugd tegenwoordig vaker multidisciplinair wordt opgeleid. Dat sluit aan bij zijn filosofie. “In topsport gaat het erom dat je heel fit wordt. Hoe word je dat? Net als in de oertijd. Heel veel bewegen, het maakt niet zoveel uit of je nou fietst, loopt of zwemt. Daarnaast moet je specifieke fietstrainingen doen als je het verschil wil maken op de Cauberg.”

Of je dat nou doet in het veldrijden of op de weg, volgens Delahaije maakt het niet veel uit. “Ik vind de verschillen niet heel groot. Ik denk dat Mathieu geen heel gekke dingen in zijn training doet.”

Regel één: veel uren maken. Dat doet hij net zo goed in de winter, maar dan op een andere fiets. “Als je kijkt naar het karakter van de klassiekers moet je een ongelofelijk uithoudingsvermogen hebben. Daarom moet je een groot volume draaien.”

Gemiddelde hartslag

Wie de gegevens van Van der Poel erbij pakt, ziet dat zijn gemiddelde hartslag in de Amstel Gold Race relatief laag is met zo’n 140 slagen per minuut. Inhoud heeft hij genoeg. In de laatste 40 kilometer van de race krijgt hij het zwaar. Van der Poel gaat in het rood, zijn hartslag komt boven de 180 slagen per minuut. Zijn piek bereikt hij in de eindsprint als hij met een duizelingwekkende snelheid kopmannen Julian Alaphilippe en Jakob Fugl­sang voorbij raast. 197 slagen per minuut tijdens 65,9 kilometer per uur.

Wat zeggen die gegevens? Dat Van der Poel een geweldige conditie heeft en heel hard kan sprinten. “Hij heeft een goede mix van die twee systemen. Dit komt niet uit de lucht vallen. Het zegt eigenlijk vooral dat hij een exceptioneel talent is. Hij was in zijn jeugd al wereldkampioen op de weg. Helemaal nieuw is zijn aanpak niet. Lars Boom reed ook goede klassiekers vanuit het veldritseizoen.”

Ook Kirsten Wild doet het anders. Zij rijdt in de winter op de baan, een andere manier van korte intensieve trainingen. Anna van der Breggen won een paar weken voor de winst in de Waalse Pijl de Cape Epic, een achtdaagse mountainbikewedstrijd in Zuid-Afrika.

Mentale frisheid

De afwisseling met andere disciplines heeft niet alleen fysieke voordelen. Ook mentaal kan het voor meer frisheid zorgen. Zo liet de fysieke trainer van Kiki Bertens, Errol Esajas, haar voetbaltrainingen doen om haar voetenwerk te verbeteren. Als hij vier dagen per week alleen maar looptrainingen in zou plannen, zou ze zich gaan vervelen. De tennisster bokst ook, om mentaal hard te worden. “Als je in de boksring staat, komt het niet in je hoofd op om op te geven. Je kunt de ring niet uitrennen. Je moet jezelf verdedigen”, zei Esajas in 2016 in Trouw over de trainingen die hij Bertens geeft.

Zoals tennissers naar voetballers kijken, kijken voetballers weer naar tennissers. Valérie Sedoc, voormalig atleet en oud-voetballer bij FC Groningen, gebruikt zijn kennis over atletiek in zijn voetbalschool. Op internet kijkt hij regelmatig filmpjes van looptrainingen in het tennis. “Het snel reageren heb je ook nodig als voetballer. Ik denk dat ze ook veel kunnen leren van basketbal en American football. Die jongens kunnen echt snel sprinten. Ze zijn heel explosief.”

Frenkie de Jong

Topspelers als Frenkie de Jong hebben veel aan de kennis van de Sedoc-broers. Zijn broer Randy Sedoc gebruikt zijn ervaring uit de atletiek bij Ajax. Hij leerde De Jong veel over sprinten. “Voetballers hoeven geen echte topsprinters te worden, want het zijn maar korte sprintjes op het veld. Twintig of dertig meter. Het gaat er wel om dat ze weten hoe ze hun lichaam moeten houden. Je leert ze dingen als niet te veel met je boven­lichaam schudden, je hoofd recht houden.”

Morgen staat Luik-Bastenaken-Luik op het programma, waar Tom Dumoulin in actie komt. Hij is net een paar dagen terug van zijn bivak in Tenerife, bovenop de vulkaan El Teide. Zeventien dagen sliep hij op de berg om zich overdag urenlang af te matten. Dat is de traditionele manier om zo goed mogelijk aan de start te verschijnen bij de Giro, die over twee weken op het programma staat. Dumoulin houdt voorlopig vast aan de oude wielerwetten, voor de grote rondes staat die aanpak nog niet ter discussie. Maar zijn interesse in een trainingsweek met Van der Poel is in ieder geval gewekt.

Lees ook:

De revolutie van Mathieu van der Poel

Columnist Marijn de Vries denkt dat Van der Poel voor een revolutie in de trainingsleer gaat zorgen

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden