Column
Mathieu van der Poel gaat voor een revolutie in de trainingsleer zorgen
Ik kan toch niet voor de derde week op rij over Mathieu van der Poel schrijven? Nee, dat kan niet. Maar zoals hij de Amstel Gold Race won, dat kan ook niet.
Menselijkerwijs gezien. En toch deed hij het. Dus tja. Daar gaan we nog een keer. Laat ik het geheim van deze fabuleuze renner eens proberen te ontrafelen. Dan zijn we daar ook maar weer vanaf.
Het mooist vond ik de laatste kilometers, met Van der Poel in schier geslagen positie. Eerst hadden ze het niet zo door op de tv. Alleen de koplopers en de paar achtervolgers werden in beeld gebracht. Maar toen. De minuut achterstand van de groep waarin hij reed werd razendsnel kleiner. De tijdswaarneming zou wel niet kloppen, toch?
Maar toen. Toen zagen we Van der Poel op kop van die groep sleuren. Snoeihard. Razendsnel tikten de secondes terug. Nog twee kilometer. Voorop begonnen de renners een beetje naar elkaar te kijken. Hoe hard zullen zij zich achteraf voor de kop hebben geslagen? Hoe hard zullen de ploegleiders voortaan in de oortjes toeteren dat VAN DER POOOOOOEELL ERAAN KOMT!
De laatste bocht. Daar kwam-ie hoor. Daar kwam dat roodwitblauwe roofdier, wat dooie pieren in zijn wiel. Met versnelling op versnelling scheurde hij alles op zijn pad aan stukken. Hij liet van niemand een spaantje heel.
De zege van Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race was mooi, maar wordt misschien wel mooier met het commentaar van Langs de Lijn. Kijk en geniet nog even na! pic.twitter.com/87C62HFB7w
— NOS Sport (@NOSsport) 22 april 2019
Niet alleen talent
Natuurlijk, allereerst en bovenal is er de combinatie van buitengewone genen. Opa Raymond Poulidor en vader Adrie van der Poel zorgen voor een mix van ongemeen talent. Maar er is meer.
Nooit was ik zo goed als in de seizoenen dat ik door een schaatscoach werd begeleid. Twee keer per dag trainde ik meestal – hoogst ongebruikelijk in de wielerwereld. Vaak waren beide sessies intensief. Rustig en lang trainen deed ik ook wel, maar niet vaak. Het jaar erop had ik een coach die me vooral trainingen van vier, vijf of zes uur liet doen. Mijn conditie was uitstekend, maar ik werd zo traag als dikke stront.
Nu is mijn ervaringen gelijkstellen aan die van Van der Poel natuurlijk van een ijdelheid die ongekend is. Daarom is wielrenster Kirsten Wild misschien een beter voorbeeld. Zij komt uit een winter op de baan, met korte, heel intensieve trainingen en wedstrijden, en ook zij wint dit voorjaar met het grootste gemak op de weg. Bij Van der Poel is het niet de baan, maar de cross.
De meeste wielrenners doen wat ik ook gedaan heb in de winter: kilometers malen, met intervaltrainingen tussendoor. Van der Poel doet precies het omgekeerde, want zo zit het crossen in elkaar. En daar zit ‘m dus de kneep. Let maar op: dit gaat voor een kleine revolutie zorgen. Een revolutie in de trainingsleer.
Op de weg duurt een wedstrijd weliswaar zes uur, maar er wordt niet steeds op één tempo gefietst. De sleutelmomenten zijn altijd korte momenten van heel intensieve inspanning. Als je dat goed kunt, en vooral steeds weer kunt herstellen tijdens de koers, dan krijg je wat Van der Poel laat zien.
Vanzelfsprekend is dit lang niet voor elke renner weggelegd. Weinigen hebben het lef zo te koersen, om nog maar te zwijgen van het talent. Maar ik weet zeker dat er veranderingen in de winter gaan komen, in de manier van trainen. Ik ben erg benieuwd wanneer we de School Van der Poel meer gaan zien.
Marijn de Vries fietst u elke maandag door het sportweekend. Lees meer van haar columns op trouw.nl/marijndevries.
Lees ook:
Als een gecontroleerde idioot, als een bezeten vrijbuiter, wint Mathieu van der Poel de Amstel Gold Race
Mart Smeets beschrijft de heroïsche Amstel Gold Race-overwinning van Mathieu van der Poel, ‘die het in zich had en heeft geweldige prestaties neer te leggen. Prestaties, waar dit sportarme volk achter de dijken, nog slechts van kon en kan dromen.’