Levenslessen
Mart Visser: De kunstwereld, die is pas vals
Behalve couturier is Mart Visser (48) ook een verdienstelijk kunstschilder. In beide disciplines merkt hij dat het succes hem niet altijd gegund wordt. 'Het summum wat ik onlangs hoorde: Hij laat alles schilderen in China.'
Les 1: Loyaliteit geeft kracht
"De eerste helft van dit jaar was voor mij ongelofelijk intensief. Op 31 december ging V&D failliet, waar mijn kleding werd verkocht. Binnen een paar dagen zijn we verdergegaan met een nieuw bedrijf, en op 15 maart lanceerden we de collectie in onze webwinkel. Daarnaast had ik nog twee grote bedrijfskledingopdrachten en twee kunstexposities, het ging maar door. Met een klein, solide team lukt dat. Ik zit hier met elf mensen. Mijn jongste broer, Ernst, werkt sinds drie jaar voor mij, hij doet de online-verkoop. Wat hij samen met het team het afgelopen half jaar heeft neergezet is zo geweldig. We zijn een geoliede machine, mensen op wie ik kan bouwen.
Ik heb de verantwoordelijkheid voor mijn mensen. Dat heb ik altijd netjes gedaan - nog nooit een negatief jaar gehad. Maar op het slagveld dat rond V&D ontstond, was ik natuurlijk een leuke hoge boom. In de media verschenen vervelende berichten. Holy cannoli, wat een jaar!"
Les 2: Vrijheid is niet vanzelfsprekend
"Op 23 juni vloog ik met Job, mijn man, naar ons huis in Zuid-Frankrijk. Ik kwam maar niet uit die werkmodus. Nou dat gebeurde in één klap, op donderdagavond 14 juli met die aanslag in Nice. We wonen er al achttien jaar in de buurt, in een klein dorpje. Nice is zo'n levendige stad: de mondaine Cote d'Azur, een uitgebreid gay-life, het vrije leven in hoofdletters. Ik ben er een paar dagen later naartoe gegaan, ik moest erheen. Op elke bloedplas hadden ze een altaartje gemaakt. Honderden meters met altaartjes. Strakblauwe lucht, ligbedjes op het strand, maar niemand die erop ging liggen. De hele stad was lamgeslagen. Het voelde alsof ons een stuk vrijheid ontnomen was.
Het is hier in Amsterdam de afgelopen jaren ook veranderd. Als mensen mij niet goedkeuren om wie ik ben - vanuit religie,
achtergrond, opvoeding, whatever - dan ligt dat aan hen. De laatste tijd voel ik een zware druk. Die groepen opgeschoten jongeren die vinden dat wij minder zijn dan varkens. Je ziet het aan hun blik: Ik ga met jou direct de confrontatie aan. Als ik toeristen door de stad zie lopen, twee mannen hand in hand, dan wil ik ze waarschuwen: Dat kan hier niet meer overal."
Les 3: Google je kwel-geesten van vroeger eens
"Toen ik klein was, vroeg ik mijn ouders om een poppenhuis en dat kreeg ik. Ik was in de weer met een oude etalagepop en stoffen. Toen ik zes was, wilde ik bij de majorette. Ik was zwaar teleurgesteld dat dat bij ons in Sleeuwijk, in Brabant, niet kon.
Er zijn in zo'n dorp altijd een paar types die je daarom lastigvallen. Gelukkig kon ik hard rennen. Het was niet leuk, maar ik heb er niet voor bij een psycholoog hoeven zitten. Een paar jaar geleden dacht ik opeens: hoe zou het toch zijn met die jongens? Op internet heb je ze zo gevonden. Het heeft mij enorm opgelucht, want er is niets van ze terechtgekomen. Echt niets. En zij worden nog steeds met mij geconfronteerd: de komende weken heb ik 185 commercials op SBS6."
Les 4: Ik voel wat andere jongens ook voelen
"Ik had een warme en duidelijke omgeving en ik ben hecht opgevoed met mijn twee broers. We gingen naar de kerk, hervormd, catechisatie, zondagsschool. Waarden en normen, ellebogen van tafel, ouders waren 'u'. Mijn vader kwam uit Werkendam, een Brabantse zwartekousengemeente. Hij heeft daar op zijn achttiende afscheid van genomen. Mijn moeder was een stadse, die wat vrijer in het leven stond. Dat was een mooie combinatie. Ze hebben me altijd volledig gesteund. Ik heb bereikt, ik ben wie ik ben, door hoe mijn ouders me hebben opgevoed.
Ik was er vrij vroeg bij met meisjes, veertien was ik. Ik dacht: is dit het dan? Pas later, toen ik wat met mannen had, snapte ik het. Dit is het gevoel waar die andere jongens het over hebben. Ik vertelde het mijn ouders in 1988, midden in het aidstijdperk. Ze waren vooral bezorgd over het soort leven dat ik tegemoet zou gaan. Mijn oudste broer André is ook gay, maar ik kwam er als eerste mee. André zit ook in de mode. Hij is designer voor een grote Russische warenhuisketen, met een peloton ontwerpers dat hij aanstuurt. Hij woont in Moskou, heel heftig. Ik snap dat mijn broer het creatief gezien geweldig vindt daar. Maar ik ga niet naar dat land toe."
Les 5: 'Jalousie de métier' heb je in elk vak
"Ik laat graag zien dat ik als homo een heel normaal leven heb. Daarom heb ik meegedaan aan de 'TV-show' van Ivo Niehe, samen met Job in ons huis in Frankrijk. In die uitzending ben ik uit de kast gekomen als beeldend kunstenaar. Er was heel kort iets te zien van mijn schilderijen.
Twee dagen na de uitzending zat ik hier met een coutureklant die zei: 'Waarom heb je me dat nooit laten zien?' Zij is de eigenaar van de Amstel Gallery en doet het goed in Miami en New York.
Ik had nog nooit iemand mijn werk laten zien, niemand was ervan op de hoogte dat ik al jaren een atelier had. Zij wist zeker dat ze mijn werk heel goed kon verkopen, vooral in Amerika. Ik dacht: niemand weet daar wie ik ben, dus doe maar. Verkocht ze meteen vijf, zes werken. Toen begon het te lopen.
En dan blijf je in Nederland altijd weer die hoge boom. Hoe slecht er de afgelopen tweeënhalf jaar gesproken is over mijn kunst! Die ontwerpwereld vroeger, met Molenaar, Vos en Govers, dat was een nichtenbende: vals, maar nog wel leuk. Dit is een graadje erger. Het summum wat ik onlangs hoorde: 'Hij laat alles schilderen in China.' Briljant! Het is broodnijd. De markt is heel klein en mijn werk verkoopt gewoon erg goed."
Les 6: Het gaat niet om de champagne
"Ik vind het een eer als iemand kiest voor mijn kunst. Bij mijn haute couture hetzelfde. Ik werk alleen op afspraak, ik wil het kunnen uitleggen, daar heb ik plezier in. Veel van mijn klanten zijn vrouwen die grote beslissingen nemen: CEO's van bedrijven, advocaten, rechters. En vrouwen die van kinds af aan gewend zijn haute couture te dragen.
De tijd is voorbij dat we hier van die IT-jongens hadden met een jonge huppel ernaast voor een one-night-dress. Met de grote shows in het Hilton ben ik ook een tijd gestopt. Mensen kwamen alleen nog maar voor het glas champagne en de bitterbal, alleen maar geïnteresseerd in waar ze zaten en of iedereen ze wel zag. De echte klanten kwamen liever naar de persvrije salonshows. Toen zijn we teruggegaan naar klein, intiem. Over twee weken pakken we wel weer uit. In een groot, glazen gebouw in Amsterdam-Noord doen we één waanzinnige show. De rest houden we mediavrij."
Les 7: Een huis in Frankrijk is goed voor je huwelijk
"Tot het wereldje van kunst en mode verhoud ik me denk ik heel goed omdat ik een solide, positief thuisleven heb met Job. Hij maakt dat ik heel makkelijk kan laveren tussen al die verschillende mensen. We hebben al 23 jaar een relatie, dat is bijna de helft van mijn leven. Job is een compleet ander iemand dan ik. In alles: postuur, interesses, smaak. Dat maakt het nog steeds een bere-interessante relatie.
Job is Job, en dat is heel fijn en soms heel lastig. Hij jaagt, hij zeilt. Hij is fondsenwerver en heeft enkele bedrijven: een stoere, sportieve man die zijn eigen leven heeft. Job zei altijd: 'Zo'n rode loper: forget it.' Dat was ik tien jaar geleden zat, toen heb ik hem meegesleurd. Ik ga wel eens mee zeilen, Job heeft een vaste plaats op een zeilschip dat internationale regatta's doet.
Job en ik woonden binnen vijf dagen samen. Het was in de tijd dat ik net succes kreeg. Ik kende geen grenzen. Ik kwam helemaal uit het niets, had geen cent te makken, en opeens was er het aanzien, het kon niet op, er was altijd wel ergens een feestje. Een burn-out is iets waar je de rest van je leven mee geconfronteerd wordt. Er is iets doorgebrand. Van de tien stoppen in mijn stoppenkast doen acht het nog. Soms minder. Het overkomt me nooit meer dat het zo misgaat. In drukke periodes weet ik precies wat ik moet doen.
De allerbeste beslissing die we ooit hebben gemaakt, is ons huis in Frankrijk. Het is de fundering onder ons huwelijk. We kunnen ergens samen naartoe, weg uit alle drukte. We zijn er echt vrij. Dát is rijkdom.
Les 8: Het fundament ligt in de kinderjaren
"Een paar keer per jaar kan ik tijdens het schilderen in een soort trance raken. Vooral in Frankrijk, met de krekels, de zinderende Franse hitte die naar rozemarijn en lavendel ruikt. Dan sta ik tot mijn oksels in de verf. Waarom maak ik dit? Waar komt het vandaan? Geen idee. Ik kom dan in een andere dimensie, alsof je een luik openzet. Het lijkt net of dit al die jaren opgeslagen heeft gezeten. Die kunst maakt het cirkeltje rond, het straalt af op mijn couture. Het komt uit hetzelfde hoofd.
De eerste vier jaar van mijn leven woonden we in Roodeschool, in Noordoost-Groningen, in een groot oud huis dat heel zwaar voelde. Mijn vader werkte aan de Eemshaven, als directeur weg en waterbouw. In de tuin van onze oppas Elsa stonden frambozenstruiken, we hadden er een soort Artis, met geiten, konijnen, schildpadden. Mijn eerste herinneringen liggen daar.
Ik ben er twee weken geleden weer eens gaan kijken met mijn vader. Alles was er nog: in kleur, vorm en beleving. Daar, bij dat eindpunt van de trein, ligt een creatieve grondslag, een fundament.
Les 9: Gun je ouders een nieuw leven
"Daar zat mijn moeder in Roodeschool, met mij, een jengelende baby. Het was 1968, Martin Luther King werd vermoord - ik ben naar hem vernoemd - heel Parijs stond op de barricaden. Zij is toen een dependance begonnen van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen en werkte zich op tot landelijk presidente. Met die achterban kwam ze in de Tweede Kamer voor het CDA. Dat heeft ze heel goed volbracht, maar ik vond het wel een heel zware baan voor haar. Ze was toen begin zestig. Ik denk nog steeds: was het niet te heftig, heeft het niet iets in haar lijf aangewakkerd? Ze is zeven jaar geleden overleden aan pancreaskanker. Ik weet nog precies waar ik fietste toen mijn vader belde - een doodvonnis.
Mijn vader is opnieuw getrouwd. Met Truze Lodder, die zakelijk directeur is geweest van De Nederlandse Opera. Mijn moeder kende haar goed. Ik heb destijds nog haar trouwpak gemaakt voor het huwelijk met haar man die is overleden. En ik heb ook de jurk gemaakt, anderhalf jaar geleden, voor haar huwelijk met mijn vader.
Wij, de drie zonen, waren blij met die nieuwe stap in hun leven. Mijn moeder is 69 geworden, mijn vader is nu 76. Come on, als je het een beetje goed doet zit er nog 25 jaar in. Ik hoop van harte dat als ik alleen kom te staan - wat ik niet hoop - ik diezelfde stap kan maken. Als mensen zeggen: 'Mijn vader heeft een nieuwe vriendin en ik vind het helemaal niks', denk ik altijd: laat gaan!
Les 10: Tel je zegeningen
"Het overlijden van mijn moeder heeft bij mij veel van mijn geloof weggehaald. Ik vond het zoiets onmenselijks. Maar ik ben nog steeds blij dat ik die hervormde opvoeding heb genoten, van 'toen Quirinius het bewind over Syrië voerde...' Fantastisch, wat een lading.
We zaten laatst met mensen die we al heel lang kennen te eten, en zij vertelde licht beschaamd dat ze elke dag in de Bijbel leest. Toen zei Job: 'Ik ben zwaar katholiek opgevoed en ik ben nog altijd heel blij met die verhalen.' Dat werd zo'n mooi gesprek."
undefined