Marokko worstelt met groeiend individualisme

In Marokko worden jongeren individualistischer. Dat stuit op weerstand, zeker als de islam in het geding is. Toch ontstaat er meer ruimte voor de eigen persoonlijkheid.

Kees Beekmans

„We zien in Marokko het individu ten tonele verschijnen.” Die observatie is van één van ’s lands meest vooraanstaande intellectuelen, de antropoloog Mohammed-Sghir Janjar. Hij plakt er onmiddellijk een waarschuwing aan vast: „Dat is voor een samenleving een ingrijpend proces, en Marokko staat voor de opgave dat de komende jaren in goede banen te leiden.”

De tekenen zijn overal. Een greep: het muziekfestival L’Boulevard in Casablanca, waar je de laatste jaren over de punk- en gothic-jongeren struikelt. De Marokkaanse schrijver Abdellah Taïa, die niet alleen in zijn boeken maar ook in interviews openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkomt. Of het meisje met de hoofddoek, dat stiekem een vriendje heeft en de pil slikt.

Op hun eigen manier zijn ze allemaal modern. Janjar: „Omdat ze de normen van hun ouders niet klakkeloos hebben overgenomen maar zelf een normen- en waardensysteem hebben gefabriceerd. Daarmee ontpoppen ze zich als individu.”

Maar schrijver Taïa woont in Parijs, en het gehoofddoekte meisje verbergt haar vriendje. De onlangs opgerichte organisatie Mali voerde de individualisering verder door, door bij wijze van spreken met open vizier te strijden. Het Frans acroniem ’Mali’ staat voor Alternatieve Beweging voor Individuele Vrijheden, een naam waarachter een groep twintigers schuilgaat. In het Marokkaans-Arabisch betekent ’Mali?’ zoiets als: ’Wat is er (mis) met mij?’

Als eerste actie besloten de twintigers demonstratief te gaan eten tijdens de maand ramadan, overdag, in het openbaar. Iets dat in dit islamitische land niet alleen taboe is, maar zelfs bij wet verboden. Het was Mali om beide te doen, het taboe doorbreken, én de wet ter discussie stellen. Die druist immers in tegen de Internationale Verklaring van de Rechten van de Mens, een verdrag dat Marokko heeft ondertekend.

Janjar, een veertiger: „Eten tijdens de ramadan is op zichzelf niks nieuws. Dat deed mijn generatie ook al. Veel van mijn leeftijdsgenoten hebben hun studie in het buitenland gevolgd, zijn half verwesterd. Maar ze aten tijdens de ramadan thuis, niet op straat. Mijn generatie heeft nooit gezegd: omdat ik die en die overtuiging heb, wil ik die ook publiekelijk uitdragen. Wij hebben onze opvattingen altijd verpakt in een film of in een roman, we zijn er nooit direct mee de openbare ruimte in gegaan. Dat is het werk van een nieuwe generatie. Wat Mali heeft gedaan is daarom een betekenisvolle geste.”

Uiteraard stuitte de aangekondige eet-actie op weerstand. De Mali-leden werden door de politie opgepakt nog voordat ze konden gaan picknicken in een rustig parkje in de stad Mohammedia, even ten noorden van Casablanca. Maar kort daarop toch ook weer vrijgelaten. In kranten is wekenlang over de zaak gedebatteerd. Janjar: „Onder Hassan II, de vorige koning, zouden ze in een gekkenhuis zijn opgesloten, louter omdat ze van de sociale norm afweken. In Egypte zouden ze als qoufar, ketters, de doodstraf hebben geriskeerd. In het Marokko van nu is meer ruimte voor pluraliteit, al weet men nog niet goed hoe men met dit soort zaken om moet gaan. Zeker is dat we er de komende jaren alleen maar meer van zullen zien.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden