Maher, Mohamed en Sabri: zij zouden erbij moeten zijn op de top in Brussel
Tien jaar geleden was ik er ook zo één, zo'n zogenaamde gelukszoeker zonder papieren, die de oversteek waagde op zoek naar een beter leven, nieuwe kansen, vers geluk. Mijn Tunesische studiegenoten maakten er grapjes over. "Kirsten is de enige sans-papiers op het Afrikaanse continent!"
Maar illegaal? Dat heeft niemand mij ooit genoemd. Bed, bad of brood? Dat kon ik zelf betalen, ook nadat mijn toeristenvisum tot mijn schrik ineens verlopen bleek. Politiecontroles? Ik mocht doorlopen met mijn blonde koppie, want 'vast toerist'.
Die Middellandse Zee? Die stak ik comfortabel over per vliegtuig. "Wilt u nog iets drinken mevrouw?" Met in mijn handtas dat fijne wijnrode paspoort waarmee ik mij bijna overal ter wereld welkom wist. Want mijn wieg stond aan de goede kant van het water.
Hoe anders was de ervaring van de jonge mannen die ik tegenkwam in de cafés van de medina. Jongens als Maher, Mohamed en Sabri, die mij met glimmende ogen vertelden over hun Europese dromen, daar aan de overkant, chez vous là bas.
Hotels zouden ze openen, een broodjeszaak, een sportwinkel. Ze zouden diploma's halen, een vrouw vinden, kinderen krijgen die het dankzij datzelfde wijnrode paspoort zoveel beter zouden doen dan zij. En dan, als ze het helemaal hadden gemaakt daar aan de overkant, dan zouden ze terugkomen, een huisje kopen, en rustig genieten van de rozerode ondergaande zon.
Sommigen hadden het al wel vijf keer geprobeerd, met rubberen bootjes naar Lampedusa of per vliegtuig via Turkije, en dan verder over land. Elke keer waren ze gestrand, uit zee gevist en weer teruggestuurd, terug naar Start. Niet dat dat ze tegenhield. Nog geen maand na de laatste poging zaten ze daar, aan hun vaste tafeltje, hun geld te tellen, plannen te maken voor de volgende trip. "Wij willen gewoon een beter leven", zei een van mijn vrienden toen ik hem vroeg of het het allemaal wel waard was. "Net als jij."
Bed, bad, brood? Het zou ze vast niks kunnen schelen. Meer of minder reddingscapaciteit op zee? Ook dat hield ze niet tegen. Nee, deze jongens hadden er alles voor over om de overkant te bereiken.
Want niet de opvang of de kans om door de Italianen uit zee gevist te worden zorgden voor die inmiddels hier zo beruchte aanzuigende werking. Nee, ons continent zelf was het dat deze jongens ertoe bewoog telkens weer hun leven te wagen. Onze vrijheid, onze voorspoed, onze vrede, en veiligheid. Maar ook onze mode, onze muziek, onze eetcultuur. Europa had in hun ogen bijna mythische proporties aangenomen.
En neem ze het eens kwalijk. Krijgen deze jongens, en miljoenen Afrikanen met hen, niet van jongs af aan die Europese droom door de strot geduwd, ruim een halve eeuw nadat de kolonisator van weleer met volle zakken is vertrokken? Hun schoolboeken, volledig in het Frans, verhalen over Napoleon, over Gelijkheid, Vrijheid, Broederschap, over Verlichting en Renaissance. De televisie, vaak ook Franstalig, brengt de overkant dagelijks dichterbij. Vive l'Europe!
Ik wou dat ze erbij konden zijn vandaag, Maher, Sabri en Mohamed, op die Europese top in Brussel, en hun verhaal konden doen. Om al die dames en heren met hun wijnrode paspoort eraan te helpen herinneren wiens wieg aan de goede kant van het water stond.Kirsten van den Hul
undefined