RumoerJann Ruyters
Mag een memoir de Libris Literatuurprijs winnen?
Nu Oek de Jongs memoir Man zonder rijbewijs op de shortlist van de Libris Literatuurprijs is beland, is er weer enig rumoer over de reglementen van die prijs, oorspronkelijk alleen bestemd voor fictie, ofwel voor romans.
Mag een memoir de Libris Literatuurprijs winnen? Gerbrand Bakker die twee jaar geleden ook protesteerde toen Cindy Hoetmer werd genomineerd met het autobiografische Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar klaagde vorige week in een blogpost en op Twitter over competitievervalsing. Als algemeen bekend was geweest dat een memoir mee mocht dingen dan hadden uitgeverijen breder ingestuurd, naast meer memoirs ook dagboeken en autobiografieën.
Overigens is Man zonder rijbewijs zeker niet de eerste ‘autofictie’ die meedingt naar de Libris. En de roman van Hoetmer was dat ook niet. In 2012 won A.F.Th. van der Heijden met het autobiografische Tonio, in 2011 haalde Detlev van Heest de longlist met het op dagboekaantekeningen gebaseerde De verzopen katten en de Hollander, in 2009 belandde Anna Enquist op de shortlist met de autobiografische roman Contrapunt.
Op literair weblog Tzum liet literatuurcriticus Arjan Peters in een reactie weten dat toen hij deel uitmaakte van de jaarlijks wisselende jury IM van Connie Palmen wel was geweigerd omdat het als non-fictie niet mee mocht dingen; en IM is een boek dat in de bewerking van autobiografisch materiaal toch zeer te vergelijken is met romans als Contrapunt en Tonio.
Had de uitgeverij niet memoir maar roman op de kaft gezet van Man zonder rijbewijs, dan was er geen probleem geweest. Misschien dat het Libris-bestuur beter kan besluiten literaire memoirs voortaan officiëel toe te laten tot de wedstrijd. In de vorm, de niet chronologische compositie bijvoorbeeld en de wisselingen in vertelperspectief, is Man zonder rijbewijs inderdaad net een roman en wat Oek de Jong allemaal wel of niet heeft verzonnen is lastig te beoordelen en doet er ook niet zo toe.