Machtsspel in de coulissen van de rechtszaal
spanningsveld | interview | Rechters en managers van de rechtbank zijn in een onzichtbare machtsstrijd verwikkeld. Dat lost niets op en moet dus anders, zegt Rick Robroek, die morgen in Groningen promoveert op dit onderwerp.
Onafhankelijkheid. Het is de zuurstof van de rechter. Sinds de Fidesz-partij van premier Orbán aan het bewind is, heeft de rechterlijke macht in Hongarije het behoorlijk benauwd gekregen. In Turkije heeft president Erdogan hem niet welgevallige rechters van hun post gehaald. En in Polen heeft het machtige parlementslid Jaroslaw Kaczynski het Constitutioneel Hof bij de keel. En Nederland?
De rechters gingen de afgelopen jaren zelfs de straat op om te protesteren, tegen het sluiten van rechtbanken en tegen afbraak van de kwaliteit van hun werk. Ging het over de macht over het (straf)proces?
Het antwoord op die vraag komt van Rick Robroek. Morgen promoveert hij aan de Rijksuniversiteit Groningen op dit onderwerp.
Robroek: "De rechterlijke onvrede in Nederland is niet zo uniek. Net als de arts, de onderwijzer, de hoogleraar, is de strafrechter in de loop van de jaren veel grip kwijtgeraakt op zijn eigen werkzaamheden. Rechters kunnen hun werk niet doen zoals ze willen. En als ze het doen zoals ze het willen en het gaat de bestuurder (de manager op de rechtbanken, red. ) niet snel genoeg, dan bestaat er een kans dat de bestuurder grote interessante of anderszins prestigieuze zaken in het vervolg aan andere rechters laat of iemand een promotie onthoudt. Als professional is dat natuurlijk erg frustrerend, zeker als je zoals veel rechters redelijk zelfbewust in je vak staat en ook - zoals verwacht mag worden bij rechters - redelijk eigenwijs bent. Volgens mij ligt daar de kiem van de huidige spanningen."
In het spel om de macht zegt u dat er steeds spelregels worden overtreden. Welke?
"Een rechter bepaalt vaak niet zelf hoeveel behandeltijd voor een zaak moet worden uitgetrokken. Hij oordeelt niet zelf over alle verzoeken die in zijn zaak binnenkomen en hij wordt ook niet tijdig in de gelegenheid gesteld te kijken of er nog nader onderzoek moet worden gedaan voordat een zaak op zitting komt.
"Dit zijn enkele voorbeelden, die allemaal in strijd zijn met de wetten die de verhouding tussen rechters en managers regelen. Voor rechters leidt dit tot heel vervelende situaties. Stelt u zich eens voor dat je als rechter vindt dat er nader onderzoek gedaan moet worden terwijl dat onder druk niet mogelijk is, maar je op zitting geconfronteerd wordt met een verdachte en met slachtoffers die graag meer duidelijkheid wensen."
Is met die bestuurlijke invloed de rechterlijke onafhankelijkheid dan niet in gevaar?
"Met de rechterlijke onafhankelijkheid is dit allemaal niet in strijd. Rechters behouden namelijk hun vrijheid om inhoudelijk hun eigen gang te gaan en de bestuurlijke inmenging niet te pikken. Maar wat ik hiervoor beschreef, is wat mij betreft al erg genoeg.
"En het ergste van alles is dat het erg weinig heeft opgeleverd. De rechtspraak is niet in staat gebleken daadwerkelijk te veranderen in een organisatie waarin burgers snel de gewenste duidelijkheid krijgen. Roepen dat de rechterlijke onafhankelijkheid in het geding is of de rechtsstaat in gevaar is, helpt dan weinig. Ga eerst eens kijken wat er bij jezelf niet deugt en veranderd zou moeten worden."
Waarin voelt de verdachte het spel om de macht over het strafproces? Is de zorgvuldigheid in het geding?
"De zorgvuldigheid is bij de Nederlandse rechter in goede handen. De machtsstrijd tussen de strafrechter en zijn manager is geen reden voor de Nederlandse verdachte om te vrezen voor uitglijders bij uitspraken. Mijn zorgen liggen op andere terreinen. Want wat moet de burger denken van rechters die aangeven dat de kwaliteit van hun werk minder is geworden of onder druk staat door een gebrek aan geld of vrijheid van werken? Het publieke vertrouwen in de rechter wordt juist ondermijnd als de rechtspraak voortdurend roept dat de kwaliteit onder druk staat.
"Verder moet de rechtspraak nadenken over hoe ze wil omgaan met de huidige maatschappelijke onvrede. En dan bedoel ik niet: anders straffen of inhoudelijk anders oordelen. Maar rechters zouden bijvoorbeeld sneller kunnen rechtspreken. Veel organisatorische en juridische energie gaat zitten in een betere presentatie van de rechtspraak aan de buitenwereld, maar ik denk dat de organisatorische en juridische energie besteed kan worden aan het zorgen dat verdachte, slachtoffers en de maatschappij niet te lang op een uitspraak hoeven te wachten."
De Raad voor de Rechtspraak heeft recent laten doorklinken dat de derde pilaar in de Trias Politica een begroting verdient die minder afhankelijk is van politieke grillen. De 10.000 medewerkers in de rechtspraak zijn niet zomaar een overheidsdienst, is de redenering."
Is dit echt nodig of verplaatst de Raad voor de Rechtspraak met deze wens een deel van het probleem buiten de strafrechtketen?
"Ik vind dit beroep op de scheiding der machten niet zo sterk. Belangrijker is dat het door mij beschreven probleem binnen de organisatie van de rechtspraak geen financieel maar een bestuurlijk probleem is.
"Bestuurders in de rechtspraak claimen nu meer geld met een beroep op zogenaamde professionele standaarden. Daarmee miskennen ze hun verantwoordelijkheid om voortvarende rechtspraak te realiseren.
"Deze bestuurlijke onmacht zit ingebakken in het huidige stelsel. Bestuurders mogen namelijk wettelijk gezien weinig. En dan is de keuze simpel. Of bestuurders blijven illegaal het werk van strafrechters beïnvloeden of ze blijven om meer geld vragen. Maar het eerste blijft tot grote boosheid van rechters leiden. En het tweede is niet zo eerlijk ten opzichte van andere overheidstaken die ook geld kosten."
Wat zou dan wel een oplossing kunnen zijn?
"Wanneer snellere rechtspraak belangrijk wordt gevonden, denk ik dat de wet zou moeten worden gewijzigd. De bestuurder is nu medeverantwoordelijk voor voortvarende rechtspraak, maar mag niets. Als de bestuurder wel iets doet, is het rechtersland te klein.
"In plaats van op die weg door te gaan of meer geld beschikbaar te stellen, zou de rechtspraakleiding ook meer bevoegdheden kunnen krijgen om het gedrag van rechters te beïnvloeden. Voordeel daarvan is dat de leiding van rechters daardoor niet meer illegaal het strafproces hoeft te beïnvloeden en zijn optreden dus aan transparantie wint.
"In mijn onderzoek kom ik tot de conclusie dat het Wetboek van Strafvordering (zeg maar de instrumentenkist van de strafrechter) verschillende benaderingen toelaat die allemaal kwalitatief goede rechtspraak opleveren. Een voorbeeld van tijdwinst is het verkorten van de motiveringen in uitspraken. Om de verdachte, het slachtoffer en de maatschappij sneller zekerheid te geven, zou het goed zijn wanneer bestuurders zouden kunnen gaan sturen op die aanpak van strafzaken die voor alle zaken goed is."
En tot die tijd? Heeft u een advies voor de bestuurders in de rechtspraak?
"Tot die tijd kunnen managers niet zo heel veel, vrees ik. En snap ik dat ze om extra geld blijven vragen. Als er meer geld bij bejaardenzorg, defensie of onderwijs wordt weggehaald, zal de sfeer in de rechtspraak verbeteren en rustiger worden, maar het verleden leert dat de rechtspraak met extra geld niet sneller helderheid richting verdachten en slachtoffers gaat bieden met een vonnis.
"Bestuurders zouden tegelijkertijd wel kunnen pleiten voor meer wettelijke armslag. We moeten ons namelijk goed realiseren dat er sinds 1990 inmiddels honderdduizenden lichtere zaken buiten de strafrechter worden afgedaan, omdat de strafrechter niet in staat was en is om sneller te werken.
"Het is nog maar een fractie dat de strafrechter berecht. Mijn onderzoek is bedoeld om de strafrechtspraak niet nog meer strafzaken te laten verliezen aan het Openbaar Ministerie of aan het administratieve recht. Het is nu of nooit."
undefined
Wetenschapperen blogger
Rick Robroek (24 december 1980, Heerlen) studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij begon zijn promotieonderzoek toen hij werkte als stafjurist bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Robroek is nu wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Groningen en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Amsterdam. Hij is medeoprichter van weblog ivorentoga.nl.
undefined