Maalstroom van flitsen, figuraties en fracties dans
Vanavond in het Muziektheater in Amsterdam, van 16 tm 18-2 in Rotterdam.
Dit schreef ik mei vorig jaar naar aanleiding van Kinok, de hervatte samenwerking van choreografe Anna Teresa de Keersmaeker (Rosas) en componist Thierry de Mey. In het Kunsten-Festival in Brussel hadden Rosas en het Ictus Ensemble een voorstudie getoond van wat moest uitgroeien tot een avondvullende produktie. Afgelopen donderdag vond daarvan in het Muziektheater de Nederlandse première plaats. Kinok werd herdoopt tot 'Amor Constante más allá de la Muerte', naar het gedicht van de Spaanse dichter Francisco Gomez de Quevedo y Villegas (1580-1645).
Na afloop van de tornado, want dat werden de twee uur zonder pauze inderdaad, was ik uitgeput, waren mijn billen en benen stijf. Meer overrompeld dan opgewonden voelde ik mij door de maalstroom van fractals, figuraties en audio-visuele flitsen die leken voort te komen uit twee over elkaar schuivende frictieplaten. Nu eens gebeurde dat knarsend en schurend, dan weer leidde dat tot zacht gekabbel.
In deze produktie over dood en leven, liefde en herinnering, beweging en stilstand, ruimte en ritme, gewicht en gewichtloosheid, reductie en expansie, - kortom over alle mysteries van tijd en vorm die muziek en dans delen - schuiven zeven jongens en zeven meisjes (Rosas), begeleid door elf zich van voor naar achteren verplaatsende musici door, over en op elkaar, om de kwellende koorts van hun verlangen te tempen.
De voorstelling is een lange poging om niet tussen hemel en aarde verpulverd te worden. Tot stof zullen wij wederkeren, natuurlijk, maar laat het in naam van kunst en liefde wel hartstochtelijk stof zijn en moge de herinnering van het beleefde en gedeelde overleven. In die wrijving der tegengestelde krachten overheerst de schroef, als oervorm van alle wording, middelpunt zoekend of middelpuntvliedend, omhoog of omlaag. Maar dat belet dansers en musici niet om constant af te wijken, op de twee haaks op elkaar staande vloervlakken van hun gladde parket. Want hoe genereus en organisch is de spiraal in het panta rhei van deze twee Vlaamse volgelingen van Pythagoras.
Kleine handen
Luctor et emergo, maar misschien ook wel niet. Moeite kostte het me zeker om mijn greep op de veertien individueel afgelegde danstrajecten in de magische, want zevendelige muzikale structuur overeind te houden. Er leek ook geen einde aan te komen, en na vijf kwartier zag ik alleen nog herhalingen. Van alle woorden die in Frans, Engels, Spaans en gebarentaal voor doven door de scènes zijn verweven, zal ook maar één regel mijn geheugenverlies overleven. Niet de Spanjaard Quevedo, maar de Amerikaanse dichter E. E. Cummings schreef: 'Niemand, zelfs de regen niet, heeft zulke kleine handen'.
Daar, ergens op die diagonaal geplaatste, puntig over de orkestbak uitstekende parketvloer, tussen links een wand van schotten met spiegels en rechts een gapend zwart gat met een batterij spots en onder een fraai gefabriceerd houten raamwerk van twee haakse rechthoeken en een neerhangende pilaar van hout, bevindt zich het universum van De Keersmaeker-De Mey. Nog altijd delen zij hetzelfde oprechte geloof in de functie van liefde: 'To fabricate unknownness'. Op de landkaart van hedendaagse dans betreden zij daarmee het terra incognita dat ergens tussen de produkties van Billy Forsythe en Wim Vandekeybus ligt.
Het zijn vooral de muzikanten onder leiding van Georges Elie Octors en enkele Rosas-vrouwen die mij voor hun passie een identificatiemodel boden, met name Sarah Ludi, Marion Levy, Anne Mousselet, Johanne Saunier. Tegen hun persoonlijk charisma bieden de mannen helaas veel minder tegenspel, in weerwil van al het onstuimig gerollebol, gezwaai en gewieg.
Wat mij het meeste trof waren vooral de complexe choreografische contrapunten in De Mey's zo kleurrijk geschakeerde, bij vlagen ontroerende muziek. Van alle stormkracht op het dansparket, met dat klemmende, soms openhartig expressionistisch beroep op eeuwige liefde en waarbij ook de dierbare herinnering aan vorige Rosas-produkties wordt bepleit, is stellig te veel aan mij ontgaan. Hoe tragisch eigenlijk dat dit intens doordachte pleidooi de aanslag van eenmalig aanschouwen niet kan verdragen. Want ook in de digestie van dans zit een absoluut verzadigingsmoment.