Luistert de overheid wel genoeg naar ons?
Liefde, woede, angst, verbazing. Het komt allemaal langs op Facebook, Twitter en in de mailbox. Maar burgers die met schrik horen over de komst van een vluchtelingenopvang in hun straat, hoe kunnen die dat kwijt bij de overheid?
De raadszaal in Purmerend was eind vorige maand te klein voor de hoeveelheid bezorgde inwoners die wilden horen hoe hun gemeenteraad over de opvang van vluchtelingen dacht. Dat de plaatselijke opwinding hierover groot was, had de burgemeester al gezien op de sociale media. Tegen de onbeperkte ruimte van Facebook en Twitter, en het ontbreken van openingstijden, steekt zo'n raadsvergadering in een veel te kleine zaal voor zo'n groot publiek ouderwets af. De raadsvergadering kon niet doorgaan. Twee weken later was er een inspraakavond. In een gehuurde zaal, een poppodium.
Is onze democratie niet aan een update toe? De digitalisering geeft veel meer mogelijkheden om burgers te betrekken bij het beleid dan door, zoals nu, eens per vier jaar een vakje rood te kleuren of af en toe een inspraakavond te beleggen. Dat betrekken van burgers is niet iets vrijblijvends, maar noodzakelijk. Een derde van de kiezers bleef afgelopen keer thuis, omdat ze het gevoel hebben dat de overheid zich niets van hen aantrekt.
Hetzelfde als honderd jaar geleden
Kim Putters, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, sprak er onlangs al zijn verbazing over uit dat de overheid nog altijd met burgers communiceert als honderd jaar geleden. Het SCP onderzoekt hoe de democratie wat moderner ingevuld kan worden. Iets meer dan de helft van de Nederlanders wil graag betrokken worden bij besluiten van de overheid zonder dat ze echt meebeslissen, peilde het SCP. Een referendum, al is dat maar adviserend, is voor de meeste mensen genoeg.
Naar een directe democratie, zoals in het oude Griekenland, kunnen we niet terug. Maar tussen meebeslissen en thuis maar afwachten of er een vluchtelingenopvang naast de deur komt, zit een groot gebied. Daar is best wat te winnen. Dat dertig procent zich niet gehoord voelt, is verontrustend. Als ik me niet gehoord voel, ben ik ook niet zo erg bereid om mee te werken als er iets van me gevraagd wordt.
Stel dat ik mijn zorg over de komst van een noodopvang van vluchtelingen kwijt wil, wat kan ik dan doen? Op de website van de Tweede Kamer staat een telefoonnummer, en als ik dat bel kan ik doorverbonden worden met Kamerleden, staat erbij vermeld. Ook kan ik mailen.
Via de website van de plaatselijke gemeente kan ik een klacht indienen, of een compliment geven, of een vraag stellen. Maar dat kan ook gaan over loszittende stoeptegels. Is het genoeg om mij het gevoel te geven dat ik gehoord word? Of is daar meer voor nodig, zoals een peiling via Facebook of een Twitterbericht over iets dat in mijn wijk gebeurt?
Graag hoor ik van u of u vindt dat de overheid wel voldoende luistert naar burgers als u en ik.
Stuur uw reactie van circa 150 woorden uiterlijk dinsdag 12 uur naar lezers@trouw.nl, voorzien van naam en adres. Een keuze uit de antwoorden verschijnt woensdag.