'Loten is oneerlijk en beschadigend'
Toen hij drie was wist Michiel van Wijk al wat hij wilde worden: dokter. Hij liep met een dokterskoffertje de straat door en belde overal aan, of er nog wat te genezen viel. Deze maand wordt hij 20, maar zijn kans arts te worden is er niet groter op geworden. Michiel is twee keer uitgeloot voor geneeskunde en heeft dit jaar nummer 1862. Tussen 1500 en 2500 weet je niet of je bent in- of uitgeloot.
Over twee weken moet er een brief uit Groningen komen die dat verheldert. Is Michiel uitgeloot, dan kan hij elke dag met Groningen bellen of hij 'nageplaatst' wordt. Zo vergaat dat jaarlijks ongeveer vierduizend jongeren die graag arts willen worden maar niet de gelegenheid krijgen: er is over heel Nederland plaats voor 1 750 eerstejaars geneeskunde, terwijl ruim zesduizend jongeren belangstelling hebben.
Twee jaar geleden is Michiel na z'n uitloting eerst maar een jaar in de VS gaan studeren - rondkijken of iets anders óók leuk is. “Toen heb ik een paar maanden astronomie gedaan, bijvoorbeeld. Maar het punt is: een heleboel dingen zijn wel leuk voor een paar maanden. Maar alleen geneeskunde is leuk voor een heel leven.”
Dit jaar studeerde hij in Amsterdam medische biologie, omdat die studie een paar vrijstellingen oplevert wanneer hij ooit wordt ingeloot. Ja, over studeren in België heeft hij ook wel gedacht. Maar ten eerste kun je alleen na drie jaar België overstappen naar Nederland - als je dan tenminste wordt ingeloot - en ten tweede verlies je dan alsnog twee studiejaren. En het is ook niet zo zinvol de complete opleiding in België af te maken, want in Nederland zit niemand erop te wachten om een Belg een opleidingsplaats tot specialist te geven. Negentien, en in een fuik - dat is Michiels positie.
Gemotiveerd Hij zit er niet in z'n eentje. In de Amsterdamse collegezaal met medisch biologische studenten zitten 120 anderen, van wie er honderd net als Michiel liever medicijnen zouden studeren. In Utrecht en Leiden bestaan onder een andere naam ook collegezalen met zo'n samenstelling. “Je merkt het ontzettend. Bij het eerste college zei een hoogleraar tegen ons: 'Ik had liever gehad dat jullie er niet waren.' Dat snap ik ook wel, want we zijn niet gemotiveerd voor zijn vak. In januari hadden we fotosynthese. Ik vond het vreselijk, om elke ochtend naar een boerderij te moeten fietsen en daar iets met plantjes te doen. Nu hebben we 'Inleiding tot de geneeskunde'. Nu heb ik elke ochtend zin om m'n bed uit te komen. Zodra het klinisch wordt, vind ik het leuk. Word ik dit jaar wéér uitgeloot, dan hou ik met medische biologie op.”
Lobby “Ga naar een hotelschool, een politieacademie of een conservatorium en ze doen van alles met je: ze voeren gesprekken, ze laten je voorspelen. Maar ga geneeskunde studeren, en je bent afhankelijk van een dobbelsteen.” Suzan van Wijk, Michiels moeder, is het afgelopen halfjaar een doorknede lobbyist geworden. Haar comité 'Lotgenoten' ontwikkelde zich in zes maanden van een actiegroep van drie Dordrechtse moeders tot een stichting met een compleet bestuur en een donateurslijst met zo'n 150 namen. Niet die van de uitgelote studenten zelf, maar van hun ouders.
Het systeem van 'gewogen loting' waarmee Nederland studieplaatsen toedeelt moet ui-ter-lijk in september 1997 afgeschaft zijn, vinden de leden van 'Lotgenoten'. “Het is niet alleen oneerlijk. Het is ook beschadigend. Niet zeker zijn over je toekomst heeft een desastreus effect. Het komt voor dat uitgelote kinderen naar een psychiater moeten”, zegt mevrouw Van Wijk.
In plaats van een loting waarin de examencijfers een beetje meetellen (wie, zoals Michiel, een examengemiddelde heeft tussen 7 en 7,5 heeft half zo veel kans op een plaats als wie meer dan 8,5 scoorde) moeten er toelatingsgesprekken komen, waarin de motivatie van een nuldejaars wordt bepaald. Dat vindt 'Lotgenoten' veel eerlijker.
Voor de kosten hoeft Nederland dat niet te laten, denkt Van Wijk: “Reken eens uit wat het kost om 'Groningen', waar de loting plaatsvindt, overeind te houden! Reken eens uit wat het kost dat al die uitgelote jongeren een parkeerstudie gaan doen! We hebben dat laatst door een organisatieadviseur laten bekijken. Die zei dat een jaar medische biologie studeren 60 000 gulden kost. Terwijl het 1 500 gulden kost om een kind een dag lang te laten testen.”
Gewogen Dat Nederland sinds 1975 de 'gewogen loting' gebruikt om eerstejaars toe te laten tot opleidingen waarvoor de belangstelling groter is dan het aantal plaatsen, was destijds het resultaat van een lange discussie en een combinatie van ideologie en nuchterheid. Volgens PvdA-bewindsman G. Klein moest iedereen met een vwo-diploma een studie binnen kunnen, ongeacht de examencijfers. Dat heette 'integrale loting'. Hij werd van die gedachte afgepraat door de commissie-Warries, die 'gewogen' loting de minst slechte oplossing vond.
Een paar jaar later deed VVD-minister Pais de discussie over, omdat hij zich juist alleen op examencijfers wilde verlaten. Ook Pais werd van zijn idee afgepraat, door een commissie-Wiegersma. Wiegersma en Warries waren eendrachtig in hun boodschap dat foutloos selecteren simpelweg niet kan. Gewogen loting is de minst slechte oplossing, zeiden zij.
Goede examencijfers voorspellen immers maar heel zwakjes de latere prestaties in het hoger onderwijs. Dat verband is nog op z'n sterkst voor de technische studies: wie op school goed is in de exacte vakken, haalt z'n tentamens op een TU inderdaad vlot. Maar voor die opleidingen hoeft meestal niet te worden geloot.
“Hoe het wérkelijk zit met het verband tussen examencijfers en de tentamens hier, dat houden we niet precies bij”, zegt bij de Leidse faculteit geneeskunde studieadviseur I. van der Bent. “Wat we wel weten is: wie op school hoge cijfers haalde, schiet vaak vlot door de eerste vier jaar van de opleiding heen, maar komt nogal eens in de problemen bij de co-schappen. Dan gaat het minder om je kennis dan om je sociale vaardigheden.”
Georganiseerd verzet tegen de gewogen loting is er sinds eind jaren zeventig eigenlijk niet meer geweest - sinds de nieuwe wet op het hoger onderwijs mag er in het hoger onderwijs zelfs nog minder geselecteerd worden. Alleen sport- en kunstopleidingen en hotelscholen mogen nog toelatingsgesprekken voeren. Elders wordt er gewogen geloot.
Tot nu, nu ouders van uitgelote studenten de krachten bundelen en er bij minister Ritzen op aandringen dat hij hun alternatief, van de toelatingsgesprekken, laat onderzoeken. Michiel van Wijk vindt dat hij er zelf geen tijd voor heeft om met lotgenoten een actiegroep te beginnen. Zijn moeder, Suzan van Wijk: “Nee, het is niet zo dat wij ouders die boosheid nou zo aanwakkeren, of dat we extra boos zijn omdat we zelf academicus zijn. Je voelt je zo machteloos - dat is het. Je wilt dat je kind ten minste één keer de gelegenheid krijgt om te tonen wat het kan.”