Loonslaaf brandt op door gebrek aan vrijheid: het aantal burn-outs neemt toe
Niet alleen veel werk, maar ook de vrijheid om die taken naar eigen smaak te verrichten spelen mee bij een burn-out. Het aantal werknemers dat eronder lijdt, blijft stijgen.
De burnout-storm lijkt voorlopig nog niet uitgeraasd: in tien jaar tijd is het aantal werknemers dat klaagt over een opgebrand gevoel met bijna de helft toegenomen. Dat komt door een cocktail van tendensen die geheid voor stress zorgt: méér werk, met steeds minder vrijheid om dat naar eigen inzicht aan te vliegen.
De psychische klachten die dat oplevert kosten werkgevers ruim vier miljard euro aan verzuim, concludeert onderzoeksinstituut TNO in zijn tweejaarlijkse Arbobalans, waarin het burn-out op de werkvloer onderzocht.
In jargon heet die vrijheid op de werkvloer ‘autonomie’: de ruimte om deels zelf de werktijden te bepalen, om sommige taken te delegeren of op zijn minst uit te voeren zoals de werknemer dat zelf fijn vindt. Maar die is tanende: het aantal werknemers dat zich autonoom voelt, daalde tussen 2007 en 2017 van 45 naar 38 procent.
In diezelfde periode ziet TNO juist een toename van ‘hoge taakeisen’: veel werk dat ook nog snel af moet. Door die combinatie steeg het aantal werknemers met burn-outklachten van 11 naar 16 procent sinds 2007.
Best moeilijk
Wendela Hooftman van TNO zegt dat een oplossing “stiekem best wel moeilijk” is voor werkgevers. “De economie trekt aan en dat vraagt om hogere productie. Maar er zijn nog niet genoeg mensen om die extra vraag het hoofd te bieden. Lang niet alle vacatures zijn opgevuld.”
In drie sectoren in het bijzonder komt er naast die hoge werklast ook weinig vrijheid kijken, stelt TNO in samenwerking met onder meer het RIVM en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Wie gevoelig is voor burn-outklachten kan volgens het rapport beter niet werken in de horeca, het onderwijs of de gezondheidszorg.
Ook Rob Hoedeman, burn-out-expert en bedrijfsarts bij Mensely, noemt de zorg een werkplek waar veel werkdruk én weinig vrijheid samenkomen. “Neem de ambulanceverpleegkundige die volgens een strikt protocol aansprakelijk is voor de patiënten die hij onderbrengt, terwijl hij onderweg steeds tegen een overspoelde eerstehulppost aanloopt. Dat voelt als onmacht. Of denk aan de omstreden vijfminutenregistraties in de thuiszorg, die medewerkers verplichten om constant te rapporteren wat ze zojuist hebben gedaan.”
Ruimte in het hoofd
Hooftman ziet dat controleren van werknemers ook als een oorzaak van opgebrande gevoelens. “Je ziet dat veel in warenhuismagazijnen. En zelfs van caissières in de supermarkt houdt de baas in de gaten hoe lang ze precies over hun taken doen.” Juist met het afschaffen van dat soort geregel kunnen werkgevers nog een kleine slag slaan, denkt Hoedeman van Mensely. “Dat brengt meer ruimte in het hoofd van de arbeider.”
Daarnaast zou het al een hoop schelen als werkgevers hun personeel wat meer vertrouwen gaven, zegt hij. “Laat arbeiders vaker op hun eigen manier naar een eindproduct toewerken, laat ze wat meer los.” De baas moet wel kritisch blijven op dat eindproduct. “Maar het kan dat persoon A dat anders aanvliegt dan persoon B. Zolang het resultaat er niet minder om is, moet je dat vooral toestaan.”
Flexibele arbeidskrachten zeggen juist minder te kampen met een opgebrand gevoel, al zijn hun arbeidsomstandigheden minder rooskleurig dan die van vaste arbeidskrachten. Die groep, die de afgelopen tien jaar groeide van 19 naar 27 procent van de arbeidsmarkt, heeft volgens TNO vaker te maken met agressie en ook vaker met fysiek zwaar of repeterend werk. Toch blijken de oproep- en invalkrachten vaker in goede gezondheid te leven. Een duidelijke verklaring daarvoor heeft Hooftman niet. “Het zou erin kunnen zitten dat zij minder vaak lang onafgebroken aan de slag zijn bij een bedrijf. En dus minder lang achterelkaar in een zwaar stramien vastzitten.”
Zorg zelf voor meer autonomie op je werk
Meer vrijheid vergaren om je werk te doen zoals jíj dat wilt? Dat is volgens coach Miriam Dijst uit Heemskerk best te regelen. Haar burn-outcliënten moeten eerst overzicht krijgen in hun werkzaamheden. “Dus vraag ik ze op te schrijven wat ze allemaal aan projecten en taken op hun bordje hebben, en hoeveel tijd die kosten.” Opgeteld blijkt dat vaak meer dan waar ze voor worden betaald. “Daarmee moeten ze naar de baas. Met als boodschap dat ze prioriteiten willen stellen. Dít vind ik leuk en belangrijk, dit wil ik laten vallen.” Daardoor krijgt haar cliënt meer rust in zijn hoofd, en daarmee meer overzicht. “Dat is dan weer handig om in de toekomst makkelijker ‘nee’ te zeggen tegen nieuwe opdrachten.”
Lees ook:
Burn-out: als het te zwaar wordt om iemand te zijn
Te veel stress of een te hoge werkdruk wordt vaak als oorzaak aangewezen voor een burn-out. Maar volgens cultuurfilosoof Maarten Coolen is er iets anders aan de hand. ‘Een burn-out treedt op als je het verhaal over je eigen identiteit niet meer kunt volhouden.’