Lof zij Pelly, koning der regisseurs

Opera

L'amour des trois oranges De Nederlandse Opera ****

In het rijk der regisseurs is de Fransman Laurent Pelly koning. Zonder zware concepten of onbegrijpelijke verdraaiingen van het origineel weet Pelly met moderne middelen steeds een voor het oog heerlijke en tegelijkertijd boeiende wereld te herscheppen. Zijn werk kent inmiddels echte klassiekers: 'La fille du régiment' bijvoorbeeld (groot succes in Parijs, Londen en New York), 'Platée' (samen met Marc Minkowski) of 'Cendrillon' (ovaties in Londen en Brussel). Bij De Nederlandse Opera regisseerde hij bij het Holland Festival van 2005 met vergelijkbaar succes Prokofjevs 'L' amour des trois oranges'. Die tintelende productie staat sinds vrijdag weer op de bühne van het Muziektheater en overtuigt wederom moeiteloos.

In het rijk der aanstormende dirigenten is de Tsjech Tomás Netopil een opvallende kroonprins. Vanaf september is hij chef-dirigent van het Aalto Theater in Essen en bij DNO debuteert hij nu met deze Prokofjev en dat doet hij op verbluffende wijze. Met het fantastisch spelende Residentie Orkest raast hij heerlijk koel en precies door de partituur en pareert daar in de bak met gemak de scenische wervelwinden op het toneel. Je kunt horen dat Netopil al net zo gecharmeerd is van wat hij ziet als wij in de zaal. En Prokofjev maakt het dirigent en regisseur niet gemakkelijk met zijn heen en weer schietende woorden en noten van dit absurde verhaal.

In het rijk van Klaveren Koning is de melancholieke kroonprins ziek. Hij kan alleen genezen als iemand hem aan het lachen kan maken. Aan het hof zijn goede (tovenaar Tchélio) en kwade (heks Fata Morgana) krachten aan het werk. Zij hebben een potje kaart gespeeld over het lot van de prins, die diverse troonbelagers heeft. Als Fata Morgana potsierlijk ten val komt, begint de prins uit leedvermaak te lachen.

De ziedende heks spreekt een vloek uit: de prins zal verliefd worden op drie sinaasappelen die hij moet weten te vinden met gevaar voor eigen leven. Na tal van idiote perikelen kan de prins de sinaasappelen stelen uit de keuken van een gigantische kokkin met een nog grotere soeplepel. Hij trouwt met Ninette die in de derde sinaasappel verstopt zit. Eind goed, al goed.

Geweldig hoe Pelly hier een heel kaartenhuis opbouwt (en laat instorten), en hoe hij met theatrale trucs in een mum van tijd schier onmogelijke changementen verwezenlijkt. Het geeft de voorstelling, samen met de spitse muzikale begeleiding van Netopil, een enorme vaart. Binnen twee uur flitst de opera - uitermate geschikt voor kinderen - voorbij. En als het beroemdste moment uit de partituur zich aandient - die immer aanstekelijke marsmuziek - dan geven zowel Pelly als Netopil prachtig acte de présence.

In de grote cast zitten nauwelijks zwakke schakels. Anna Sjafajinskaja (Fata Morgana) en Kurt Gysen (Tchélio) weten hoe ze vocaal moeten imponeren. Het tenoren-duo Martial Defontaine (Prins) en Sergei Khomov (Trouffaldino) steelt wederom de show en bas Lukas Jakobski weet als kokkin de vervaarlijke tuba in de bak (Prokofjev op zijn best) weergaloos te weerstaan. Pelly laat hen allen bovendien geweldig acteren. Er zijn nog genoeg kaarten, dus ga kijken!

Peter van der Lint

Nog te zien t/m 21/3. www.dno.nl

Klassiek

Rotterdams Philharmonisch Orkest ****

Wat past beter bij het Tweede pianoconcert van Rachmaninov: een brullende klavierleeuw aan de vleugel of een lieftallige Française? Bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest probeerde Lise de la Salle ons van de laatste categorie te overtuigen.

En daarmee had het gezelschap twee jonge talenten te gast, die beiden de 30 nog niet gepasseerd zijn. De la Salle maakte haar debuut bij het orkest, de Engelse dirigent Robin Ticciati werkte al eerder met de musici.

Rachmaninov dus, de eerste akkoorden: bloedstollend. Even verderop: vriendelijk vloeiende passages, de Franse blondine heeft een gesmeerd lopend, poezelig toucher. Weer wat later, in het Adagio: poëtisch pianospel - alleen, wat De la Salle precies wilde zeggen, werd niet duidelijk. Haar Rachmaninov meanderde voort, had een hoog meditatief gehalte; maar wanneer ging ze nu schatgraven in deze zwaar romantische compositie? Een klavierleeuw is niet per se nodig, een eigen willetje wel.

En dan zijn er in dit concert altijd van die momenten dat de pianist ongenadig bedolven dreigt te worden onder het orkestapparaat. In de Rotterdamse Doelen bleef het niet bij een dreiging, soms werd het een zoekplaatje voor de oren en zag je De la Salle hard werken, maar hoorde je haar niet. Hier had Ticciati moeten ingrijpen, maar ja, het ging zo lekker met een volle strijkersklank, en blazers op z'n hand.

Ticciati is geen dwingeland, wel uiterst innemend in zijn gebaren. Hij zit goed in zijn dirigentenvel en streeft naar een extreem verzorgde toonkwaliteit, zonder enige vorm van krachtpatserij. Al in 'Het betoverde meer' van Anatoli Ljadov drukte hij zijn stempel op de avond, met een klare visie op het orkesttimbre die hij in Sibelius' Zevende symfonie verder uitwerkte.

De weidsheid - zelfs in deze korte, ononderbroken symfonie - van het rijk gekleurde klanklandschap vond zijn weerslag in Ticciati's spectaculaire, gepolijste beeldverhaal. Kraakheldere violen en tevreden orkestrale zuchten trokken de uitvoering van het werk naar een hoger plan.

Frederike Berntsen

Cabaret

Micha Wertheim voor je het weet Micha Wertheim ****

De atleet Dick Fosbury introduceerde in 1968 een nieuwe manier van hoogspringen. Daarna kon je niet meer anders springen, Fosbury had de nieuwe norm vastgelegd. Zo wil Micha Wertheim cabaret bedrijven. Vooruitstrevend, prikkelend en tot het randje. En dan mag het ook best mislukken, want 'de mislukkingen van vandaag zijn de innovaties van morgen'.

'Micha Wertheim voor je het weet', zijn vijfde voorstelling, begint aarzelend. Wertheim weet nog niet zo heel goed waar zijn voorstelling over moet gaan, hij zit op het moment nét voor je het weet. Hij is vader geworden van een tweeling en die heeft flink roet in het eten gegooid. De kinderen hebben ervoor gezorgd dat hij milder is geworden. En 'best wel gelukkig'. Een doodse stilte is het gevolg. Ja, geluk is saai, dat beseft Wertheim als geen ander.

Op een heel fraaie manier buigt hij dat om. Baby's zien wel alles, zo redeneert hij, maar herkennen nog niks. Alsof ze door een caleidoscoop kijken. Ze zijn ook onbekommerd vrolijk. Dat komt doordat ze nog niks weten. Hoe meer je weet, hoe minder er namelijk te lachen valt. Daarom zouden depressieven op een cursus 'minder weten' moeten. Leren ze zich weer verwonderen.

Wertheim heeft een heerlijk tegendraadse manier van denken die hij uiterst logisch opzet. Daar waar andere cabaretiers stoppen, slaat hij nog net even de hoek om. Zo lijkt het heel lang of je collectief aan het verdwalen bent. Maar Wertheim weet precies waar hij mee bezig is. Het is bijna verontrustend hoe geraffineerd hij ook deze voorstelling weer opbouwt. Waar je in het begin nog denkt: man, waar gaat het heen? Daar overheerst na afloop het gevoel dat hij je toch weer heeft beetgenomen. Het lijkt achteloos, maar alles is bedacht. Grandioos.

Zoals vaker bij hem gaat ook 'Voor je het weet' niet alleen over hoe je kunt verrassen, maar ook over het vak zelf, over ons als publiek, en over het maken van een voorstelling. Wertheim goochelt handig met die verschillende niveaus van denken en gebruikt steeds metaforen. Achterdochtig word je daarvan: bedoelt hij hier niet eigenlijk iets heel anders mee? Hoor ik wel wat ik hoor? In die intrigerende manier van cabaret bedrijven is hij uniek.

Wie denkt droge kost tot zich te nemen, zit mis. De 'grappentrommel', zoals hij dat zelf noemt, gaat vaak genoeg open, met alle soorten grappen. Die waar je onbekommerd of besmuikt om lacht en die waar je bewonderend om moet lachen.

Rinske Wels

Tournee t/m 16 mei. Info: www.michawertheim.nl

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden