Lijfrenteaftrek
Ieder jaar besteedt de belastingdienst speciale aandacht aan een bepaald onderdeel van de belastingaangifte. Voor 2004 geldt dat de aftrekpost 'premies of koopsommen voor lijfrentes' extra goed wordt nagekeken.
Dat houdt in, dat als u op uw aangifte een bedrag als lijfrentepremie in aftrek brengt, de belastingdienst u kan verzoeken om het door u berekende pensioentekort en het betalingsbewijs te overleggen. U heeft immers alleen recht op lijfrenteaftrek wanneer u jonger bent dan 65 jaar, een pensioentekort heeft en wanneer u de lijfrentepremie of koopsom ook daadwerkelijk binnen deze juiste termijn heeft betaald.
U heeft sneller een pensioentekort dan u denkt. Wie een variabel inkomen heeft, provisie, een 13de maand, een winstdeling of auto van de zaak, bouwt hier vaak geen pensioen over op. Aan de andere kant leidt niet ieder tekort tot lijfrenteaftrek. Als u een pensioentekort heeft omdat u na een echtscheiding de helft van uw opgebouwde pensioen aan uw ex-partner hebt moeten overdragen. Of wanneer u eerder wilt stoppen met werken, of na uw 25ste begonnen bent met werken, bouwt u niet het maximale pensioen (70 procent van uw arbeidsinkomen) op, maar heeft u geen recht op extra lijfrenteaftrek.
Voor IB-ondernemers geldt meestal dat zij vrijwel ieder jaar gebruik kunnen maken van de aftrek; vaak is er een pensioentekort en wordt op geen andere (fiscaalvriendelijke) wijze pensioen opgebouwd. Daarnaast kunnen ondernemers de oudedagsreserve en de stakingswinst tot een bepaald maximum omzetten in een lijfrente. Heeft u een pensioentekort, dan wordt de hoogte van het aftrekbare bedrag bepaald aan de hand van de jaarruimte of reserveringsruimte. Bij de berekening van de jaarruimte, het bedrag dat u in een belastingjaar mag aftrekken als u pensioentekort heeft, zijn het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend.
De reserveringsruimte bepaalt u door het niet-gebruikte deel van de jaarruimtes in de voorgaande zeven jaar te berekenen. Voor 2004 bedraagt de jaarruimte maximaal euro 24687 (2005 euro25033). De reserveringsruimte bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 17 procent van de premiegrondslag met een maximum van euro 6244 (2005 euro 6332). Voor de belastingplichtige die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, wordt het maximumbedrag van euro 6244 (2005 euro 6332) verhoogd tot euro 12335 (2005 euro 12508). Voor de jaar- en reserveringsruimte geldt een zogenoemde terugwentelingstermijn van 3 maanden.
Om voor premieaftrek in 2004 in aanmerking te komen, moeten de lijfrentepremies dus voor 1 april 2005 zijn betaald. Voor terugwenteling van de lijfrentepremieaftrek voor ondernemers (omzetting oudedagsreserve en stakingswinst in een lijfrente) blijft de terugwentelingstermijn zes maanden.
Meer informatie over de lijfrenteaftrek kunt u vinden op www.belastingdienst.nl. Hier is ook het rekenprogramma lijfrentepremie te vinden waarmee u het bedrag kunt berekenen dat u maximaal in 2004 bij uw aangifte inkomstenbelasting in aftrek kunt brengen als u geen of onvoldoende pensioen opbouwt.