Lichaam Marinus van der Lubbe opgegraven voor toxicologisch onderzoek

Het lichaam is eind januari in Leipzig opgegraven, bevestigt de hoofdarts tegen Der Spiegel. De uitslag van het toxicologisch rapport wordt binnen enkele weken verwacht.

Van der Lubbe (24), een halfblinde metselaar uit Oegstgeest, werd voor de verwoestende brand in de Rijksdag ter dood veroordeeld. Vier andere verdachten werden vrijgesproken. Tijdens het proces maakte hij een apathische indruk. Volgens Der Spiegel dacht men destijds dat dit kwam doordat Van der Lubbe scopolamine toegediend had gekregen, ook wel waarheidsserum genoemd. Hij legde een bekentenis af, maar na de oorlog ontstond twijfel over of hij wel de schuldige was. Zo verklaarde een lid van de SA, de knokploeg van de nazi's, in 1955 dat Van der Lubbe de brand niet kan hebben gesticht. De Rijksdag zou al hebben gebrand voordat hij er aankwam.

De opgraving gebeurde oorspronkelijk op initiatief van een stichting die historische graven onderhoudt. Die wilde met zekerheid vaststellen dat het stoffelijk overschot van Van der Lubbe is, om er vervolgens een gedenkteken te plaatsen. Aan de hand van het lichaam is vastgesteld dat het inderdaad om de Nederlander gaat. Hij werd in 1934 namelijk door nazi’s onthoofd.

Het Rijksdaggebouw in Berlijn werd op 27 februari 1933 in brand gestoken, toen Adolf Hitler net een maand aan de macht was. Het gebouw van het Duitse parlement brandde af. De nazi’s gaven de communisten de schuld. De noodtoestand werd vervolgens uitgeroepen, waardoor de vrijheden en rechten van burgers werden beperkt en politieke tegenstanders van Hitler en zijn partij massaal werden aangehouden.