Leven en dood als tweelingbroers
In haar pas verschenen biografie van Juliana citeert Jolande Withuis een briefje dat de jonge prinses schreef aan een vriendin wier dochtertje was verdronken: 'Lieve Nelke, dat zoiets in jullie leven heeft moeten komen - de dans van de tweelingbroeders leven & dood, daarover schrijft Tagore ergens. En wat is een kort en gelukkig leven een voorrecht voor haar, dat ze heeft boven ons.'
Is dit 'schokkend', zoals Withuis zegt? Niet schokkender dan het voor velen is om van ongelovigen te horen dat er niets na de dood is en mensen eindigen als een wegrottende hond. Overigens is er vandaag, meer dan in Juliana's tijd, oog voor de psychologische kant van een verlies, zodat rouw en verdriet aandacht krijgen.
In haar briefje verwijst zij naar de Indiase dichter Rabindranath Tagore die een wijze kijk op leven en dood had. Ze zijn 'tweelingbroers'. Wie alle kaarten op dit bestaan zet, misvormt het leven evenzeer als zij die de hemel benadrukken ten koste van dit ondermaanse.
Sterven kun je vergelijken met geboren worden. Wanneer het leven van een baby in de baarmoeder voltooid is, maakt die de overgang naar een volgend bestaan.
Niet dat hij of zij zich daar in de moederbuik een voorstelling van kan maken, als hij dat wel zou kunnen zou hij het niet eens geloven. Hij ziet alleen maar het einde voor zich, het zwarte gat van het geboortekanaal. Als je zou vertellen dat er een leven na komt, zou de baby dat wensdenken noemen, iets voor bange baby's die niet onder ogen kunnen zien dat hun bestaan eindig is en houvast zoeken.
Ook sterven is een overgang, door het zwarte gat van de dood heen. In de christelijke traditie wordt van heiligen niet zozeer de verjaardag maar de sterfdag gevierd, want dat is de dag waarop ze geboren zijn in het hiernamaals. En evenmin als een baby weet heeft van de vreemde wereld waarin hij belandt, met ouders die rare bekken trekken en speelgoed dat ping ping doet, kunnen we ons van het hiernamaals een concrete voorstelling maken.
Recent werd duidelijk dat de minister van volksgezondheid, welzijn en sport stervenshulp wil organiseren, een soort vroedvrouw (m/v) voor hen die hun leven voltooid vinden. Ik heb zulke mensen vaak gesproken. 'Het boek is uit, dominee', zei een 99-jarige dame. De stervenshulp kan zo iemand met een drankje of injectie een zetje geven door het geboortekanaal van de dood. Daarmee is ze een mix van een vroedvrouw en een arts die weeën opwekt.
Mits dit zorgvuldig gebeurt, lijkt het mij een zegen. We zeggen toch ook niet dat geboortehulp niet mag omdat een bevalling 'natuurlijk' moet verlopen of dat je Gods tijd moet afwachten, alsof hij een agenda zou hebben? God is eeuwig en heeft geen last van agenda's. De dood is eenvoudig de overgang tussen twee vormen van bestaan, van de ronde buik van de aarde naar de wijde hemel, een 'tweede ruimte' na dit leven zoals de dichter Czeslaw Milosz het noemt (ja, als het over de dood gaat vallen we op dichters terug, of de Bijbel).
Ik hik wel tegen de uitdrukking 'voltooid leven' aan. Het leven is toch niet een klus die geklaard moet worden? Ik geef de voorkeur aan 'voldragen leven', als een vrucht die rijp is om in een nieuwe bestaansvorm geboren te worden - wat mij betreft onder dankzegging en psalmgezang.
Stervenshulp is geboortehulp.
undefined