Let wel, niet ieder haalt de 65

Sommigen worden tegenwoordig ouder, maar niet iedereen. Daar zouden politici wel eens rekening mee kunnen houden.

door Geert Braam

Sterfte, dood. We denken er liefst niet te veel aan. Wel ziet men in kleinere kring dat de bewogenheid van mensen bij het sterven vaak indrukwekkend is. Of de samenleving als geheel en de politiek die aandacht hebben, is twijfelachtig. Heeft men oog voor de dood, en voor het feit dat die al tamelijk vroeg in de levensloop toeslaat? In discussie over AOW en pensioenleeftijd, ook in deze krant, lijkt het of mensen het eeuwige leven hebben.

Er is echter een bredere problematiek. Want er gaat heel wat aan het sterven vooraf en er komt ook veel daarna. Hier ligt waarschijnlijk wel een groot verschil tussen kleine en grote sociale verbanden. Bij familie en vrienden zien we als het levenseinde nadert veel aandacht voor ziekte en gebreken, en ook is er aandacht voor de nabestaanden.

Maar in de grotere verbanden van politiek en bestuur zijn over die bredere aandacht veel meer twijfels mogelijk. Het lijkt of de dood buiten het aandachtsveld van politici ligt. Een overheersend beeld in de publiciteit is immers dat ouderen steeds vitaler en gezonder worden, en dat ze soms zelfs overdadig kunnen genieten van hun leven.

Ook het woord ’vergrijzing’ is veelvuldig in de lucht, en dat is na de uitspraken van PvdA-leider Wouter Bos nog sterker geworden. De discussies draaien er vooral om wat die vergrijzing gaat kosten. Natuurlijk is geld belangrijk, maar het is de vraag of men de mensen over wie het gaat, indringend in beeld heeft, en dan vooral de mensen die dicht bij de dood staan. Soms lijkt het wel of die het eeuwige leven hebben. De werkelijkheid is anders. Alleen al van de 65-plussers sterven er globaal 120.000 per jaar, ofwel ongeveer 2500 per week. Dat is drie maal zo veel als alle verkeersdoden in een heel jaar. Van belang is ook op welk tijdstip die dood optreedt. Dat is weergegeven in de grafiek .

Afgebeeld is de geschatte gang van honderd mensen die 45 jaar oud zijn. Er is uit te lezen van hoeveel van die honderd men mag verwachten dat die nog in leven zijn na 10 jaar, na 20 jaar, enzovoorts. Uiteraard is de dood onherroepelijk , maar wat in de grafiek opvalt, is dat ook al op tamelijk jonge leeftijd de overlevingskans flink afneemt. Tussen 55 en en 65 jaar verdwijnen er al tien mannen, dus één van de tien.

Bij vrouwen ligt dit iets gunstiger, maar ook van hen sterven er altijd nog zes van bijna honderd. Opvallend is nu dat men in de discussies over prepensioen aan deze vroege sterfte vrijwel geen aandacht heeft besteed. Ofwel: men heeft de dood grotendeels buiten beschouwing gelaten. Dit gold nog sterker in vroegere tijden. Toen haalden nog veel veel minder mensen de 65-jarige leeftijd: in het jaar 1957, toen de AOW werd ingevoerd, ongeveer twintig van de 100 mannen (Het CBS denkt – in tegenstelling tot wat nog herhaaldelijk wordt beweerd – niet dat de levensverwachting in de toekomst verder zal toenemen).

Nog sterker is de teruggang bij mensen tussen 65 en 75 jaar. Daar verdwijnen 24 van de 87 mannen, dat is bijna één van de drie. Welke minister sprak ook weer over verhoging van de leeftijd voor AOW en pensioen? Heeft men zich gerealiseerd dat dan een aanzienlijk aantal mensen voor hun pensioen- en/of AOW-leeftijd gestorven zal zijn? En weet men dat dit vooral de lagere inkomens zou treffen, omdat hun gemiddelde levensverwachting beduidend lager is dan van hoger opgeleiden? Nog verder in de grafiek zien we dat de afname vanaf 75 jaar zeer groot is. Dan hebben juist in de laatste jaren voor het levenseinde veel ouderen matige tot ernstige beperkingen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau vermeldt het geschatte aantal. Dat betreft ruim een miljoen ouderen. Vooral op die hogere leeftijd komen de recente bezuinigingen in de zorg, bijvoorbeeld op huishoudelijke hulp, hard aan.

Mantelzorg wordt vooral door partners geleverd. Uit het voorgaande blijkt dat juist in hun laatste levensjaren een zwaar beroep op hen wordt gedaan om die te leveren. Zij zijn dan zelf meestal ook oud en staan dan vaak vlak voor hun eigen dood. Natuurlijk gaan door de vergrijzing bepaalde kosten omhoog. Maar laat die kosten niet op de ouderen drukken, zoals Wouter Bos schijnt te willen. Zien de politici nog wel dat mensen sterfelijk zijn? Is er sprake van miskenning van de meest schrijnende aspecten van de ouderdom? Het gaat om eenvoudige maar keiharde waarheden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden