Lerarensalarissen: ministerie geeft niet thuis

null Beeld anp
Beeld anp

Leraren klagen dat er in het huidige financieringssysteem niet genoeg geld gaat naar salarissen.

Laura van Baars

Het basisonderwijs beeft. Veertigduizend leerkrachten schaarden zich op Facebook achter een manifest om de werkdruk en de lerarentekorten zo snel mogelijk aan te pakken. Ze eisen dat hun salarissen op gelijk niveau komen met die van leraren in het voortgezet onderwijs. Ondertussen zitten de schoolbesturen ook niet stil: ze willen een parlementair onderzoek naar waar het geld in het basisonderwijs precies aan besteed wordt en of het genoeg is.

Het ministerie van onderwijs zit in een demissionaire periode, en geeft niet thuis. Bovendien verwijst staatssecretaris Dekker naar het onderwijsveld zelf. Bij schoolbesturen zit het geld, de 'lumpsum', om zelf keuzes te maken voor beloning, verlichting van de werkdruk en goed onderwijs.

Dat antwoord wekte de woede van leerkrachten. Zij willen dat het ministerie een noodsituatie van onbemande klaslokalen door onderbetaling, werkdruk en pensionering onder leraren voorkomt. Dan volstaat een verwijzing naar wie de geldpot beheert niet. De verantwoordelijkheid voor hun beroep schuift als een hete aardappel op en neer tussen ministerie en schoolbesturen.

Gaat het wel goed met het beheer van die geldpot, de lumpsum? Schoolbesturen krijgen jaarlijks een bedrag dat zowel aan personeel als aan onderhoud besteed kan worden. Dit leidt er regelmatig toe, zo stelde onderzoeksbureau Berenschot onlangs vast, dat scholen geld dat eigenlijk bedoeld was voor salarissen, uitgeven aan gas- en elektriciteitsrekeningen.

Lerarenvakbond Aob spreekt er schande van: "Schoolbesturen moeten inzichtelijk kunnen maken dat in het basisonderwijs 85 tot 90 procent van het geld gaat naar voldoende personeel, kleine klassen en actueel werkmateriaal", zegt voorzitter Liesbeth Verheggen. "Als dat niet lukt, moet het schot terug tussen geld dat besteed mag worden aan salarissen en 'overige kosten'."

De rol van het ministerie baart de vakbonden eveneens zorgen. Verheggen: "Feit is dat het ministerie door de systematiek van de lumpsumfinanciering op afstand staat." Het is niet de minister, maar de PO-Raad die nu als vertegenwoordiger van de werkgevers onderhandelt over de cao met de lerarenbonden. Verheggen: "Dankzij die buffer is het voor bewindslieden eenvoudiger om niet verantwoordelijk gehouden te worden voor de situatie waarin leraren overwerkt zijn en te weinig salaris verdienen. Was ze rechtstreeks verantwoordelijk voor de onderwijsarbeidsmarkt, dan zou de nu ontstane situatie een enorm afbreukrisico zijn geweest voor de onderwijsminister."

Minder bureaucratie

Toch ligt de oplossing er niet in dat het ministerie de lerarensalarissen zelf weer in de hand moet gaat nemen, vindt de PO-Raad van schoolbesturen.

"De lumpsumfinanciering past uitstekend bij het onderwijs zoals we dat in Nederland hebben georganiseerd. Het levert ons minder bureaucratie, grotere doelmatigheid en meer kwaliteit op", zegt voorzitter Rinda den Besten. "Het probleem is dat de bekostiging gewoonweg onvoldoende is. We moeten onze aandacht daar niet van laten afleiden."

De PO-Raad krijgt te weinig geld om met de leraren te onderhandelen, vindt Den Besten. Bovendien berekende haar organisatie dat scholen jaarlijks 375 miljoen te weinig krijgen om hun vaste lasten aan onderhoud en lesmaterialen van te betalen.

"Dat kan ertoe leiden dat je iemand geen vast contract aanbiedt, omdat je weet dat komend jaar de schoolmeubels vervangen moeten worden", zegt Petra van Haren van de Algemene Vereniging van Schoolleiders . "Dat zijn verkeerde keuzes, gedwongen door armoede."

De lumpsumfinanciering is al jaren een doorn in het oog van lerarenorganisatie Beter Onderwijs Nederland. "Er is hier sprake van een falende overheid", zegt voorzitter Ad Verbrugge. "De minister komt in een andere rol te staan, en dan sluipt het gemak erin van bezuinigingen. Je ziet dat de lumpsumfinanciering over de hele linie in het onderwijs perverse prikkels oproept. Gelukkig wordt de druk op politici om er iets aan te doen van buitenaf steeds groter."

Vrees voor nieuwe bezuinigingsronde

De PO-Raad is er niet gerust op dat een nieuw kabinet gehoor geeft aan de onvrede in het basisonderwijs. Sterker nog, meer bezuinigingen zijn niet uitgesloten. Komende week zal, naar verluidt, in de Voorjaarsnota een tegenvaller van honderden miljoenen aan kosten voor onderwijs gepresenteerd worden. Dit komt door een verkeerde inschatting van de leerlingenaantallen. Op wie worden die kosten straks afgewenteld?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden