LEKKAGE
Omdat één van de zestien eigenaren al jarenlang last had van lekkage besloot de Vereniging van eigenaren in maart van jaar tot een grootscheepse renovatie van het hele appartementencomplex. Iedereen op de vergadering was verrukt van de oplossing die de firma Breijer uit Rotterdam aandroeg: alle kunststoframen zouden worden verwijderd, schoongemaakt en daarna, voorzien van een nieuw frame, weer herplaatst.
Ik was de enige die tegen het voorstel stemde. Niet om de buren dwars te zitten, maar ik zag niet in waarom je een reparatie laat uitvoeren aan ramen die geheel niet lekken. Voor de renovatie werd bovendien een extra betaling vereist. Van dat bedrag kon een heel gezin een week gratis op vakantie in het buitenland, maar dat terzijde. Ik vroeg de vereniging Eigen Huis of ik me aan deze operatie kon onttrekken, maar dat was helaas niet het geval.
In augustus was het zover. Drie mannen hakten het raam aan de voorkant eruit, vernielden kozijnen en sloegen gaten in de muren, zodat het even leek of ik tijdelijk in Serajevo woonde, in plaats van Amsterdam. Toen ook nog de verwarming afbrak bij het opnieuw bevestigen van de luxaflex vervloekte ik mijn medebewoners hartgrondig.
Maar het kan altijd nog erger, heb ik inmiddels ontdekt. Zondag kletterden de eerste najaarsregens op de ramen. Ik lag op de bank de roman van Voskuil te lezen, tot een irritant gedrup mij uit de belevenissen van Maarten Kooning haalde. Ja hoor. Op de vensterbank had zich al een mooie plas ontwikkeld, die vrolijk meeklaterde bij elke nieuwe drop. Ik legde een dweil neer op de plek van het euvel. Op het plafond tekende ik de lekkage aan. Op maandagochtend belde ik direct met de voorzitter van de Vereniging van eigenaren. Ja, sprak de man vermoeid, terwijl het pas half negen was. Ik was niet de enige bij wie het lekte. Zeven van de zestien bewoners hadden al voor mij geklaagd. Proestend hing ik op.