'Leken kunnen heel goed rechtspreken'
interview | In een geciviliseerd land hoort de rechtspraak democratisch te zijn. Daarom pleit Wouter van den Bergh al jaren voor lekenrechtspraak. Bij zijn afscheid herhaalt de oud-vicepresident van de Amsterdamse rechtbank zijn pleidooi. 'Waarheidsvinding is geen juridische bezigheid.'
Even leek Nederland zich te bekeren tot de juryrechtspraak. De Tweede Kamer sprak zich in 2006 uit voor een onderzoek. Dat kwam er, maar niet veel later vloog het onderwerp weer even snel van tafel als het er op was gekomen. Te duur, niet passend in de Nederlandse traditie en lekenrechtspraak zou alleen ingevoerd kunnen worden door een ingrijpende stelselwijziging. Wouter van den Bergh, senior-rechter en oud-vicepresident van de Amsterdamse rechtbank, was het toen grondig met die conclusies oneens en nu, bij zijn afscheid, is hij dat nog altijd.
Het symposium dat hij donderdag krijgt aangeboden, staat in het teken van, hoe kan het ook anders, de juryrechtspraak, rechtspraak waarbij de burger wordt betrokken en waarvoor van den Bergh in 2008 al een lans brak.
Waar komt die behoefte vandaan? Wilt u bij het scheiden van de markt alsnog uw gelijk halen?
"Democratie is mij met de paplepel ingegoten. Het is voor mij onbestaanbaar dat in onze staatsinrichting twee van de drie machten - de wetgevende en de uitvoerende macht - verregaand zijn gedemocratiseerd, maar de derde, de rechtspraak, in het geheel niet. Als we om ons heen kijken dan heeft die democratisering van de rechtspraak in andere geciviliseerde rechtsstaten wel plaatsgevonden. Je vijzelt het aanzien van de rechtsstaat aanzienlijk op als je de rechterlijke macht democratiseert."
Geeft u eigenlijk niet een enorm brevet van onvermogen aan de rechters, tot afgelopen week toch uw collega's?
"Nee. In de landen waar lekenrechtspraak bestaat, wordt dat niet zo gezien. Integendeel zelfs. Als je lekenrechtspraak invoert, stelt dat nog hogere eisen dan nu al het geval is aan de professionele rechter die het strafproces leidt. Die rechter moet dan niet alleen het dossier goed kennen en op zitting goed over het voetlicht brengen, je moet bovendien de jury instrueren en het proces ook in dat opzicht in goede banen leiden. Dat kun je alleen aan zeer ervaren professionele rechters overlaten."
Ik kan me niet voorstellen dat de ouders bij het proces tegen Robert M. hebben zitten wachten op burgers die als rechter gaan fungeren. Die mensen hadden er alle belang bij dat de dossiers over de aanranding en verkrachting van hun jonge kinderen bij zo weinig mogelijk mensen bekend waren.
"Dat is een punt. Ik ben nog niet zo ver dat ook een zaak als die tegen Robert M. voor een jury zou moeten komen. Maar ik sluit het ook niet uit. Zet in ieder geval wel bij ernstige levensdelicten een jury op de zaak. Maar wat zou eigenlijk het principiële bezwaar zijn als een jury naar het bewijs kijkt in een zaak als die tegen Robert M.? Onderzoek naar lekenpanels, ook in eigen land, heeft aangetoond dat leken heel goed kunnen oordelen in strafzaken. De uitkomsten verschillen niet significant van uitspraken van professionele rechters, waarheidsvinding is geen juridische bezigheid. Iedereen kan feiten vaststellen en omstandigheden waarderen. Vriend en vijand van de jury zijn het daarover eens. Als dat anders zou zijn, hoe is dan te verklaren dat men in andere landen met een dergelijk systeem werkt?"
Vrijwel niemand pleit nu voor lekenrechtspraak, wel is er meer aandacht voor het slachtoffer in de rechtspraak. Is dat een vorm van democratisering van het strafproces?
"Nee, dat moet je gescheiden zien. Ik vind het goed dat het slachtoffer veel mondiger wordt. Het zou verkeerd zijn diens gevoel te veronachtzamen. Ik heb het overigens altijd moeilijk gevonden om de juiste toon tegen het slachtoffer te vinden. Er is op zo'n zitting ook relatief weinig tijd voor het slachtoffer. En je zit altijd met het probleem van de tweeslachtigheid: dat wel vaststaat dat hij of zij inderdaad het slachtoffer is van het misdrijf in kwestie, maar van de verdachte nog moet worden vastgesteld dat hij of zij de dader is.
"In het kader van de democratisering zeg ik dat we in Nederland rechters hebben van wie de kwaliteit boven iedere twijfel verheven is, maar die helaas niet democratisch gelegitimeerd zijn. De beroepsgroep wordt door coöptatie in stand gehouden en vormt geen afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Er zijn bijna geen rechters van allochtone afkomst. Dat vind ik jammer en ik ben niet de enige. Wettelijke veranderingen komen natuurlijk van de politiek, maar ik denk ook dat de beroepsgroep in beweging moet komen."
Democratie en openbaarheid horen bij elkaar. In de strafrechtpraktijk geschiedt steeds meer achter gesloten deuren, zoals het horen van getuigen bij de rechter-commissaris. En dat verhoor is veelal niet onder ede.
"Dat doet inderdaad tekort aan de openbaarheid. Het heeft een praktische reden. We zijn gebonden aan een van tevoren vastgesteld zittingsrooster en dat levert beperkingen op. Het is te verkiezen dat dat zittingsrechter de getuigen voor zich krijgt en ze zo zelf kan ondervragen. Ik hoor overigens niet tot de school rechters die denkt dat iemand jokt als hij een nek rood ziet worden."
Hoorde u wel tot de rechters die zijn oordeel al klaar had op basis van het dossier?
"Ons strafproces is nog altijd een dossierproces. Het is onontkoombaar dat je na het lezen van zo'n dossier een bepaald beeld hebt. Je mag het tunnelvisie noemen, maar dat dossier is opgesteld door de recherche onder aansturing van het Openbaar Ministerie. En die twee vinden dat ze de juiste man of vrouw hebben opgepakt. Daar is niets op tegen als zij dat naar eer en geweten doen. Maar op het moment dat je als rechter het dossier begint te lezen, moet je heel kritisch zijn. Tegenwoordig ligt bij de waarheidsvinding meer dan vroeger de nadruk op wat men noemt het alternatieve scenario. Dat moet voor de rechters de hamvraag zijn: kan het ook anders zijn gegaan? Kan een ander het eventueel hebben gedaan? Ik zit nog te dubben of ik straks bij mijn afscheid excuses moet aanbieden voor de fouten die ik als politierechter heb gemaakt. Want die heb ik ongetwijfeld ook gemaakt. Elke rechter moet zich realiseren dat hij of zij fouten heeft gemaakt. Elke fout ten nadele van de verdachte is een drama en dat drama is groter naarmate de straf strenger is geweest."
Welke zaak is u het meest bijgebleven?
"Dat was er niet een die in de publieke belangstelling stond, eigenlijk een doorsnee strafzaak. Het betrof een vrouw uit Amsterdam met een goede opleiding. Ze had zich laten overhalen dat op haar adres een pakje werd bezorgd uit Suriname. Misschien om het geld, maar het kan ook zijn dat ze verliefd was. Bij controle op Schiphol blijkt het om cocaïne te gaan. Er volgt een gecontroleerde levering en de vrouw wordt aangehouden. Ze was gehuwd geweest. Zij en haar ex hadden samen een zoon. Enige tijd voor de zitting pleegt de ex zelfmoord. Die jongen zit in zijn eindexamenjaar vwo. Hij moet eindexamen doen terwijl hij net zijn vader op die manier heeft verloren en zijn moeder gearresteerd is voor internationale drugssmokkel. Hij slaagt. Ik heb op die zitting gezegd: mevrouw, wat heeft u een fantastische zoon. Toen was het even stil en ik weet niet waarom ik er toen uitflapte: 'En u zit nu hier'. Toen gingen alle sluizen bij haar open. Dat zal ik nooit vergeten. Misschien had ik het niet zo moeten zeggen, maar het heeft een enorme indruk op me gemaakt en vraag me niet waarom. Ik stel het wel vast. Aan die zaak denk ik veel vaker terug dan aan al die zaken die met veel meer publiciteit gepaard gingen. Eigenlijk wel elke week een keer. Waarom weet ik niet precies, maar ergens heeft het te maken met wat ik dadertragiek noem. Kende u dat woord?"
Wouter van den Bergh
Als rechter heeft Wouter van den Bergh (64) in de jaren negentig meerdere zaken gehad die direct verband hielden met de democratie. Voor hem verschenen onder meer de bestuurders van de politieke partij CP'86. Aanzetten tot haat en discriminatie, luidde destijds de tenlastelegging. De veroordeling voor onder meer lidmaatschap van een criminele organisatie bleef tot de Hoge Raad in stand. Opzienbarend was ook het proces tegen de aanplakkers van de verkiezingsleus van diezelfde partij: 'Eigen Volk eerst'. Hier volgden vrijspraken.
Voor het openbaar maken van illegaal afgeluisterde telefoongesprekken van politiefunctionarissen stonden in diezelfde jaren Feike Salverda en Peter R. de Vries voor rechter Van den Bergh. Zij werden niet veroordeeld.
Van den Bergh werd in april 1987 als rechter benoemd bij de rechtbank Amsterdam. Hij fungeerde als rechterscommissaris in strafzaken, was lid van de meervoudige strafkamer en sedert 2004 vice-president (een positie die nu seniorrechter wordt genoemd). Als lid van de meervoudige strafkamer behandelde hij onder meer de moorddossiers van de 16-jarige Robienna en de Turkse crèche-eigenares Arzu Erbas.
In de hockeywereld is Van den Bergh zeker geen onbekende. Hij was international tijdens het WK van 1978 en werd in 1980 als tolk (Russisch) toegevoegd aan de Nederlandse ploeg die naar Moskou ging.
Veranderingen in het strafproces
Grote ingrepen in het strafproces zijn er het afgelopen decennium niet geweest. Dat wil niet zeggen dat er niets is veranderd. Zo is de positie van een van de procespartijen, die van het slachtoffer, opgetuigd. De stem van het slachtoffer klinkt duidelijker door in de rechtszaal. Er is thans niet alleen het recht om te spreken, staatssecretaris Fred Teeven wil dat dat spreekrecht ook meer inhoud krijgt. Zo mag het slachtoffer zich volgens Teeven ook uiten over de bewijsmiddelen en eventueel zelfs de strafmaat.
In het kader van meer openheid is er voor de pers een verruiming van de mogelijkheden gekomen. Stemmen van verdachten mogen worden opgenomen en uitgezonden. Die nieuwe richtlijn is nog niet echt uitgekristalliseerd. Uit vrees dat de verdachte zich op zijn recht om te zwijgen gaat beroepen, heeft menig rechter inmiddels de nieuwe richtlijn voor de pers wat terzijde geschoven. Onlangs nog bij het proces tegen kickbokser Badr Hari mochten geen geluidsopnamen worden gemaakt. Zonder het gewenste effect overigens. Badr Hari zweeg ondanks de handreiking van de rechter toch.
undefined