Leidt Trumps erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël tot vrede?
Donald Trump heeft Jeruzalem erkend als hoofdstad van Israël. Uiteindelijk zal dat bijdragen aan vrede tussen Israël en de Palestijnen, meent de Amerikaanse president. Heeft hij gelijk?
Nee, want:
De hele wereld heeft negatief gereageerd op de Amerikaanse erkenning van Jeruzalem als Israëls hoofdstad. Van paus Franciscus tot de Russische president Vladimir Poetin, van alle Arabische leiders tot de Nederlandse minister van buitenlandse zaken Halbe Zijlstra. Alleen in Israël zelf klonken positieve reacties.
Het is zelfs de vraag of Trumps naaste medewerkers dit besluit steunen, als ze er al van op de hoogte waren. Van minister Rex Tillerson van buitenlandse zaken en zijn collega James Mattis van defensie is bekend dat ze door wilden gaan met het weer op gang brengen van het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen.
Trumps schoonzoon Jared Kushner, die als speciale gezant dat vredesproces moest begeleiden, staat met lege handen. Palestijnse onderhandelaars zeggen nu dat ze door hem aan het lijntje werden gehouden met de mededeling dat de Verenigde Staten met een plan zouden komen. Dat moesten ze maar afwachten. Als dit het Amerikaanse plan is, zijn we nog veel verder van huis, is nu de reactie aan Palestijnse kant.
De Verenigde Staten zijn hun positie als honest broker (eerlijke bemiddelaar) in het vredesproces nu echt kwijtgeraakt. Het is moeilijk voorstelbaar dat Washington nog een rol kan spelen in het dichter bij elkaar brengen van Israëliërs en Palestijnen, of zelfs in het op gang brengen van een gesprek tussen de twee partijen. Zo heeft Trump ook de geloofwaardigheid van de VS verzwakt.
Wie de Amerikaanse rol in het vredesproces kan overnemen, is volstrekt onduidelijk. Geen ander land bevindt zich in de positie of heeft het politieke kaliber om dit te doen, en wie het wil proberen wordt waarschijnlijk niet vertrouwd door een van beide kanten in het conflict. De Verenigde Naties lijken een logische kandidaat, maar die worden sterk gewantrouwd door Israël, vanwege de vele resoluties die de Palestijnen steunen.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Ja, want:
Wie heeft er nooit een klap gegeven op een apparaat dat niet meer werkt? Erg deskundig is het niet, maar soms doet een oude televisie het toch ineens weer na zo’n botte ingreep. Dat effect zou Trumps erkenning van Jeruzalem ook kunnen hebben.
Het vredesproces ligt al jaren stil. De Oslo Akkoorden uit 1993 zijn uiteindelijk nooit verwezenlijkt vanwege de moord op de Israëlische premier Yitzhak Rabin in 1995 en het uitbreken van de Tweede Intifada in 2000. Latere pogingen hebben helemaal niets opgeleverd.
Dan is het maar beter die mislukking te erkennen. Zoals Trump donderdag zei: “Vandaag accepteren we eindelijk het overduidelijke”.
Hij doelde daarmee op Jeruzalem, maar het geldt ook voor de Amerikaanse positie. De VS stonden in feite altijd al aan de kant van Israël en het kan helpen dat dit nu duidelijk is. Net als het afkicken van een verslaving begint bij het erkennen daarvan, kan het openlijk partij kiezen van de Verenigde Staten het startpunt zijn voor een – nu nog onbekende – nieuwe route naar vrede.
De linkse Israëlische krant Haaretz schreef donderdag: ‘Trump heeft het vredesproces niet vermoord, hij heeft het alleen dood verklaard’. Wie schiet er wat mee op als de arts bij het sterfbed niet durft te erkennen dat de patiënt is overleden?
Natuurlijk neemt Trump een groot risico met zijn besluit. De woede aan Palestijnse en Arabische kant kan tot nieuw grootschalig geweld leiden. Daarvan waren donderdag de eerste tekenen al van te zien in de regio. Toch zal Trumps stap voor veel Palestijnen neerkomen op erkenning van wat allang de Amerikaanse positie was, voor veel Arabische landen zijn er urgentere problemen dan het Palestijns-Israëlische conflict.
Mogelijkerwijs leidt deze stap tot meer eenheid onder de Palestijnen. Die zijn nu zeer verdeeld, met Hamas en Fatah als de twee kemphanen. Er zijn berichten dat die nu het overleg over het bestuur van de Gazastrook versnellen. Het verminderen van de interne Palestijnse spanning kan een eerste lichtpuntje zijn.
In het gespleten Israëlisch-Palestijnse Jeruzalem zijn de meningen over het Amerikaanse besluit verdeeld. Vier inwoners over de aankondiging.
'Jeruzalem is het hart van ons land'
Ayane Hanneman, Reflexoloog, 57 jaar
Ayane Hanneman heeft de toespraak van Trump nog niet gehoord, vertelt ze terwijl ze haar boodschappentassen neerzet. Met zes kinderen, twaalf kleinkinderen en een baan als reflexoloog had ze simpelweg geen tijd. “Maar ik ga terugluisteren. Want ik vind het natuurlijk geweldig.”
Op de vraag waarom dat ‘natuurlijk’ voor haar is, antwoordt ze gepassioneerd. “Dit hier is ons hart”, legt Hanneman uit. “Jeruzalem is het hart van ons land. Zonder ons land is er niets voor het joodse volk. Zonder Israël zouden we niet leven.”
Een stad als Tel Aviv zou nooit een vervanging kunnen zijn voor Jeruzalem, zegt ze, want dat is niet meer dan zand. Letterlijk zand, omdat de stad op duinen gebouwd is, maar ook in een andere betekenis in het Hebreeuws: niet heilig.
Ze werd geboren in Haifa en woonde jarenlang in Beit El, een religieuze nederzetting in Palestijns gebied, vlak bij Ramallah. Maar ze houdt van Jeruzalem het meest. “Met name van twee plekken. De Machanei Yehuda-markt, want daar vind je het Jeruzalemse leven, en de Tempelberg natuurlijk.”
Arabieren die ook in de stad wonen, ontmoet ze nooit. “Ik ken er eentje, die werkt in onze meubelmakerij. Een aardige man. Als individuen kan ik het prima met ze vinden, maar als groep haat ik ze. Ze zijn een catastrofe.”
Ze is blij dat de Amerikaanse president Donald Trump nu heeft gezegd wat de meeste Israëliërs allang weten: dat Jeruzalem joods is. Hopelijk volgen andere landen zijn voorbeeld, zegt ze.
“Ik ben alleen bang dat het ons iets kost. Dat we in ruil iets terug moeten geven. En dat weigeren we. We willen hier niet voor betalen. Want dit is ons land.”
'Trump heeft hier helemaal niets te zoeken'
Aminah Joulani, studente, 20 jaar
Aminah Joulani loopt met haar vriendin Lina Marmash door wat gewoonlijk een levendige straat van Oost-Jeruzalem is. Nu zijn de meeste winkels in de Salah al-Dinstraat dicht, de stilte is naargeestig - een protest tegen Donald Trump.
Ze studeren beiden Engels aan de Palestijnse universiteit in Bir Zeit, nabij Ramallah. Marmash is kort en krachtig in haar commentaar: “I don’t care”. Ofwel: het maakt toch allemaal niks uit.
Joulani kijkt haar bijna verrast aan. Het maakt haar wél uit. “Dit is óns land. Trump heeft hier niets te zoeken. Het is niet eerlijk. Waarom zegt hij niet dat Jeruzalem de hoofdstad van Palestina is? Jeruzalem is van ons.” Ze vindt dat de stad alledrie de geloven toebehoort - islam, christendom en jodendom - maar niet onder het bestuur van Israël.
Joulani woont in Silwan, een Palestijnse wijk ten zuiden van de Oude Stad waar het conflict bijna aan de orde van de dag is. Enkele tientallen joodse families hebben zich daar uit ideologische motieven gevestigd. Joulani: “Waarom moeten zij onze buren worden? We willen niks met hen te maken hebben.”
Ze is trots een geboren Jeruzalemse te zijn. “Ik kan dat niet in woorden uitdrukken. Het is een diep gevoel een Palestijnse uit Jeruzalem te zijn.”
Maar ze haat het dat ze dagelijks Israëlische politieagenten en militairen moet passeren. “Zo’n jongen van twintig, mijn leeftijd, die mij controleert. Die mij bang maakt. En in wiens ogen ik zie dat hij niks om mij geeft, dat mijn leven niets is voor hem.”
Die militairen en Donald Trump - ze kunnen wat haar betreft naar de hel lopen.
'Hij geeft iets weg wat hem niet toebehoort'
Jafar Suleiman, banketbakker, 63 jaar
Jafar Suleiman gaat er voor zitten, op het stoepje bij zijn banketbakkers-winkel. Zijn klanten hadden het er deze ochtend allemaal over. Suleiman maakt zijn schouders breed om aan te duiden wat hij van Trump vindt: een stoerdoener. “Ik snap niet waarom hij iets weggeeft dat niet eens van hem is”, zegt hij over het ‘cadeau’ van de Amerikaanse president aan Israël. Niet dat het veel aan de zaak verandert. Of eigenlijk niets. “Wij zijn gewoon niet sterk genoeg om te krijgen wat wij willen. Vroeger zeiden we: de Arabische landen zullen ons helpen. Nonsens.” Suleiman werd geboren in de Oude Stad van Jeruzalem en woont nu in Shufat, een Palestijns dorp dat in 1967 bij Jeruzalem werd ingelijfd. Hij bouwde de banketbakkerszaak van zijn vader uit tot een klein imperium, met drie winkels. Zijn zoon Fouad komt erbij zitten. Hij noemt alles ‘een grap’ - een foute welteverstaan. Hij vindt dat Joodse Israëliërs niets in Jeruzalem te zoeken hebben. “Ik ben hier geboren, mijn vader is hier geboren. Maar ze kijken op ons neer alsof wij minder zijn. Elke week moet ik bij de Al-Aqsamoskee mijn identiteitskaart laten zien. Aan militairen die hier meestal niet eens geboren zijn!” Het zit diep in zijn hart, zegt Jafar over zijn zoon, die zoals veel Palestijnse jongens een paar maanden in de cel zat voor stenen gooien. “Ik kan dat hart niet openbreken, en wil dat ook niet. Ook al is stenen gooien nutteloos.” Hij vraagt hem iets op te halen uit de winkel. Fouad komt terug met een kalender. Bij elke maand wordt een historische foto van de Oude Stad getoond. “Zie je?”, zegt Suleiman bladerend, “niets is hier joods. Niets.”
Lees ook: Jeruzalem was eerst bijzaak, maar werd essentieel in het Palestijns-Israëlisch conflict