Leerkrachten in spe kunnen niet rekenen

Dat blijkt uit grootschalig onderzoek van toetsdeskundigen G. Straetmans en T. Eggen van de Cito-groep. Zij hebben een rekentoets ontwikkeld (wiscat) die het rekenvaardigheidsniveau van onderwijzers in spe meet ten opzichte van een goede leerling uit groep 8.

Dat studenten van de opleiding voor leraar in het basisonderwijs (pabo) zeer matig zijn in rekenen, is bekend. Maar doordat de pabo’s in Nederland verschillende toetsen gebruiken, was niet te zeggen hoe laag het niveau lag.

Straetmans: „De rekendocenten van de pabo die wij hebben gesproken, gaven aan dat ze wilden dat hun studenten aan het einde van het eerste jaar net zo goed sommen kunnen maken als een goede leerling van groep 8.” De onderzoekers hebben vervolgens bijna 800 leerlingen uit groep 8 rekenopgaven laten maken en de resultaten van de beste 20 procent als norm genomen.

Deze norm wordt door 53 procent van de eerstejaars pabo’ers niet gehaald. Op de toets, die is gemaakt door meer dan duizend eerstejaars van vijftien pabo’s verspreid over het land, werd vooral slecht gescoord door vrouwelijke studenten: 57 procent zakt voor de test.

Bedroevend zijn de resultaten van pabo’ers die van het mbo komen: bijna driekwart haalt niet het niveau van een goede 12-jarige. Volgens de onderzoekers mag ’worden gesproken van een probleem’.

Onderwijsminister Van der Hoeven heeft in april met de opleidingen afgesproken, dat er in 2006 een verplichte toets komt in het eerste studiejaar van de pabo en een daarop gebaseerd bindend studieadvies. Hoe hoog het niveau van de toets moet zijn, mogen de opleidingen uitzoeken. De minister hoopt dat alle pabo’s dezelfde toets gebruiken.

Fontys hogescholen en hogeschool Zuyd gaan het wiscat-toetspakket gebruiken. Er is interesse bij meer hogescholen. Straetmans hoopt dat alle pabo’s de wiscat-toets invoeren. „Anders gaan studenten die het op de ene school niet redden, het proberen op een pabo elders, waar de rekentoets makkelijker is.”