Lance en de anderen, deel vier
LUXEMBURG - Het script voor de film 'Lance en de anderen, deel vier' ligt klaar. Of zijn er toch bedreigingen voor Armstrong, de man die vandaag als topfavoriet start in de 89ste Tour de France.
Zijn binnenkomst in de internationale beurs van Luxemburg leverde het gebruikelijke pandemonium op. Op weg naar de medische controle werd Lance Armstrong omgeven door cameraploegen en fotografen. Met een geamuseerd lachje stapte hij verder met zijn dure benen in een joggingbroek. De scherpe kaaklijn, de blik in zijn ogen, het kortgeknipte haar, de zelfverzekerde pas. De ogen van de wereld waren op hem gericht en het leek hem te bevallen. De hectiek hoort bij een renner van wie wordt verwacht dat hij opnieuw de Tour gaat winnen.
Er zijn volop argumenten om ervan uit te gaan dat Armstrong drie weken onverslaanbaar zal zijn. In de voorbereiding zag hij wederom geen detail over het hoofd. Hij verkende alle sleuteletappes in Alpen en Pyreneeën. Met eindzeges in de Midi Libre en de Dauphiné Libéré onderstreepte hij zijn topvorm. Mentaal is hij in balans. Zijn ploeg is volgens hemzelf de sterkste ooit. Inderdaad: zelfs zonder Armstrong won US Postal in de Ronde van Catalonië ook de ploegentijdrit.
Het script voor de film 'Lance en de anderen, deel vier' ligt dus klaar. Een succesverhaal dat om de repeterende afloop hier en daar verveling wekt.
Of zijn er argumenten voor een dreigende ondergang? Ja, vindt de concurrentie. Ze voeren tekenen van Armstrongs kwetsbaarheid in het voorseizoen aan. Eind maart wilde hij het Criterium International winnen, maar de jonge Spanjaard Alberto Martinez van Euskaltel bleef hem een seconde voor. In de Dauphiné kon hij de etappe naar de Mont Ventoux niet winnen. In de tijdrit van die Franse koers verloor hij 42 seconden op de Colombiaanse Kelme-renner Santiago Botero. Ook in de race tegen de klok in de Midi Libre overtuigde hij niet.
Er is nog iets. De vijand is in deze Tour een veelkoppig monster. Dat maakt hem ongrijpbaar. In de laatste twee edities wist Armstrong zijn rivalen telkens te vernederen. Hij deed het in 2000 op de Mont Ventoux met Marco Pantani. Vorig jaar veinsde hij een slechte dag om op l'Alpe d'Huez van Jan Ullrich weg te sprinten, waarbij hij omkeek en leek te zeggen: 'ga je niet mee?' Tegen wie moet Armstrong dit jaar bluffen?
Het zal moeilijker in te schatten zijn waar het gevaar vandaan zal komen. De Tour is kort -zelfs de kortste sinds 1905- wat vaak uitnodigt tot aanvallend koersgedrag. De Spaanse teams zullen daar vooral in de bergen niet voor terugdeinzen. ,,Kelme, iBanesto en ONCE hebben allemaal minstens drie goede klimmers. In hun breedte loert het gevaar'', vindt Armstrong wiens ploeg zwaar op de proef zal worden gesteld.
In Spanje menen ze na drie jaar een antwoord te hebben op zijn hegemonie. ONCE-ploegleider Manolo Saiz had in het verleden de neiging zijn renners al vroeg in het seizoen over de kling te jagen. De scherpte ontbrak dan in de Tour. Met Beloki en Gonzalez de Galdeano werd dit jaar met meer beleid omgegaan. Ook Sevilla en Botero van Kelme richtten alles op de Tour. ,,Armstrong verslaan is een uitdaging die mij motiveert en ik ben niet de enige'', zegt Botero.
De bedreiging voor Armstrong is niet van louter sportieve aard, denkt hij. De controlfreak uit Austin bracht al in april zijn zorgen over de veiligheid over aan Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc. Elf september speelt daarbij een rol, maar Armstrong weet ook dat er in Frankrijk veel antipathie tegen hem bestaat. Vorig jaar was een ex-kickboxkampioen uit Parijs permanent zijn bodyguard. Met loeiende sirenes liet hij zich in een geblindeerde auto naar het hotel vervoeren. Dit jaar waakt een vriend uit Texas, die eerder deel uitmaakte van de presidentiële garde, over hem rond de koers. Maar er blijven gevaren, vindt Armstrong. ,,De Tour blijft een openbaar evenement. Het is gewoon niet mogelijk om de hele Mont Ventoux af te zetten met hekken. We moeten alert blijven.''
Armstrong kent ongetwijfeld het verhaal hoe Eddy Merckx in 1975 de Tour verloor. De Belg leek op weg naar zijn zesde Tourzege. Het anti-merckxisme in Frankrijk was groot. Een toeschouwer gaf gele-truidrager Merckx op de Puy de Dome een klap in zijn maag. De volgende dag beleefde de vijfvoudig winnaar een dramatische inzinking in de klim naar Pra-Loup. Achteraf verklaarde Merckx dat de medische behandeling van de bloeduitstorting in zijn zij hem had genekt. De Kannibaal stond plotseling geparkeerd en werd onttroond door Thévenet.
Zo zakten er in de Tourgeschiedenis -om vele redenen- meer grote kampioenen onverwachts door het ijs. In 1958 boog topfavoriet Jacques Anquetil, gebroken door kou en regen, het hoofd voor Charly Gaul. In 1980 leek Bernard Hinault klaar voor zijn derde zege. Hij won de proloog, imponeerde in de tijdrit naar Francorchamps en niemand kon hem volgen op de kasseien in Noord-Frankrijk. Met een knieblessure moest hij zich in tranen echter afmelden bij de directie, wat Zoetemelk in een zetel zette.
In 1996 stond het voor iedereen vast dat Indurain zijn zesde overwinning zou behalen. In de tiende rit kwam hij op weg naar Les Arcs plots niet meer vooruit. Later moest hij ook op Hautacam zijn meerdere erkennen in Riis. Men zei dat hij stiekem wat te nonchalant was gaan leven. Men zegt nu dat hij voorbij werd gereden door middelmatige renners die in de glorietijd van de epo hun slag sloegen.
Ook aan het tijdperk Armstrong komt ooit een einde. ,,Ik heb geen garanties en dus ben ik nerveus. De dag dat ik opsta en zonder zenuwen denk dat ik ga winnen, is de dag dat ik verlies.''