Lage Landen bakermat Britse portretkunst
De Britse portretschilders uit de achttiende eeuw kenden hun Nederlandse meesters. In het Rijksmuseum Twenthe is te zien hoe groot de Nederlandse invloed op de Britse Gouden Eeuw was.
'Is dat geen Rembrandt?' Een van de eerste schilderijen op de expositie in het Rijksmuseum Twenthe over portretten uit de Britse Gouden Eeuw zorgt voor verwarring. Een man kijkt daarop de toeschouwer ietwat melancholiek aan. Zijn houding, het scherpe contrast tussen licht en donker, het gezicht en de losse toets wekken de indruk dat het om een zelfportret van Rembrandt gaat. Het blijkt een zelfportret, maar dan van Joshua Reynolds, de beroemdste Britse portretschilder uit de achttiende eeuw.
De overeenkomsten zijn geen toeval. Reynolds schilderde zich bewust als Rembrandt, om te laten zien aan kenners dat hij zich met de Hollander kon meten. De Brit kende Rembrandt goed. Hij bezat zelf een aantal doeken van de meester. In 1781 maakte Reynolds een speciale rondreis door Nederland en Vlaanderen om de Hollandse en Vlaamse meesters te zien en stelde zijn ervaringen in de Lage Landen te boek.
De Nederlandse invloed op de Britse portretkunst is groot. In de zeventiende eeuw staken er vele tientallen Noord-Nederlandse schilders voor korte of lange tijd de Noordzee over. De Delftenaar Daniël Mijtens wist het tot hofschilder te brengen, net zoals Willem Wissing en Pieter van der Faes, die in Londen grote faam verwierf onder de naam Peter Lely. Maar de meeste invloed had een Zuid-Nederlander: de Antwerpenaar Antonie van Dyck.
Het is moeilijk om niet aan Van Dyck te denken als je op de expositie in Enschede voor het groepsportret van het gezin Baillie door Thomas Gainsborough staat. De Londense handelaar James Baillie, zijn vrouw en hun kinderen stralen de elegantie en natuurlijke adeldom uit die hij introduceerde. De informele kleding van de drie dochters en het blauwe kostuum van de zoon lijken regelrecht weggelopen uit een Van Dyck. Zijn portretten introduceerden een aparte kledingstijl in Engeland.
Terwijl Britse schilders lang bij buitenlandse voorbeelden de kunst afkeken, werden zij in de loop van de achttiende eeuw steeds zelfbewuster en ambitieuzer. De portretkunst groeide uit tot de meeste populaire kunstvorm en werd meegesleurd in het nieuwe romantische levensgevoel. Een mooi voorbeeld daarvan is het portret van Lady Emma Hamilton als Circe, een tovenares uit de Griekse mythologie, die vijanden in beesten veranderde met behulp van toverdranken.
Schilder George Romney beeldde Emma Hamilton heel bewust in die rol af. Hijzelf was sinds hun eerste ontmoeting in 1782 door haar geobsedeerd geraakt. Hij verwaarloosde zijn gezin en liet vele opdrachten lopen om haar te kunnen schilderen. In negen jaar deed hij dat zestig keer. Het portret dat in Enschede te zien is, bleef onvoltooid. Maar dat onaffe versterkt Lady Hamiltons sensualiteit en onpeilbaarheid.
Groot is de expositie 'Ladies & Gentlemen - Portretten uit de Britse Gouden Eeuw' niet. Die bestaat uit slechts twaalf schilderijen, die doorgaans op zaal hangen in het Tate Britain in Londen. Omdat men daar aan het verbouwen is, mag het Rijksmuseum Twenthe ze tijdelijk lenen.
Het is haast onbegonnen werk om de Britse Gouden Eeuw in twaalf portretten echt tot zijn recht te laten komen. Maar Enschede doet zijn best om variatie en veel informatie te bieden. Zo zijn de twaalf werken van zeven kunstenaars afkomstig. Daaronder de Grote Drie: Joshua Reynolds, Thomas Gainsborough en Thomas Lawrence. Van laatstgenoemde is een klein statieportret te zien van prins-regent George, de latere koning George IV.
De tentoonstelling probeert verder alle werken te koppelen aan aspecten van de samenleving uit de Britse Gouden Eeuw, zoals 'high society', 'mode' en 'liefde'. Zo moet een portret van de landschapsschilder Paul Sandy, die een schets maakt terwijl hij uit een raam leunt, 'het groeiend nationaal bewustzijn' verbeelden. Britse kunstenaars reisden minder naar Italië en kregen meer waardering voor hun eigen cultuur.
De Nederlandse invloed op de Britse portretkunst komt in de expositie slechts zijdelings ter sprake. Toch heeft het Rijksmuseum Twenthe daar als een van de weinige Nederlandse openbare collecties wel oog voor. Het wist vorig jaar, mede dankzij een grote publieksactie, het schilderij 'Boomachtig landschap met een rustende herder' van Thomas Gainsborough aan te kopen.
Uit onder meer de wolkenpartij en het spel tussen schaduw en licht op dat jeugdwerk blijkt dat Thomas Gainsborough Hollandse landschapsmeesters zoals Meindert Hobbema en Jacob van Ruisdael probeerde na te volgen. Omdat landschapskunst een heel belangrijk aandachtsgebied voor het Rijksmuseum is, was vertrekkend directeur Lisette Pelsers er op gebrand dat werk te verwerven.
'Boomachtig Landschap' hangt intussen in een grote zaal met een reeks Nederlandse landschappen. Bij die zaal kom je haast als vanzelf uit als je klaar bent met 'Ladies & Gentlemen'. Wie na de Britse portretten ook die doeken bekijkt, moet wel weten dat voor Gainsborough landschapskunst zijn eerste en ware liefde was. Hij achtte dat werk hoger dan de portretkunst die hem beroemd maakte.
Ladies & Gentlemen - Portretten uit de Britse Gouden Eeuw, t/m 16 september. www.rijksmuseumtwenthe.nl
undefined