Levenslessen

'Lach. Elke dag. Al is het om iets onnozels'

Saïd Finani Beeld Merlijn Doomernik
Saïd FinaniBeeld Merlijn Doomernik

Ja, er gebeuren dingen die rot zijn, en het is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het moet. 'Lach. Elke dag', zegt Saïd Finani, Marokkaans-Nederlandse jongerenwerker in Groningen, in de interviewserie 'Levenslessen'.

Karin Sitalsing

Les 1: Een kameel kijkt nooit achterom
"Dat zei mijn vader altijd. Hij groeide op in de Sahara. Toen ik klein was, snapte ik nooit wat hij bedoelde, maar later drong de betekenis tot me door. Je moet loslaten. Er zullen tegenslagen op je pad komen, maar blijf daar niet in hangen, want dan leef je niet, dan kom je niet verder. Je wordt depressief, bitter, komt dieper en dieper in een gat, en daar heb je niemand mee, alleen jezelf. Nu geef ik deze boodschap mee aan mijn kinderen. Ieder krijgt zijn portie in het leven, maar sta erboven. Ga verder, verder, verder."

Les 2: Zorg goed voor vrouwen
"Er wordt gezegd dat dit de laatste woorden waren van profeet Mohammed. Ik ben opgevoed door vijf vrouwen: mijn moeder en vier oudere zussen. Bij ons thuis had mijn moeder de broek aan. Zij regelde alles. Onze studie. De huisarts. Ze kon niet eens lezen en schrijven, maar kreeg alles voor elkaar. Veel Marokkaanse vrouwen runnen als een directrice de hele toko, zorgen vaak in hun eentje voor het gezin, dan kun je geen watje zijn. Mijn vrouw zegt altijd: 'Als ik ooit moet onderduiken, dan doe ik dat bij een Marokkaanse vrouw.

'Maar, dat zegt niet dat de positie van de vrouwen fantastisch is of dat er niets meer valt te verbeteren. Vrouwen in Marokko zijn stukken minder vrij dan mannen; hun vaders, hun echtgenoten en broers hebben aardig wat over hen te vertellen. Daardoor doen veel vrouwen dingen stiekem, dochters hebben stiekem een vriend, getrouwde vrouwen houden stiekem geld achter. Deze situatie is wel aan het veranderen, maar vooral onder intellectuelen in de grote steden.

Als kind zei ik tegen mijn moeder: 'Ik trouw later met een westerse vrouw.' Het zei iets over mijn verlangen om naar Europa te gaan. In Marokko woonden in die tijd nog veel Fransen, die waren blijven hangen na de kolonisatie. Ze reden in de beste auto's, Peugeots en Citroëns. Ze droegen de mooiste kleren, de mannen hippe pakken, de vrouwen korte rokjes en hoge hakken. Zo'n leven wilde ik ook."

Les 3: Jullie zijn tot volken en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren kennen
"We zijn allemaal hetzelfde, of we nu moslim zijn, christen of jood, en we moeten van elkaar leren. Dat jongeren zich aansluiten bij IS is heel triest - moslims hebben het aan zichzelf te wijten dat hun geloof zo'n slechte naam heeft. De ware betekenis van de islam is: God is liefde. Maar het tegengestelde gebeurt - we prediken haat en maken elkaar af.

Ik bad eigenlijk nooit. Maar eind jaren negentig, ik woonde inmiddels in Amsterdam, droomde ik over een koranvers, en dat vatte ik op als een teken. Ik waste me, bereidde me voor en ging naar een willekeurige moskee, de El Tawheed, vlak bij mijn huis. De imam ging drie kwartier lang tekeer tegen Israël en Amerika, vroeg God om de kracht om deze landen uit te roeien. Ik schrok me rot. Zelf ben ik liberaal opgevoed. Los. Wees een goed mens, leef goed. Maar wat ik daar hoorde, was puur gif, niets dan haat. Ik was er meteen weer klaar mee. Later kwam die moskee in het nieuws vanwege de continue haat die er werd gepredikt."

Saïd Finani Beeld Merlijn Doomernik
Saïd FinaniBeeld Merlijn Doomernik

Les 4: Er is geen dwang in het geloof
"Dit is het belangrijkste vers uit de Koran. Niemand zou een ander moeten dwingen om moslim te worden. Of om wat dan ook te worden: laat iedereen gewoon leven zoals hij of zij wil, iedereen krijgt een manier om God te ontdekken, of niet. Accepteer een ander om hoe hij is, laat die ander zijn eigen gang gaan en respecteer hem. Sterker: roddelen en je met een ander bemoeien mág niet eens van de islam.

Mijn ouders hebben ons altijd vrijgelaten. Zelf baden ze vijf keer per dag, maar bij ons thuis werd nooit over het geloof gesproken, we leefden gewoon. Zo voeden wij onze kinderen ook op. Ze noemen zichzelf moslim, maar ze bidden en vasten niet. Misschien komt de dag dat ze dat wel gaan doen, misschien niet. Zelf ben ik na die desillusie in Amsterdam-West heel lang niet meer in een moskee geweest, nu sinds een jaar of twee ga ik weer.

In de Marokkaanse moskee in Groningen waar ik kom, wordt geen haat gepreekt, integendeel, de imam roept constant op tot tolerantie en meedoen aan deze samenleving. In Marokko is dit al jaren de lijn, haat preken is daar bij wet verboden. Naar de moskee gaan zie ik als een soort meditatie, even tot mezelf komen. Misschien was het eerder niet het moment daarvoor. Alles op z'n tijd."

Les 5: Wees streng...
"In mijn werk als begeleider van ex-criminelen in Oost-Groningen breng ik dit gezegde van mijn al overleden Friese schoonmoeder in de praktijk. Veel van die jongeren hebben nooit grenzen en regels gekend of respect geleerd. Ze ontploffen bij het minste of geringste. Zestien, zeventien jaar en de baas over je ouders. Ze timmeren hun moeder in elkaar, kunnen nog geen ei bakken en kieperen een hele liter wasverzachter in de wasmachine.

Bij ons thuis hadden we elke dag corvee. Ieder had zijn taak, en als ik geen zin had om mijn kamer op te ruimen wees mijn vader naar mijn moeder en zei: 'Dat is je moeder, geen dienstmeid!'"

Les 6: ...en geef liefde
"Dit zei mijn schoonmoeder erbij. Wees ook eerlijk als het goed gaat. Geef dan een compliment, een aai over de bol. Een boks. Dat geeft zelfvertrouwen. Ik begrijp die ontspoorde jongens wel. Ik ben zelf op straat opgegroeid en heb veel geleerd toen ik uitsmijter was bij clubs in Amsterdam en Groningen. Dit soort jongens doet wel stoer, maar zoekt warmte en bevestiging. Die wil ik geven.

Op dezelfde manier werkte ik als begeleider van verstandelijk gehandicapten. Eén keer per week kookte ik voor ze, altijd iets Marokkaans: couscous, een tajine of iets anders. Daar verheugden ze zich op - 'Saïd gaat koken!' ging het dan rond. Ik zette ze ook altijd aan het werk: 'Hier, snijd jij eens een courgette. Geef je de tomaat even aan?' Ze mochten hun eigen muziek draaien en maximaal twee biertjes. Er waren chips, blokjes kaas, echt kleine feestjes waren dat. Ik leerde al die klassiekers van André Hazes en Koos Alberts. 'Zijn het je ogen?' Ik zong met plezier mee en dan moest je ze zien, zo blij waren ze. En ik ook.'"

Les 7: Iedereen discrimineert
"Iedereen, overal. Zoals een Randstedeling hier in Nederland neerkijkt op een provinciaal, of iemand niet wordt aangenomen omdat hij Mohammed heet, zo heb je dat in Marokko ook: boeren en stedelingen hebben vooroordelen over elkaar, donkere Afrikanen worden gediscrimineerd. Ik zeg tegen mijn kinderen: je zult worden geweigerd in de discotheek omdat je donker bent. Je zult worden beledigd: 'Zit je vader in de bak? Zijn je schoenen gejat?' Als een politicus mensen mag beledigen, is het dan raar dat anderen denken dat ze het ook mogen?

Mijn vrouw, die journalist is, heeft over dit soort ervaringen geschreven, over mij, onze kinderen. Ik lees alles wat ze schrijft van tevoren, alles gaat in overleg. Ik vind het belangrijk dat deze verhalen gehoord worden. Je kunt ontkennen, zeggen dat racisme niet bestaat, maar dat is bullshit."

Les 8: Vergeet niet te lachen
"Hamdullah', zeg ik elke ochtend, het is het eerste wat ik doe als ik wakker word: Dank U, God, dank, dat ik deze dag leef. Je hebt er niks aan om jezelf op te vreten als je slecht nieuws hoort of met het verkeerde been uit bed stapt. Al lach je om iets onnozels, het maakt niet uit, maar lách. Ja, er gebeuren dingen die rot zijn, en het is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het móet, en het werkt, want er gaan stofjes in je lijf aan het werk die maken dat je je beter voelt.

Onze kinderen hebben soms te maken met discriminatie. Mijn dochter had een nieuwe jas. 'O, is-ie gejat?', vroegen de jongens op school. Ons zoontje, toen tien, kreeg op voetballen te horen: 'Moet je niet in de bak zitten? Alle Marokkanen zitten daar toch?' En lachen joh, die kinderen. Hij kwam woest thuis.

Lach, zeg ik tegen hen. Maak een grapje terug. 'Ja, mooi hè? Moet ik ook een jas voor jou regelen?' Want dán raken ze je niet, dan krijgen ze je niet klein. Mensen maken een ander kleiner zodat ze zichzelf beter of groter voelen. Sta erboven."

Les 9: Thuis is waar mijn vrouw en kinderen zijn
"In 2007 gingen we met het hele gezin naar Marokko. We hebben daar bijna drie jaar gewoond. Voor Greta en de kinderen was het spannend, een avontuur, maar ik voelde me terug bij af. Mensen verwachten iets van je als je in Europa hebt gewoond, ze zien je als een geslaagde Marokkaan. Ik merkte dat ik veranderd was, dat Marokko veranderd was, ik merkte het aan de discussies met broers en zussen.

In mijn jeugd gingen we naar het strand van Kenitra met potten en pannen, mijn vader stak een gaspitje aan en warmde het eten op. Als je dat nu doet, word je waarschijnlijk aangehouden. Ik kon er moeilijk omgaan met de mañana-cultuur: wat morgen kan, hoef je vandaag niet te doen. In Nederland moet ik me steeds bewijzen, in Marokko liep ik steeds Nederland te verdedigen. Prins Claus zei eens dat hij zich thuis voelde waar zijn vrouw en kinderen waren. En zo is het."

Saïd Finani

Saïd Finani (50) werd geboren in Marokko in een gezin met zeven kinderen. In 1979 verhuisde hij naar Frankrijk, waar zijn vader in de Tweede Wereldoorlog aan Franse zijde gevochten had tegen de nazi’s. Finani woonde een jaar in de VS, keerde terug naar Frankrijk en ging uiteindelijk in 1989 naar Nederland, waar hij journalist Greta Riemersma ontmoette. Ze trouwden, verhuisden van Amsterdam naar de stad Groningen, kregen drie kinderen, trokken in 2007 naar Marokko en keerden in 2010 terug naar Groningen. Finani studeerde Engelse literatuur in Frankrijk, maar maakte zijn studie niet af. In Nederland werd hij uitsmijter, daarna begeleider van verstandelijk gehandicapten. Sinds een paar jaar werkt hij met ontspoorde, vooral autochtone, jongeren in Oost-Groningen. Riemersma heeft in de Volkskrant en Vrij Nederland geschreven over Saïd en hun kinderen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden