Laatste restricties IJsland weg, economie bloeit weer
IJslanders kunnen weer zelf beslissen wat ze met hun geld willen doen. De laatste kapitaalrestricties, ingesteld tijdens de financiële crisis in 2008, zijn deze week opgeheven. De economie bloeit weer.
Het blauwe ijs schittert in de zon, die net tussen de wolken door schijnt. Een eenzame zeehond zoekt zijn weg tussen de ijsschotsen van het gletsjermeer Jökulsárlón, dat hier na een laatste aardverschuiving uitstroomt in zee. Een idyllisch schouwspel, maar wel gevolgd door tientallen zo niet honderden mensen vanaf de rand van de oever.
Dit gletsjermeer is een van de belangrijkste bezienswaardigheden van IJsland en nog net op een dag te doen vanaf Reykjavik. Het is hartje zomer en hoogseizoen, het toeristenseizoen is in volle gang. Bussen en huurauto’s verdringen elkaar op de parkeerplaats, een keerzijde van de snelle groei van het toerisme afgelopen jaren. Toch, zodra je verder het land in trekt naar de Oost- en Noordfjorden, wordt het stil en kun je uren rijden zonder iemand tegen te komen.
Meer toeristen
Het zijn de toeristen die IJsland voor een belangrijk deel weer uit de economische malaise hebben getrokken. In 2016 bezochten bijna 1 miljoen buitenlanders het land, tegen gemiddeld jaarlijks zo’n 350.000 voor de crisis. De IJslanders zijn natuurlijk blij met de interesse in hun land en met de harde valuta die de buitenlanders meebrengen, maar zoals dat gaat, ook bang dat het uniek ongerepte karakter van het land wordt aangetast. Want op een bevolking van 330.000 mensen is een miljoen toeristen veel. De infrastructuur is er niet op berekend. In het korte hoogseizoen zijn er te weinig hotelbedden en de hoofdweg van het land bestaat voor een deel zelfs nog uit gravel.
Als we terugblikken op de afgelopen periode kunnen we concluderen dat IJsland relatief snel uit het diepe economische dal is geklommen. Daar kwam het vlak na het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in september 2008 in terecht. De IJslandse economie was toen zwaar oververhit en de banken waren overladen met schulden. De bankencrisis leidde tot het faillissement van de drie grootste banken van het land - Kaupthing en Glitnir en het in Nederland van Icesave bekende Landsbanki.
Redding van het IMF en een aantal Europese landen voorkwam een bankroet van het land. IJsland zelf liet niet alleen de banken failliet gaan, maar riep ook het bankmanagement ter verantwoording. Dat leidde voor de directie van Kaupthing tot gevangenisstraffen van 4 tot 5 jaar. Nergens in Europa is deze harde aanpak gevolgd.
Gratis zorg en onderwijs
De eerste jaren waren zwaar. Het bruto binnenlands product daalde in 2009 en 2010 met 10 procent per jaar. De IJslandse kroon halveerde in waarde. Dat betekende slecht nieuws voor het land dat wegens gebrek aan eigen grondstoffen veel importeert, maar hielp IJsland bij toeristen wel in een klap van het dure imago af. De inflatie liep op tot 19 procent en de werkloosheid tot 9,2 procent. De staatsschuld bedroeg in 2011 140 procent van het bbp. Niemand van de 330.000 IJslanders leek aan de gevolgen van de economische crisis te ontkomen. Wel overleefde het sociale welvaartssysteem met gratis onderwijs en dito ziekteverzekering de crisis.
Vanaf 2011 gaat het langzaam beter. Hoewel in 2015 een voor IJsland ongekende stakingsgolf het land nog even op zijn kop zette. Na zeven jaar bevriezing van de lonen vonden veel IJslanders het genoeg. Ze eisten en kregen forse loonverhogingen, in sommige sectoren tot wel 30 procent over een periode van drie jaar.
7 procent groei
Anno 2017 ligt de economie er weer rooskleurig bij. De economische groei beweegt zich rond de 7 procent en de staatsschuld wordt dit jaar naar verwachting verder afgebouwd tot onder de 50 procent van het bbp. De inflatie is gedaald tot rond de 2,5% en de werkloosheid is terug op het lage peil van 4 tot 5 % van de beroepsbevolking.
De opheffing van de kapitaalrestricties moet ook buitenlandse investeerders weer terugbrengen naar het land. Daarnaast hoopt de regering wat druk van de kroon te halen, die vorig jaar weer flink duurder is geworden ten opzichte van de euro. Maar zeker zo belangrijk is dat pensioenfondsen, bedrijven en burgers weer zonder beperkingen in het buitenland kunnen investeren. En dat alle IJslanders deze zwarte periode nu echt achter zich kunnen laten.