'Laat jongens anders leren dan meiden'

"Meisjes zijn gelukkig zeer succesvol geëmancipeerd. Nu moeten we jongens weer aanzetten tot betere resultaten"Beeld studio Vonq

Jongens presteren slechter in de klas dan meisjes. Vijf middelbare scholen slaan de handen ineen om 'jongensachtige' manieren van leren te promoten. Vrijdag komen ze in Utrecht bij elkaar om hun aanpak te delen met andere docenten.

Gerrit-Jan Kleinjan

Het probleem: jongens presteren onder de maat

Het begint al aan het einde van de basisschool, daar krijgen jongens lagere cito-scores. En eenmaal op de middelbare school halen ze lagere rapportcijfers, blijven ze vaker zitten en moeten ze vaker een niveau terug. "Ik doe dit werk nu dertig jaar. Ik zie jongens letterlijk steeds stiller worden in de klas", zegt Siep de Haan, wiskundedocent op het Bonifatius College in Utrecht.

De afgelopen jaren is er een omslag geweest in de klaslokalen: meisjes zijn de jongens voorbijgestreefd. Zo vertrekt ruim 13 procent van de jongens op de havo na het eerste jaar naar het vmbo. Bij meisjes is dat aandeel een stuk lager: 8 procent, laten cijfers van het ministerie van onderwijs zien. Zo'n 12 procent meer meisjes dan jongens verlaat de middelbare school met een vwo-diploma. De jongens zijn juist weer vaker op het vmbo te vinden.

Vijf middelbare scholen uit verschillende delen van Nederland hebben de handen ineen geslagen. Ze proberen jongens weer bij de les te betrekken door lesmethodes speciaal af te stemmen op jongens en meisjes. "Waar het om gaat is dit: meisjes zijn gelukkig zeer succesvol geëmancipeerd. Nu moeten we jongens weer aanzetten tot betere resultaten", zegt De Haan.

De oplossing: Een jongensachtige manier van leren

Kees Hooyman, natuurkundedocent op het Bonifatius College in Utrecht, schreef een natuurkundelesboek dat rekening houdt met verschillende leerstijlen van jongens en meiden. "Meisjes willen vaker beginnen bij details en vervolgens stapje voor stapje het volgende doen. Bij jongens zie je vaker dat ze een overzicht willen en vervolgens hun eigen route bepalen", zegt Hooyman.

In het onderwijs ziet hij dat lesstof wordt opgehakt in stukjes met een bijbehorende toets. "Dat past bij detailstrategen, meisjes veelal. Dat is waarom meisjes het vaak beter doen. Jongens houden meer van experimenten en een korte uitleg."

Directeur Joost van Rijn van Lek en Linge, een scholengemeenschap in Culemborg en Geldermalsen, spreekt van een 'weerbarstige problematiek'. Volgens Van Rijn is het belangrijk dat docenten rekening houden met de prestatieverschillen tussen beide seksen. "Eens per jaar publiceren we in het personeelsblad de gemiddelde cijfers per vak, per leerjaar en per afdeling. Je ziet dan bij bijna alle vakken, vooral de talige, dat jongens gemiddeld lager scoren. Op die manier hopen we dat docenten zich bewust worden van de manier waarop ze stof aanbieden."

Een kleine ingreep maakt soms al een heel verschil. Siep de Haan: "Jongens zijn beweeglijker en werken veel meer proefondervindelijk. Meisjes hebben meer zelfdiscipline, werken stap voor stap, schrijven netter, lezen langer. Ik doe weleens een dansje in de klas met de leerlingen als de jongens rumoerig worden, daarna werken ze weer rustig door."

Ook merkt De Haan dat jongens beter presteren als hij een beroep doet op hun competitiedrang. "Ik had een eerste klas gymnasium waar de jongens al aan het begin van het jaar gemiddeld een punt lager scoorden dan de meisjes. Ik heb het benoemd: 'Jongens, jullie cijfers zijn lager. Gaan we dit het hele jaar zo doen?' Dat had effect, toen ging het beter."

De school van Joost van Rijn bespreekt met jongens die onderpresteren ook wat zij verwachten van de hulp van een docent. "Jongens hebben op groei gerichte feedback nodig. 'Wat goed, je hebt nu een zes voor je proefwerk wiskunde. Als je zo doorgaat heb je de volgende keer een zeven of een acht.' Ze vinden het niet fijn als een docent telkens weer terug komt op wat niet goed ging. Ze willen ergens een streep onder zetten en verder gaan."

Ook wensen jongens duidelijker steun en sturing, blijkt uit die gesprekken. "Jongens stellen huiswerk uit. Ze gaan dan gamen in plaats van huiswerk maken. We hebben een begeleider die trainingen geeft in vaardigheden als leren plannen, focussen, en jezelf bij de les houden."

De aanpak werpt al voorzichtig vruchten af, zegt Van Rijn. "De gouden oplossing is er niet. Maar wel zien we sinds een paar jaar dat er weer meer jongens in de hogere afdelingen terecht komen."

Hebben jongens andere hersenen dan meisjes?

De hersenen van jongens en meisjes van 15 jaar verschillen subtiel, zegt Jelle Jolles, hoogleraar neurowetenschappen en auteur van het boek 'Het tienerbrein'. Hij ziet daarvoor twee oorzaken. "In de eerste plaats erfelijke factoren waarmee de hersenen ons gedrag en functioneren bepalen." Het tweede verschil komt door de omgeving en cultuur: 'Laat Tom dat maar doen, dat is voor jongens'. "De neuropsychologische ontwikkeling van hersenen wordt dus niet alleen door de genen, maar ook door opvoeding bepaald."

Jolles vindt het goed dat het onderwijs rekening houdt met hoe de meeste jongens en de meeste meisjes zijn. Maar hij is geen voorstander van gescheiden werelden. "Ze kunnen van elkaar leren. En naar mijn mening moet je meisjes stimuleren om meer ondernemend te zijn. En jongens in vaardigheden waarin meisjes beter zijn, zoals taal en openstaan voor de bedoelingen van anderen."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden