Laat je je kind kind zijn, of leer je het toch wat hoffelijkheid is?
Het is druk bij de tramhalte. En de tram die in aantocht is, lijkt ook al hartstikke vol. Dat wordt dringen. En voordringen. Een tienjarig mannetje wil als eerste naar binnen en wringt zich tussen de uitstappende passagiers van de tram naar binnen. Een wachtende vrouw ergert zich en zegt tegen de vader: "Kan uw zoon niet even wachten? U ziet toch dat de mensen eerst moeten uitstappen?"
De vader reageert schouderophalend met: "Ach, laat die jongen toch kind zijn." Dat levert hem flink wat bozige blikken op.
's Avonds bespreekt hij het met zijn vrouw, later met zijn ouders. Het zit hem dwars: "Mag je zo veel hoffelijkheid van een kind verwachten? Was hij te laconiek en is het logisch dat hij door een vreemde bemoeial ter verantwoording werd geroepen?"
Van een kind kun je geen hoffelijkheid verwachten als het dit nooit is bijgebracht, zegt etiquettespecialiste Reinildis van Ditzhuyzen. Maar deze vader valt zeker iets te verwijten, vindt ze: "Van ouders mag je verwachten dat ze hun kinderen opvoeden tot goed functionerende volwassenen, door hen van jongs af aan vertrouwd te maken met de basis-etiquetteregel: Houd rekening met de ander."
Het is volgens Van Ditzhuyzen allesbehalve moeilijk aan kinderen uit te leggen dat het niet alleen veel aardiger is passagiers eerst uit te laten stappen, voordringen is immers onaangenaam voor uit- én instappers, maar ook handiger: het gaat dan allemaal veel makkelijker en sneller.
"Elk kind begrijpt dit, dus je moet vooral niet te lang wachten met dit soort uitleg. Kinderen vinden het overigens doorgaans ook interessant zulke 'volwassenenregels' te leren en toe te passen", aldus Van Ditzhuyzen, die zulke etiquetteregels belangrijke sociale vaardigheden noemt, "die de samenleving prettiger maken en de persoon in kwestie succesvoller".
Volwassenen snappen maar weinig van kinderen in hun kinderwereld, waarin spelen, speelgoed en andere kinderen centraal staan. Ze zien een kind als een volwassene in zakformaat, stelt Roel de Groot, oud-docent orthopedagogiek en didactiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Maar, zo haalt hij een oud Latijns spreekwoord aan: 'Kinderen zijn kinderen en doen kinderlijke dingen'.
Derden moeten zich niet met de opvoeding van ouders bemoeien, aangezien ze de context niet voldoende kennen, zegt De Groot. Daarnaast hebben volwassenen niet altijd recht van spreken, voegt hij er meteen aan toe. Zie bijvoorbeeld het asociale gedrag in het verkeer, of al die 'grote mensen' die zelf regelmatig voordringen bij de kassa van de supermarkt.
Dat is dus de boodschap aan de vader over de betweterige bemoeiallen. Nu wat betreft zijn zoon. De Groot stelt dat leeftijd van kinderen hier een rol speelt. Van een tienjarige mogen meer sociale vaardigheden worden verwacht dan van een peuter of kleuter.
Niet het onwetende kind is hier echter verantwoordelijk, stelt De Groot net als Van Ditzhuyzen, maar de vader die zijn verantwoordelijkheid niet heeft genomen en het joch nog niet genoeg bagage heeft meegegeven. "De ander voorrang geven, een ander iets te gunnen... Daar is veel zelfbeheersing voor nodig en dat is de mens niet van nature gegeven", aldus De Groot.
Het goede nieuws is echter, zo stelt De Groot, dat het mannetje hiervan zal leren: "Met vallen en opstaan leren kinderen hun hele leven, zo ook van dit voorval in de tram. We moeten hier niet te zwaar aan tillen."
De Groot, auteur van het boek 'Spelenderwijs wijzer worden' en secretaris van de Nationale Speel Raad, denkt dat de jongen thuis maar ook op school door middel van spel veel kan opsteken. "Spelenderwijs kan men kinderen ook manieren leren. Door allerlei identificatiespelletjes, zoals winkeltje of trammetje spelen. Daarbij zullen kinderen elkaar corrigeren als iemand te veel voordringt."
Reageren? Zelf een vraag insturen? Mail naar opvoedvraag@trouw.nl
undefined